Hockeyoefening: dieptepas
Dieptepas
- 1a, 1b A speelt naar B en biedt zich opzij aan voor een pass via de balk
- 2a, 2b B speelt in de loop van A en neemt zijn positie in
- 3a A speelt direct naar C en wacht op het terugspelen van C.
- 4a, 4b C speelt naar A en biedt zich opzij aan voor een pass via de balk.
- 5a, 5b A speelt in de loop van C en neemt de positie van C in.
- 6a C speelt direct naar B, enz.
- Dit is een basisoefening voor een 1,2-tje.
- Ook topspelers moeten basistechnieken en eenvoudige combinaties regelmatig herhalen.
- Daardoor kunnen zij later bewegingsautomatismen uitvoeren, zonder dat zij zich moeten instellen hoe het moet en wat zij moeten doen.
- Alleen op deze wijze begrijpen spelers complexe wedstrijdsituaties sneller en nemen dan de juiste beslissing.
- In het moderne hockey wordt de vrijloopbeweging vaak met een schijnbeweging begonnen, om de tegenspeler op het verkeerde been te zetten.
- In deze oefening moeten de spelers op het juiste moment vlak voordat zij worden aangespeeld, een schijnbeweging maken en ontdoen zich zo van de denkbeeldige tegenstander.