Hockeyoefening: kaatsen van de bal

Geschikt voor de volgende technieken: aannemen passen dribbelen slaan positiespel conditie

Kaatsen van de bal

  • Speler A speelt de bal met een flats of harde push op C.
  • Speler C komt inlopen en kaatst de bal in één keer breed naar speler B die is komen inlopen.
  • B neemt de bal in de loop aan en versnelt met de bal aan de stick naar de rand van de 'stippelcirkel'.
  • Daar geeft deze de bal met een harde push aan op speler C die om het pionnetje is gelopen en biedt zich aan.
  • De bal wordt net buiten de cirkel aangenomen en vervolgens met 1x aanraken de cirkel mee ingenomen en op goal geslagen.
  • Daarna krijgt de speler een 'rebound' bal aangespeeld van de achterlijn door de trainer en maakt deze af op het goal.
Doordraaien: CAB
drawing Kaatsen van de bal

Eigenschappen van de oefening

6
14
Benodigde materialen:
4
Geschikt voor volgende niveau's: