Volleybaloefening: 2 tallen, 2 ballen
Geschikt voor de volgende technieken: bovenhands
2 tallen, 2 ballen
- A en B staan tegenover elkaar en hebben allebei een bal.
- Eén van deze twee ballen gebruiken ze om bovenhands over te spelen.
- De andere bal gooien ze tegelijkertijd strak over en weer.
- Op het moment dat A de ene bal bovenhands speelt, gooit B de andere bal richting A en andersom.
- kan eventueel ook in een driehoek