Basketbaloefeningen voor de techniek rebounding
- Per 2
- Bal op de grond
- 2 spelers staan achter elkaar met de bal voor hen op de grond
- Voorste speler moet voorkomen dat achterste de bal kan pakken.
- Je wisselt van positie wanneer achterste de bal heeft kunnen pakken
- Beginopstelling:
- 2 teams
- 1 shooter per team
- 1 of 2 rebounders per team (afhankelijk van het aantal spelers op training en beschikbare doelen)
- Verloop:
- De shooter neemt een shot
- Als de shooter scoort, dan blijft hij staan
- Als de shooter mist, moet er gerebound worden
- De speler die de rebound neemt gaat naar buiten en neemt een shot
- 1 punt per score
- 1 punt per rebound
- Wie eerst 10 punten heeft wint
- Progressie:
- Driepunters shotten
- Beginopstelling:
- 2 spelers met een bal
- 1 speler zonder bal
- Allemaal onder de ring
- Verloop:
- Spelers nemen een shot
- Speler die de rebound neemt mag het volgende shot nemen
- 1 punt per score
- Wie als eerste 10 punten heeft wint
- Progressie:
- Spelers staan verder van het doel
- Buiten de bucket schieten
- Beginopstelling:
- 1 speler staat klaar om de vrije worp te nemen
- 1 speler links staat klaar om de rebound te nemen
- 1 speler rechts staat klaar om de rebound te nemen
- Andere spelers sluiten links en rechts aan
- Verloop:
- Speler 1 neemt de vrije worp
- Als speler 1 scoort, dan blijft hij staan en schiet opnieuw
- Als speler 1 mist, dan vechten de spelers links en rechts voor de rebound
- Na het nemen van de rebound wordt er 1 tegen 1 gespeeld
- De speler die scoort neemt als volgende een vrije worp
- De speler die de vrije worp gemist heeft sluit links of rechts aan
- De speler die de rebound niet genomen heeft sluit aan de andere kant aan
- Wie het eerst 10 scores heeft wint
- Progressie:
- Er mag maar 1 dribbel gezet worden na de rebound
- Driepuntshot
Er wordt op een half veld een wedstrijd gespeeld.
- Als de verdediging in balbezit komt, moet de ploeg eerst via een Quick break op de andere basket scoren zonder verdediging.
- Na de score blijft dit team in de aanval op half veld.
- Het team dat als eerste 5 scores heeft via een Quick break wint en de verliezers mogen 2 hele suïcides lopen.
- 3 Spelers.
- 3 pylonnen tussen de 3pt lijn en middenlijn in.
- De coach schiet op de basket en de 3 spelers vechten om de rebound.
- De speler die de rebound heeft, dribbelt om de middelste pylon heen en gaat weer naar het bord om te finishen.
- Weer vechten de spelers om de rebound en de speler die de rebound heeft, gaat om de middelste pylon heen.
* 1 minuut lang op hoog tempo.
* De speler met de meeste scores wint en de andere 2 spelers 5 push ups.
* De speler met de meeste scores wint en de andere 2 spelers 5 push ups.
- 3-3 half veld
- Kegel zetten
- Team dat de bal onderschept, gaat eerst achter de kegel voordat ze mogen scoren.
- De speler die de bal heeft mag maximaal 5 seconden dribbelen dan moet hij/zij gepast of geshot hebben. Dit telt alleen als ze achter de kegel zijn geweest.
- In groepen van 3.
- Eén speler past naar zichzelf via het bord, neemt de rebound en geeft een outlet pas door goed te pivoteren.
- Tweede speler ontvangt de outlet pas en geeft hem aan de derde die achter de eerste stond.
- Iedereen schuift door.
- Oefening gaat continu door.
- 2 teams.
- Iedereen een bal
- Schieten vanuit 7 posities.
- Als je hebt geschoten, ga je voor je eigen Rebound.
- Heb je je Rebound gevangen zonder dat de bal de grond heeft geraakt, mag je direct weer scoren.
- Je kunt dus 2 punten scoren per keer.
- Half Court shot, 1 raak geen Rebound.
- 4X4 of 5X5.
- Half veld.
- Alleen het verdedigende team kan punten scoren d.m.v:
- Turnover
- Rebound
- Als de aanvallende partij scoort wordt er gewisseld, dus de aanvallers gaan verdedigen en de verdedigers gaan aanvallen.
- Het team die als eerste 5 punten scoort heeft gewonnen.
- Losers 10 push ups.
- Blauw maakt een bordpass rechts van de ring en sprint linksom om de pillon heen naar de overkant.
- Wit vangt de bal in de lucht en maakt een bordpass, sprint rechtsom de pillon en sprint richting de middellijn.
- Rood vangt de bordpass, draait al in de lucht de rechterkant op, maakt een outletpass op wit en sprint naar de overkant.
- Wit geeft een lange pass op blauw en sprint naar de overkant.
- Blauw maakt een lay up en sprint over rechts naar de overkant.
- Wit sprint langs de linker pillon en sprint weer naar de overkant.
- Rood pakt de rebound en maakt weer een outletpass op wit.
- Wit passt weer op blauw.
- Blauw maakt een lay up... etc, etc
- Hoog tempo.
- Probeer deze drill uit te voeren zonder dribbel.
- Duidelijk Outlet roepen.
- Hoeveel keer kan er gescoord worden zonder de bal de grond te laten raken?
- Speler 1 stelt zich op onder het bord met een bal.
- Speler 1 springt 3 keer en tikt met de bal het bord waarna hij afwerkt.
- Speler 2 neemt de rebound en geeft pas naar speler 3.
- Tegelijk loopt speler 1 naar speler 3 waar hij de bal uit zijn handen trekt -weerstand geven- en meteen naar de ring gaat om te scoren.
- Hij neemt zijn eigen rebound en herhaalt de oefening.