Voetbaloefening: dribbelen in vak met kleine doeltjes (1 verdediger)
Geschikt voor de volgende technieken: aanvallen
Dribbelen in vak met kleine doeltjes (1 verdediger)
- Alle spelers starten met een bal en dribbelen door het vak heen. De verdediger probeert de ballen van de andere spelers af te pakken of weg te tikken.
- De verdediger telt hoeveel ballen hij afgepakt of weggetikt heeft. Na een bepaalde tijd wordt er doorgewisseld van verdediger.
- De spelers met de bal kunnen punten scoren door, door de kleine doelen te dribbelen, waarbij ze niet twee keer achter elkaar door hetzelfde kleine doel mogen dribbelen.
Afmeting: afhankelijk van leeftijd en vaardigheid.
Lengte: 20-25 meter.
Breedte: 15-20 meter.
Doelpunten maken.
- Dribbelen door het vak (‘proberen de bal dichtbij je te houden’).
- Probeer te dribbelen waar er geen andere spelers lopen.
- Actief mee blijven doen.