Basketbaloefening: zig-zag dribbelen en pass
Zig-zag dribbelen en pass
- Speler 1 dribbelt al zig-zaggend tussen pilonen door.
- Aan het eind dribbel je terug
- Terug bij het begin pak je de bal beet en zet maximaal 2 passen.
- Tijdens de laatste 2 passen neemt speler 2 de bal over en dribbelt het parcours.
- 1 minuut herhalen