Basketbaloefeningen
- finger tip boven hoofd voor borst kast.
- rond het hoofd, middel, knie
- maken tussen benen
- bal tussen benen loslaten en wisselen van hand om te pakken zonder bots.
- bal achter de rug over schouder gooien links rechts.
- 10x rechts dribbel 10x links dribbel. hard op de bal duwen en niet naar de bal kijken.
- 2x rechts cross naar links 2x links cross ... Niet naar bal kijken
- Een 8 dribbelen door de benen en bal laag houden.
- Bal achter de rug blijven dribbelen.
- dribbel tussen de benen voor en achter
Allen op 1 lijn (werken tot aan middenlijn, uitlopen tot aan eindlijn, oefening telkens herhalen)
- 2 x joggen
- Skipping benen
- Hielen tegen zitvlak
- Achterste been strekken, voorste been buigen (recht vooruit)
- Achterste been strekken, voorste been buigen (opzij)
- Benen crossen
- Armen zwaaien
- Sprint + stepslide terug
- twee tegen twee.
- de persoon links krijgt de bal en rent om het pion heen,
- de anderen mensen doen precies hetzelfde
- maar dan zijn de middelste de verdedigers en de buitenste de aanvallers.
- Je dribeldt tot de middenlijn terwijl de verdediger je naar een kant stuurt tot de basket-basket lijn en de uit lijn na de middelijn 1v1
- Je slide over de achterlijnen en over de middelijn en over de andere lijnen sprintje.
- Je loopt er twee keer een achtje en dan even rust en dat 3 keer.
- je begint in de hoek
- 6-10 players.
- Passing around the bucket. Practising helpsidedefense.
- Incl. low post cutting along baseline.
- Other basket.
- Player 1 with ball under the basket, roll ball to plater 2. Close-out.
- Player 2 drive to the basket, only over baseline!!!!
- Speler sprint van de hoek-baseline naar de eerste paal.
- Bij de eerste paal een dropstep en slides richting de tweede paal.
- Vanaf de tweede paal achteruit verdedigend voetenwerk naar de derde paal.
- Bij de derde paal een dropstep gevolgd door slides richting de vierde paal.
- Dit doe je totdat je weer bij het beginpunt bent.
Doel:
Probeer met je groep zo snel mogelijk 5 keer te scoren.
Opdracht:
Deel de spelers in 2, 3 of 4 groepjes zodat ze met max. 6 in een groepje zitten. Geef elke speler in elk groepje een nummer van 1 t.e.m. 6. Elk groepje zit in een hoek van het terrein. In het midden liggen 2, 3 of 4 basketballen in hoepels.
Wanneer de trainer een nummer zegt, sprinten de spelers met dat nummer zo snel mogelijk naar het midden, nemen een basketbal en dribbelen naar doel. Ze krijgen slechts 1 poging om te scoren. Na hun doelpoging leggen ze de ballen terug in het midden en nemen terug plaats bij hun groep. De eerste groep met 5 scores wint het spel.
Variaties/gradaties/ differentiaties
Maak het scoren gemakkelijker door een hoepel aan de ring te hangen waar de spelers ook in kunnen scoren. Een score door de ring is dan dubbele punten waard.
Met 3 man op de achterlijn en de middelste heeft een bal.- De middelste passed naar een man en rent achter de bal aan.
- Die passed weer naar de man aan de andere kant en loopt ook achter de bal aan.
- Dit doen ze al lopend naar de basket aan de andere kant.
- Als iemand dicht genoeg bij de basket staat loopt de man een lay-up.
- Die word verdediger en de andere 2 aanvallers, die moeten proberen elkaar met een lange bal zien te bereiken.
- Het doel van de verdediger is de aanvallers niet te laten scoren.
- Als de aanvallers geen score weet te maken moeten ze 5 push-ups doen.
Met 3 man op de achterlijn en de middelste heeft een bal.- De middelste passed naar een man en rent achter de bal aan.
- Die passed weer naar de man aan de andere kant en loopt ook achter de bal aan.
- Dit doen ze al lopend naar de basket aan de andere kant.
- Als iemand dicht genoeg bij de basket staat loopt de man een lay-up.
- Die word verdediger en de andere 2 aanvallers, die moeten proberen elkaar met een lange bal zien te bereiken.
- Het doel van de verdediger is de aanvallers niet te laten scoren.
- Als de aanvallers geen score weet te maken moeten ze 5 push-ups doen.
De spelers verzamelen zich aan de rechter of linkerkant van de middenlijn.
De eerste twee hebben een bal.
Er staan twee vangers onder de basket.
Vanaf de middenlijn dribbel je naar de basket en maak je een lay-up.
De afvanger vangt de bal en passt die naar de eerst volgende in de rij.
Dit doe je tot er 15 keer is gescoord dan wissel je van kant.
- De helft van de basketballers heeft een bal.
- Deze basketballers dribbelen kris kras door de zaal heen.
- Op fluitsignaal pasen ze de bal naar iemand waarmee ze eerst oogcontact hebben gemaakt.
- De pass die ze daar bij gebruiken mogen ze zelf uit kiezen.
- Kies de pass die in die situatie het beste is.
- Sta je dichtbij geef je geen basebal pass.