Basketbaloefeningen voor de techniek schieten
- Beginopstelling:
- 1 verdediger ter hoogte van de vrije worplijn
- Rest van de spelers in het midden van de middellijn
- Bal aan de middellijn
- Verloop:
- Speler dribbelt krachtig tot voor de vrije worplijn en neemt een shot
- Defense beweegt maar verhindert het shot niet
- Shotter neemt eigen rebound en sluit achteraan terug aan
- Defense blijft x aantal keer staan
- Progressie:
- Defense komt omhoog
- Offense doet een crossover en neemt een lay-up
- Extra verdediger op de lay-up
- Beginopstelling:
- Er zijn zoveel teams als er groepen van 4 zijn
- 1 speler baseline aan één kant met bal
- 1 speler baseline aan andere kant met bal
- 1 speler driepuntlijn aan één kant
- 1 speler driepuntlijn aan andere kant
- Verloop:
- De spelers die ter hoogte van de driepuntlijn staan, lopen naar de andere kant van het veld
- Daar krijgen ze een pas van de speler die baseline staat
- Daarna nemen ze een shot ter hoogte van de vrije worplijn
- De pasgever loopt naar de andere kant van het terrein om daar de bal te ontvangen
- De shotter neemt eigen rebound en wacht tot de volgende speler komt aangelopen
- Progressie:
- Om het eerst 7 shots binnen, daarna doorschuiven
- 2 teams.
- Iedereen een bal
- Schieten vanuit 7 posities.
- Als je hebt geschoten, ga je voor je eigen Rebound.
- Heb je je Rebound gevangen zonder dat de bal de grond heeft geraakt, mag je direct weer scoren.
- Je kunt dus 2 punten scoren per keer.
- Half Court shot, 1 raak geen Rebound.
- Beginopstelling:
- Spelers staan bij een kegel of hoedje
- Verloop:
- Er worden van dichtbij set shots genomen
- Arm strekken met bal op de hand, arm plooien en hand draaien en schieten
- Eigen rebound
- 10 keer schieten en dan wisselen van positie
- Progressie:
- Verder van het doel staan
- Correcte vrije worp nemen
- Regressie:
- NA
- 3 Rijtjes op de baseline.
- De middelste speler heeft de bal en start de weave met de 2 buitenste spelers.
- Op de andere baseline staan 2 spelers met een bal.
- De middelste man maakt een lay up en de buitenste spelers krijgen de bal van de spelers op de baseline en nemen een shot.
- De speler die de Lay up heeft gelopen, loopt de weave weer mee terug.
- Twee teams, elk aan een spot.
- Als je scoort, mag je een potje nemen.
- De ploeg die op het einde de meeste potjes heeft is de winnaar.
- Beginopstelling:
- 1 speler staat klaar om te schieten
- 1 rebounder
- Verloop:
- Er worden van dichtbij set shots genomen
- Arm strekken met bal op de hand, arm plooien en hand draaien en schieten
- 10 keer schieten en dan wisselen
- Progressie:
- Verder van het doel staan
- Correcte vrije worp nemen
- Regressie:
- NA
Dit is een drill op hoog tempo:
- Een schutter links en een schutter rechts van de Bucket
- De rest van de spelers staan onder het bord met een bal
- Wit passed op de trainer -driehoek rood
- De trainer passed links of rechts op één van de schutters
- Wit zorgt voor een goede Close Out, gaat met 2 armen hoog richting de schutter en gaat de schutter contesten
- De schutter probeert onder druk raak te schieten
- Na 1 minuut schutters wisselen
- Variatie: verschillende schietposities
- Blauw sprint naar de middencirkel
- Slides tot aan corner
- Sprint tot middenlijn
- Slides over middenlijn
- Blauw pakt een bal uit één van de 2 hoepels en maakt een lay up
- Sprint tot corner
- Bal boven het hoofd tippen op de vingers en de bal weer terugleggen in één van de hoepels
- Sprint tot baseline -startpositie-
- Variatie: Met jumpshot; 15 raak
Weave met 3 spelers
- Speler 1 werkt af
- Speler 2 en 3 krijgen een pass aan de zijkant van het veld en nemen een shot met eigen rebound.
- Zij proberen binnen de 1.30 min 100 scores te maken
Optie 1
- Blauw rent naar het midden en ontvangt de pass van oranje
- Oranje vult dan blauw op
- Wit en Rood komen op het moment dat oranje naar blauw past omhoog
- Wit ontvangt de pass van blauw op de vrijeworpenlijn en faced de basket
- Rood maakt ergens ter hoogte van de vrijeworpenlijn een versnelling en gaat richting de basket
- Wit passed op rood en rood maakt een lay-up
Optie 2
- Nadat oranje op blauw heeft gepassed snijdt oranje over de rechter kant ook in en is er een tweede afspeelmogelijkheid voor wit.
Optie 3
- Oranje en blauw blijven insnijden en wit neemt een shot
- Oranje en blauw vechten voor de rebound en een score
* Na het opbouwen van deze oefening t/m optie 3 moeten de spelers scherp zijn, er kan altijd een pass komen of er moet worden gevochten om de rebound.
* Er wordt niet gedribbeld
* Rotatie is tegen de klok in
* Er wordt niet gedribbeld
* Rotatie is tegen de klok in
Schietspelletje waarbij ze een kaart mogen pakken als ze hebben gescoord. Op elke speelkaart staat een ‘kleur’, klaver, schoppen, harten of ruiten. Elke kleur staat voor een fitnessoefening.
Harten: Opdrukken, Schoppen: Squat, Klaver: Burpee, Ruiten: Lunges.
Als ze een kaart hebben gepakt, moeten ze eerst de bijhorende oefening uitvoeren, dit doen ze het aantal dat de kaart aangeeft. Bijvoorbeeld, Harten 4 = 4 keer opdrukken. Daarna mogen ze weer verder met schieten. Groepje met de meeste kaarten, heeft gewonnen.