Hockeyoefening: pass oefening
Pass oefening
- De bal begint bij speler A
- Speler A speelt bal naar speler B en loopt zelf door naar de zijlijn
- speler B speelt de bal naar speler C en loopt door naar kopcirkel
- Speler C speelt ondertussen de bal naar speler A en loopt zelf door naar de 2e paal
- speler A speelt meteen de bal door naar speler D
- Speler D speelt de bal naar speler B die is doorgelopen naar kopcirkel
- speler B geeft een harde bal naar de 2e paal, waar speler C de bal er intikt.