Gymlesoefening: ballen bingo

Geschikt voor de volgende technieken: spellen

Ballen bingo

  • De docent zet op 20 tennisballen (bij een les met 20 leerlingen) nummers 1t/m20.
  • De docent geeft elke leerling een papiertje waarop zijn/haar eigen nummer staat.
  • Het spel begint. Alle ballen worden tegelijkertijd door de zaal gegooid. 
  • De leerlingen moeten op zoek naar hun eigen bal.
  • Als een leerling een bal heeft gecontroleerd en het is niet zijn/haar bal dan mag de leerling de bal over de grond wegrollen. 
  • Vind de leerling de bal?
  • Dan gaat hij/zij naar de docent toe die aan de zijkant van de zaal staat.
  • De docent controleert vervolgens of het nummer klopt met het nummer op het papiertje. 
  • De eerste die met de goede bal bij de docent komt wint. 
  • Het spel stopt als 10 leerlingen hun bal hebben gevonden.

Eigenschappen van de oefening

20
30
Benodigde materialen:

20
Geschikt voor volgende niveau's: