Korfbaloefening: combineren in vierkanten

Geschikt voor de volgende technieken: algemeen

Combineren in vierkanten

In het kort: oefening in het vrijlopen met viertallen.

Organisatie: Viertallen krijgen elk een vierkant gebied van ongeveer 20 bij 20 meter. Dit gebied wordt in vier gelijke vierkanten verdeeld. In elk vierkant staat een speelster. Per viertal één bal.

a ) De speelsters spelen elkaar de bal in willekeurige volgorde toe. Ze blijven elk in hun eigen vak. De bal mag niet op de grond komen. Voor ze de bal ontvangen, moeten ze een loop-schijnbeweging hebben gemaakt.

b )De bal wordt rond gespeeld. Voor het ontvangen van de bal moeten de speelsters een wijkbeweging hebben gemaakt (in-uit bewegen), waarbij de laatste beweging in de richting van de speelster met de bal gaat.

c ) De bal wordt de andere kant rondgespeeld. Er moet nu ook met de andere hand worden gegooid. Naar wie zal ik nu eens gooien?

d ) Als b., maar nu lopen de speelsters na de wijkbeweging juist van de bal weg (in de ruimte dus). Ook dit de andere kant om.

e ) In elk vak komt een verdedigster. De aanvalsters moeten elkaar de bal toespelen en mogen niet uit hun eigen vak komen. De verdedigsters maken alleen het aangespeeld worden moeilijk, het afspelen van de bal laten ze toe. Na enkele minuten wisselen van taak.

f ) Als e., maar nu mogen de verdedigsters zich 100 % inzetten om te proberen de bal te onderscheppen.

g ) Als e., maar de aanvalsters mogen nu alleen plaatsen op medespeelsters die de ruimte in lopen.

h ) Als e., maar de aanvalsters mogen alleen spelen naar speelsters die op de bal toe komen lopen.

i ) Als e., maar nu krijgen de aanvalsters een punt als ze 10 keer kunnen samenspelen. Als de verdedigsters de bal onderscheppen, is het hun beurt.

Eigenschappen van de oefening

1
12
Benodigde materialen:
Niet van toepassing
Geschikt voor volgende niveau's: