Volleybaloefening: hop en sprint
Geschikt voor de volgende technieken: warming-up
Hop en sprint
- Maak 2 tallen, deze twee spelers gaan achter elkaar staan.
- Alle groepjes vormen samen een rondje.
- In het midden liggen 4 ballen (als er 5 groepjes zijn).
- De spelers moeten, op commando van de trainer, op de rug en van de rug van hun medespeelster springen.
- De trainer kan op, af en ja roepen.
- Wanneer de trainer Ja zegt moeten de achterste spelers zo snel mogelijk om de hele kring heen lopen.
- Dan moeten ze door de benen van hun eigen team heen om de bal in het midden te pakken.