Basketbaloefeningen
Opdracht:
- Verdeel de spelers in twee (of zelfs 4) groepen
- De spelers staan aan de baseline opgesteld en op fluitsignaal van de coach vertrekt de 1ste speler van elke groep en springt over de kegels
- Na de laatste kegel gaan de spelers naar de hoedjes en sliden langs de hoedjes
- Daarna lopen ze naar de bank en rollen eronder
- Na het rollen lopen ze naar de beugeltjes en springen er 4 keer over (heen en terug)
- Na het springen lopen ze naar de klaarliggende bal en trachten te scoren (krijgen slechts 1 doelpoging)
- Na de doelpoging sluit speler terug aan bij hun groep
- De 2de speler (en daarna ook het 3de-4de-...) mag beginnen als de 1ste speler aan hun slidings begint (of wacht tot de voorgaande spelers is aangesloten bij de groep)
Doel:
- Met de groep om ter eerst 8 keer scoren (als de groepen groter zijn, kan je het keer scoren verhogen)
- Spelers moeten per groep zelf het aantal gelukte pogingen bijhouden (dus zelf tellen)
Tip:
- Als je met 20 spelersbent, kan je de opstelling dubbel doen, met dezelfde opstelling aan de andere kant van het terrein zodat iedereen meer aan de beurt kan komen

Full-Court 5v5
Regels:
- Focus wordt gelegd bij het teamspel(samenwerking)
Fast-Break Focus:
- Als de verdediging een steal/deflectie krijgt, moeten ze op volle snelheid gaan.
Coaching Focus:
- Tempo: Spelers moeten snel aanvallen, maar slimme keuzes maken.
- Uitvoering: Spelers moeten initiatief proberen te nemen in Offense
Verdeel het veld in 4 vlakken:
- Baseline -> Vrijeworpenlijn
- Vrijweworpenlijn -> Middellijn
- Middellijn -> Vrijeworpenlijn
- Vrijeworpenlijn -> Baseline
- In elk vlak staat er een verdediger met bal.
- Aan de baseline staan de overige spelers met een bal.
- De spelers moeten proberen de andere baseline te halen zonder getikt te worden.
- Worden ze toch in een bepaald vlak getikt zijn ze dood en worden ze een screen.
- Een nieuwe speler mag pas gaan lopen als de speler voor hem in het 4de vlak komt.
- De zijlijnen zijn uit.
- Per speler die de baseline haalt is het 5 push ups voor de verdedigers.
- Daarna start het spel weer opnieuw met nieuwe verdedigers.

- Spelers verdelen zich over de zijlijn met elk 1 bal.
- Ze doen 2 x inside-out tot andere zijlijn
- 3 x achter de rug,
- blijven lopen terwijl,
- zowel links als rechts,
- geen sprongetje
- en stoppen voor bal achter de rug,
- bal meegeven
- 2x inside out
- 3 x door de benen

Dit rebound spel kan op meerdere manieren gespeeld worden:
- In teams of als individu.
- De keuze hangt af van het aantal beschikbare spelers.
- Aantal spelers: 4 per basket
- Opzet: 1 schutter, 3 rebounders
- De schutter neemt een doelpoging, waarna de overige drie spelers strijden om de rebound.
- De punten worden individueel bijgehouden.
- De speler die als eerste 20 punten heeft, wint de ronde. Daarna wordt er gewisseld.
Puntentelling:
- Rebound pakken: 1 punt
- Score maken: 1 punt

- Passen zonder dribbel met 3 man tot aan de middellijn
- Middelste speler neemt verdediging op tegen de twee buitenste spelers

- 2 Rijtjes met 3 ballen zoals in tekening.
- De eerste speler in rij met 2 ballen (blauw) begint: hij schiet (jump-shot) en volgt zijn eigen rebound.
- Terwijl hij zijn rebound neemt schiet de eerste in de andere rij (rood) en gaat achter zijn rebound.
- De eerste rebounder (blauw) past naar de de eerstvolgende in de rode lijn en sluit aan achter in die rij.
- Terwijl de rode speler zijn rebound neemt schiet al de tweede blauwe speler, en zo voort.
- Op tempo laten uitvoeren.

- 2 keer dribbelen
- 2-foot jump stop
- pivoteren (links of rechts)
- borst pass
- de laatste finisht met een layup

- 2x2 drill (evt 3x3),
- no shooting
- Speler met bal dribbelt (max 2x),
- doet een 2-foot jump-stop, pivoteert en zoekt een kans voor pass.
- De tweede aanvaller doet een hard cut om vrij te lopen en ontvangt een pas.
- De oefening herhaalt zich.
- Na een paar passen wisselen:
- aanvallers <-> verdedigers

Treintje/slangetje
Kinderen gaan in een rijtje een rondje rennen als de trainer de naam van de achterste zegt gaat de achterste van het rijtje naar voren proberen te sprinten
(speler rood gaat naar voren.)
extra:
Sprong - Alle kinderen springen op hun plek
grond - Alle kinderen raken de grond aan.
Kinderen gaan in een rijtje een rondje rennen als de trainer de naam van de achterste zegt gaat de achterste van het rijtje naar voren proberen te sprinten
(speler rood gaat naar voren.)
extra:
Sprong - Alle kinderen springen op hun plek
grond - Alle kinderen raken de grond aan.
Dit rebound spel kan op meerdere manieren gespeeld worden: in teams of als individu. De keuze hangt af van het aantal beschikbare spelers.
Spel 1: Teamvariant
- Aantal spelers: 5 per basket
- Teams: Tweetallen (2 spelers rood tegen 2 spelers blauw)
- Schutter: De vijfde speler (wit)
De schutter (wit) neemt een doelpoging. De twee teams (rood en blauw) vechten om de rebound. Zodra een team de rebound heeft gepakt, probeert het meteen te scoren. Er is slechts één doelpoging toegestaan per rebound.
Puntentelling:
- Rebound pakken: 1 punt
- Score maken: 1 punt
Het team dat als eerste 20 punten behaalt, wint de ronde. Daarna wordt er doorgewisseld, inclusief de schutter, zodat er vijf ronden gespeeld kunnen worden.
Spel 2: Individuele variant
- Aantal spelers: 4 per basket
- Opzet: 1 schutter, 3 rebounders
De schutter neemt een doelpoging, waarna de overige drie spelers strijden om de rebound. De puntentelling blijft hetzelfde als in de teamvariant, maar de punten worden individueel bijgehouden. De speler die als eerste 20 punten heeft, wint de ronde. Daarna wordt er doorgewisseld.

2 x 3 opzet
- 2 paren (verdediger/aanvaller).
- 1 speler op kop bucket met bal.
- Pass en zet screen op speler zonder bal.
- Speler snijdt bovenlangs.
- Zelf ook afrollen.
