Basketbaloefeningen voor de techniek conditie
- Opstelling:
- 2 spelers in offense
- 2 spelers in defense
- 2 spelers ter hoogte van de vrije worplijn
- 2 spelers ter hoogte van de andere vrije worplijn
- Teams per 2 blijven bij elkaar
- Spelen 2 tegen 2 tot er een score of stop is
- Defense geeft outletpas naar speler ter hoogte vrije worplijn
- Bij score bal ingeven achter de baseline
- Deze gaan 2 tegen 2 naar andere kant van het terrein
- Offense wordt defense en keert terug!
- Team die verdedigde sluit aan ter hoogte van de vrije worplijn
- Variaties:
- 3 tegen 3

- Opstelling:
- 3 ploegen van 3 spelers
- 3 spelers in het midden met bal
- Aanvallen naar een kant
- Defense tot aan de middellijn, ook na balverlies
- Geen ball back
- Om het eerst 7 keer scoren

- 2 rijtjes op de baseline/ bucket
- 1 bal per rijtje.
- Schieten en als de bal bij het andere rijtje komt mogen deze de bal weggooien.
- Verliezers opdrukken/ lopen.
- 3 ploegen van 3 spelers
- 3 spelers in het midden
- Vallen aan
- Defense tot aan de middellijn, ook na balverlies

- 2 spelers in offense.
- 2 spelers in defense.
- 2 spelers ter hoogte van de vrije worplijn.
- 2 spelers ter hoogte van de andere vrije worplijn.
- Spelen 2 tegen 2 tot er een score of stop is.
- Defense geeft outletpas naar speler ter hoogte vrije worplijn.
- Deze gaan 2 tegen 2 naar andere kant van het terrein.
- Offense wordt defense en keert terug.
- Defense gaat naar hoogte vrije worplijn.
Variatie: kan ook 3 tegen 3.
Note: bal ingeven achter de baseline, met defense.
Note: bal ingeven achter de baseline, met defense.

Deze oefening klinkt simpel maar is het zeker niet:
- De bedoeling is dat de speler met de bal langs een 100% gevende verdediger komt in 3 dribbels.
- De scorende speler blijft staan, mist die dan gaat die eruit en mag de verdediger tegen een nieuw persoon aanvallen.
- Het is de bedoeling dat de speler alles geeft tijdens deze oefening.
- Hierbij wordt de aanvaller gedwongen om explosief te zijn en hierbij zijn gehele lichaam bij te gebruiken.

Warming up drill:
- 2 rijtjes in de hoek van het veld, diagonaal.
- De 1e speler zonder bal gaat rennen, de 2e speler geeft baseball pass.
- Op teken van trainer starten beide spelers met sprinten.
- Blauw moet om eerste pion en Rood rent recht door om blauw te tikken.
- Rood wordt Blauw en omgedraaid.
Iedereen heeft een bal.
- Slalom om pylonnen. Eventueel met aanraken.
- Dribbel met bank. Beide kanten een voet.
- Achterlijn slides met bal boven het hoofd.
- Dribbel naar middellijn en opdrukken.
- Layup.
Herhaal 3 keer.
Kleine zaal met 4 baskets:
- Rondjes lopen met lay-ups over alle baskets.
- Na fluit opdrukken, tappen, planken, springen met bal in handen vast.
- Na fluit omdraaien en met links.
- Na fluit versnellen.
Iedereen een bal en verdelen over de lengte van het veld.
Dribbel heen en weer; jumpstop, pivoteren aan de overkant of blijf doordribbelen.
Dribbel heen en weer; jumpstop, pivoteren aan de overkant of blijf doordribbelen.
- Warmingup: beginnen langzaam, 50, 70, 100%
Varianten:
- Dribbel links heen, rechts terug.
- 2x links, 2x rechts.
- Bal over de grondrollen, 8-tjes maken.
- Bal vast en met 2 benen springen.
- The Crab.
- Tussen de benen door, high en low.
- Lijnen aantikken onderweg.
- Onderweg 5x opdrukken, 10 buikspieren, 30 seconden tappen.
- Lage dribbel; snel links/ rechts.
- Hoge dribbel met huppel, achteruit.
- Achter de rug langs, draai om as.
- Achter de rug langs, draai om as.
- Push/ pull voor naar achteren.
- Side to side; van links naar rechts.
- Side to side met cross over.
Stilstaand
Stilstaand: door de benen. Stap uit, dribbel, stap terug. 8-tjes laag dribbelen, achter je rug langs,
- 3x links, 3x crossover, 3 x rechts.
- Met 1 hand van links naar rechts -duwen-.
- Through steps . Dribbel naar achteren door benen en weer naar voren, blijft op 1 lijn.
- Dribbel van hoog naar laag, zitten en weer opstaan.
Achter je standbenen dribbel.
Pionnen
Pionnen
- 2 pionnen; cross-over raak pylon aan met je hand - scherm bal af.
- 2 pionen, achtje om de pylonnen heen - 1 hand.
- Rijtje pylonnen - slalom.
Op de bank gaat men vooruit door op de bank te springen en dan eraf met bank tussen de benen en de bal boven het hoofd.
