Basketbaloefeningen
- Twee rijtjes bij de driepuntslijn, verlengde vrijeworplijn.
- 1 rij met bal(len). Speler rij 1 maakt snelle cut door de bucket.
- Pass rij 2 naar speler rij 1.
- Jumpstop net voorbij de ring.
- Circa 1m vd basket. Shotfake.
- Pivoteren en reverse lay-up.
- Draai pivotvoet om verdediger. (In de rug houden). 1 shotpoging.
- Op 2 baskets tegelijkertijd afhankelijk aantal spelers.
- Afhankelijk aantal ballen.
- Tweetallen of alleen.
- Bij Alleen.
- Start op je positie, dribbel naar overzijde basket.
- Set of Jumpshot van je positie (Guard, forward, center)
- Tot 8 raak.
- Bij tweetallen.
- Start op je positie, passend naar de basket overzijde.
- Laatste pass moet goed zijn zodat schutter in jumpshot klaar staat voor zijn/haar schot.
- Tot 4 raak per speler!!!!!
- Verliezers, 1x heen en terug slides in de breedte.
- Doel: Focus op ritueel.
- Moe einde wedstrijd.
- Rustig ademhalen/Ritueel.
- 2x2 vrije worpen p.p. 2 baskets.
- 4 push-up schutter.
- Dan schieten.
- Onderwijl 1 speler 4 push-up, dit wordt volgende schutter.
- Rest team rebound. Etc, etc.
- Cirkel de bal afwisselend om: heupen, dijen, knieën, kuiten, enkels, borst, hoofd.
- Schredestand; cirkel de bal eerst om de verschillende delen van het voorste, daarna van het achterste been.
- Spreidstand; als vorige oef.
- Als vorige oef. ; na iedere cirkel afwisselen met het andere been.
- 'Achtjes' cirkelen.
- Al dribbelend hurkzit en staan afwisselen.
- Al dribbelend gaan zitten en weer opstaan.
- Al liggend op de rug dribbelen; op teken al dribbelend opstaan.
- Al dribbelend gaan liggen en weer opstaan.
- 2 rijtjes waarvan 1 rijtje de bal heeft.
- Passen tot aan de middenlijn vanaf de middenlijn 1 vs 1.
- Let bij het passen op dat de personen rechtuit blijven rennen en niet zijdelings gaan lopen.
- De docent zet 2 pionnen neer.
- Zie plattegrond voor de precisie locatie, houd de basketbal belijning aan.
- De docent verdeeld de leerlingen over 2 teams en ieder team gaat achter een pion staan.
- De teams moeten vanaf de pion de bal in de basket schieten.
- Als een leerling heeft geschoten haalt hij/zij de bal op, geeft/passt de bal naar de volgende in de rij en sluit weer achteraan aan in de rij.
- Iedere bal die in de basket gaat is een punt.
- Het team dat als eerste 5 punten heeft gescoord wint.
- We gaan dribbelen!
- De bal van links naar rechts dribbelen.
- Met schijnbewegingen er tussen. Hoog. Laag. Snel en langzaam.
- Kijk goed naar de mogelijkheden die je hebt.
- De planeet Saturnus is de planeet met de ringen.
- Kun je dan al raden hoe de Saturnus-oefening gaat?
- Laat de bal rondjes draaien rond je linkerbeen, je rechterbeen en rond je beide benen.
- Er komt geen dribbelen bij kijken, maar deze oefening is heel goed voor je oog-handcoördinatie.
Deze oefening helpt spelers met hun conditionering en hun vermogen om de basketbal zowel uit de pas te schieten als wanneer ze moe zijn
- breek je team op in drie groepen van elk vier spelers. Eén groep bevindt zich op elke basislijn en één groep bevindt zich in het midden van de baan, zoals weergegeven op de afbeelding.
- de vier spelers op de middenlijn moeten zich langs de middellijn uitspreiden
- de groepen van vier spelers die op elke basislijn staan krijgen elk een basketbal.
- Op het fluitje rennen de spelers in het midden naar de basislijn en vragen om een bal die door een speler op de basislijn aan hen wordt doorgegeven.
- de speler vangt vervolgens de bal, schiet op de dichtstbijzijnde basket en haalt zijn eigen rebound op.
- de persoon die de bal gepasseerd is rent naar het andere einde van de baan en krijgt een pas van de andere baseline en de rotatie loopt door
Leerpunten
- spelers moeten eraan worden herinnerd om in deze oefening hard te werken voor conditioneringsdoeleinden.
- Ze moeten ook een doelwit geven voor het passeren van de bal en gebruik maken van de juiste voetenwerk- en schiettechnieken.
- Zorg ervoor dat de passen zuiver en goed zijn
Variaties
- het type gemaakte opname kan in deze oefening worden gevarieerd (3-punter, mid-range, lay-ups, enzovoort)
- geef de spelers een tijd en een doel voor het aantal scores dat moet worden gemaakt.
- Dit kan worden gevarieerd afhankelijk van de bekwaamheid van het team of de tijd die je beschikbaar hebt
Deze oefening zal helpen bij het ontwikkelen van de juiste passing- en schiettechnieken. Deze oefening benadrukt ook de communicatie tussen teamgenoten
- verdeel het team in vier ploegen. Eén ploeg op elk blok en één ploeg op elke elleboog. Geef elke ploeg één bal.
- de eerste persoon in elke rij schot en volgt zijn shot, en past deze terug naar de volgende persoon in zijn lijn.
- Na de rebound van de bal geeft de schutter de bal terug naar de lijn waarin ze zich bevonden en draait met de klok mee tot het einde van de volgende spot. Rotaties worden weergegeven in het diagram.
- Alle vier de lijnen werken als een team en houden bij hoeveel gescoorde shots totaal zijn gemaakt
- Benadruk de spelers dat communicatie erg belangrijk is in deze oefening.
- Spelers moeten wedstrijd gebonden passen maken net als hun shots moeten ook op wedstrijdniveau genomen worden
- De tijdslimiet van deze oefening kan worden gewijzigd van vijf minuten naar wat u maar wilt of aantal gescoorde shots
- Ook de plekken op het speelveld waar de spelers vanaf schieten kunnen worden gevarieerd