Basketbaloefeningen voor de techniek aanvallen
Ingeven achterlijn - na score tegenpartij
Ingever, baldrager, vleugel, hoek (Spots)
Ingever, baldrager, vleugel, hoek (Spots)
Ingeven zijlijn
Ingever, baldrager, vleugel, hoek (spots)
Ingever, baldrager, vleugel, hoek (spots)
Opgelet!!! probeer snel te passen niet te veel te dribbelen.
Ingeven achterlijn - Aanvallend vak
- De ingever staat NOOIT onder het doel
- 3 andere gaan aan opgegeven lijn staan
- Ingever roept GO
- Middelste speler loopt richting doel, Indien je de bal niet kan krijgen... weer plaats maken.
- Speler langs dezelfde kant als de ingever loopt naar de hoek
- Speler langs de andere kant van de ingever loopt langs de hoek naar doel
- Er staat een speler op de achterlijn.
- Een rij spelers staan rechts op de hoek van de bucket en links.
- De eerste speler krijgt de bal, maakt een schijnbeweging naar de ene kant en maakt vervolgens een lay-up of set shot aan de andere kant.
- Eigen bal afvangen, naar de man op achterlijn passen en in de andere rij gaan staan.
- Dan is de andere kant aan de beurt.
- Tweetallen maken.
- Speler onder de basket passt naar de speler op de vrijeworpenlijn.
- De aanvaller heeft een voordeel in tijd en kan vrij schieten.
- Als de aanvaller scoort of hij heeft de aanvallende rebound blijft hij schutter, als de verdediger de rebound heeft wisselen de spelers van positie.
- Wie heeft de meeste scores na 3 minuten?
- Losers 10 push ups
- Beginopstelling:
- 3 spelers in defense
- 4 spelers in offense
- 3 spelers in defense
- Verloop
- Spelen 4 tegen 3
- Speler die slechte pas geeft, scoort of bal verliest keert mee terug en valt opnieuw aan
- Offense wordt defense
- Defense wordt offense
- Progressie:
- NA
- Regressie:
- NA
- Beginopstelling:
- 2 spelers defense aan elke kant van het terrein
- 2 spelers ter hoogte van het verlengde van de vrije worplein aan elke kant van het terrein
- 3 spelers in offense
- Verloop:
- 3 spelers spelen 3 tegen 2
- De rebounder geeft een outlet pas naar een speler aan de zijkant van het veld
- De rebounder gaat mee in offense naar de andere kant van het terrein
- Offense wordt defense
- Defense gaat naar de zijlijn
- Progressie:
- NA
- Regressie:
- NA
- Eerst Jumpstop, Fake en naar de basket.
- Jumpstop, schot.
- Bal in de loop en naar de basket.
- Baseline dribbel en met "verkeerde hand" afmaken.
1. De speler aan de baseline shot, tikt de baseline en loopt zijn lijn naar het andere doel.
2. De speler aan de vrij worp lijn neemt de rebound, past naar de vleugel en loopt langs de sideline naar het andere doel.
3. De speler op de vleugel vraagt de bal, dribbelt de bal door het midden tot aan de middenlijn, past de bal naar de speler links en die past de bal door naar de rebounder die afwerkt met een lay-up.
Doorschuifsysteem shotter wordt rebounder, rebounder wordt vleugel, vleugel wordt shotter.
2. De speler aan de vrij worp lijn neemt de rebound, past naar de vleugel en loopt langs de sideline naar het andere doel.
3. De speler op de vleugel vraagt de bal, dribbelt de bal door het midden tot aan de middenlijn, past de bal naar de speler links en die past de bal door naar de rebounder die afwerkt met een lay-up.
Doorschuifsysteem shotter wordt rebounder, rebounder wordt vleugel, vleugel wordt shotter.
Spelers gaan 2 aan 2 bij pionnen staan.
Buitenste heeft de bal en de binnenste moet versnellen en inhalen om de finish te stoppen.
Na een scoringspoging wordt er geswitcht en gaat aanval slides lopen met verdediger die de bal op dribbelt.
Laat ze elkaar uitdagen en de dribbel diep houden.
Dit doen ze op beide baskets zodat ze rondjes lopen.
Buitenste heeft de bal en de binnenste moet versnellen en inhalen om de finish te stoppen.
Na een scoringspoging wordt er geswitcht en gaat aanval slides lopen met verdediger die de bal op dribbelt.
Laat ze elkaar uitdagen en de dribbel diep houden.
Dit doen ze op beide baskets zodat ze rondjes lopen.
Verschillende opties:
- Speler onder de basket, pass vanuit de hoek en speler loopt in. Snel scoren van dichtbij.
Moeilijker maken door eerste bal tegen het bord/muur te gooien, dan pas scoren. - Speler met bal op de middellijn, 2de speler op de achterlijn.
Speler met bal start dribbel en de 2de speler achtervolgt en moet eerst bal tegen het bord gooien/ of tegen de muur voor de score.
- Bal gaat naar rechterspeler en schiet.
- Bij score 2 of 3 punten.
- Iedereen gaat voor de rebound.
- Rebound telt als 1punt, ook als er gescoord wordt bij offensive rebound.
- Aanval gaat door.
- Defensieve rebound.
- Partijen switchen.
- Start met 3 op de 123-plekken.
- Bal is op de 1.
- Read and react naar eigen optie.
- Later 2 verdedigers toevoegen, bal bij verdediger mat pass naar aanvallers.
- Voor delay moeten aanvallers eerst 1 pass gegeven hebben
Spelers gaan offense en defense staan, tegenover elkaar op de driepunterslijn.
- Dan wordt er om en om een 1 vs 1 situatie gestart.
- Aanvaller gaat door middel van jab steps, pump fakes en andere schijnbewegingen de defense uitlokken.
- Pas als de verdediger op het verkeerde been stapt, uit zijn defense omhoog stapt voor het schot of wanneer een reactie uitblijft mag er geschoten/langs de speler af gegaan worden om een score te maken.
Doel van de oefening is om je defense beter te lezen en niet meteen je triple threat te verliezen door direct te gaan dribbelen.