Voetbaloefening: controle met tegenstander in de rug
Controle met tegenstander in de rug
- Oefening balcontrole met tegenstander in de rug (15 min.)
- Viertallen.
- Speler A en B in het midden, andere twee aan de zijkanten.
- Speler A en B worden om de beurt aangespeeld, allebei 10 keer in verschillende varianten.
- Wanneer speler A en B beide 10 keer zijn geweest, wisselen ze met C en D.
- Variant 1:
- Lage bal.
- Aanname en 5 sec.
- Vasthouden.
- Variant 2:
- Hoge bal.
- Aanname en 5 sec.
- Vasthouden.
- Variant 3:
- Lage bal.
- Aanname.
- Wegdraaien links of rechts.
- Variant 4:
- Hoge bal.
- Aanname.
- Wegdraaien links of rechts.