Basketbaloefeningen

  • 2 Rijtjes met 3 ballen zoals in tekening.
  • De eerste speler in rij met 2 ballen (blauw) begint: hij schiet (jump-shot) en volgt zijn eigen rebound.
  • Terwijl hij zijn rebound neemt schiet de eerste in de andere rij (rood) en gaat achter zijn rebound.
  • De eerste rebounder (blauw) past naar de de eerstvolgende in de rode lijn en sluit aan achter in die rij.
  • Terwijl de rode speler zijn rebound neemt schiet al de tweede blauwe speler, en zo voort.
  • Op tempo laten uitvoeren.
drawing 3 balls Elbow Shooting
  • 2 keer dribbelen
  • 2-foot jump stop
  • pivoteren (links of rechts)
  • borst pass
  • de laatste finisht met een layup
drawing 3 on 0 Full court
  • 2x2 drill (evt 3x3), 
    • no shooting
  • Speler met bal dribbelt (max 2x), 
    • doet een 2-foot jump-stop, pivoteert en zoekt een kans voor pass.
  • De tweede aanvaller doet een hard cut om vrij te lopen en ontvangt een pas.
  • De oefening herhaalt zich.
  • Na een paar passen wisselen: 
    • aanvallers <-> verdedigers
drawing Dribble - Jump stop - Pivot - Pass
Dit rebound spel kan op meerdere manieren gespeeld worden: in teams of als individu. De keuze hangt af van het aantal beschikbare spelers.

Spel 1: Teamvariant
  • Aantal spelers: 5 per basket
  • Teams: Tweetallen (2 spelers rood tegen 2 spelers blauw)
  • Schutter: De vijfde speler (wit)
De schutter (wit) neemt een doelpoging. De twee teams (rood en blauw) vechten om de rebound. Zodra een team de rebound heeft gepakt, probeert het meteen te scoren. Er is slechts één doelpoging toegestaan per rebound.

Puntentelling:
  • Rebound pakken: 1 punt
  • Score maken: 1 punt
Het team dat als eerste 20 punten behaalt, wint de ronde. Daarna wordt er doorgewisseld, inclusief de schutter, zodat er vijf ronden gespeeld kunnen worden.

Spel 2: Individuele variant
  • Aantal spelers: 4 per basket
  • Opzet: 1 schutter, 3 rebounders
De schutter neemt een doelpoging, waarna de overige drie spelers strijden om de rebound. De puntentelling blijft hetzelfde als in de teamvariant, maar de punten worden individueel bijgehouden. De speler die als eerste 20 punten heeft, wint de ronde. Daarna wordt er doorgewisseld.
drawing Rebound spel
2 x 3 opzet
  • 2 paren (verdediger/aanvaller).
  • 1 speler op kop bucket met bal.
  • Pass en zet screen op speler zonder bal.
  •  Speler snijdt bovenlangs.
  •  Zelf ook afrollen.
drawing Pass en screen away
Staand Dribbelen
  • Sta rechtop en begin met dribbelen op één plek. Wissel tussen je dominante en niet-dominante hand, terwijl je zorgt dat je niet naar de bal kijkt. Probeer vervolgens dribbelvariaties: 
    • Pocket Pounds: Dribbel de bal zo hard mogelijk zonder dat hij hoger komt dan je broekzak. Doe dit 50 keer per hand om balcontrole en kracht te trainen.
    • Tussen de Benen Dribbelen: Zet één voet voor de andere en dribbel de bal in een V-vorm tussen je benen door. Verplaats de bal van je ene hand naar de andere om de techniek te verfijnen.
Lopend en Rennend Dribbelen
  • Als het staand dribbelen goed gaat, begin dan met lopen en vervolgens rennen terwijl je blijft dribbelen. Onthoud dat je de bal met één hand laat stuiteren en niet naar beneden kijkt. Varieer in snelheid om je balcontrole te verbeteren.
Dribbelen Rond Pionnetjes
  • Plaats pionnetjes op een lijn of in een willekeurig patroon en dribbel hier omheen. Wissel tussen sliden en sprinten om het gevoel van zijkant naar zijkant bewegen te trainen. Gebruik zowel je dominante als niet-dominante hand om te dribbelen.
Dribbelen met een Ladder
  • Leg een touwladder op de vloer of teken er één met krijt. Dribbel met één stuiter per vlak en beweeg heen en weer door de ladder. Varieer door laterale bewegingen te maken en de bal van links naar rechts te laten bewegen.
De Controle Herpakken
  • Stuiter de bal willekeurig tegen een muur en probeer de controle terug te krijgen zodra de bal terugkomt. Doe dit op verschillende hoogtes en snelheden om je reactievermogen te verbeteren. Een andere optie is om een vriend om wilde passen te vragen, zodat je leert de bal snel onder controle te krijgen.
Niet-Dominante Dribbels
  • Oefen specifiek met je niet-dominante hand door zowel stilstaand, lopend als rennend te dribbelen. Combineer dit met tussen de benen dribbelen om je balgevoel met beide handen te verbeteren.
Tennisbal Oefening
  • Maak tweetallen waarbij beide spelers een basketbal hebben en dribbelen met de rechterhand. Eén van de spelers heeft daarnaast een tennisbal in de linkerhand. 
    • Stap 1: Speler A passt de tennisbal naar speler B, zonder de basketbal te verliezen. Speler B passt de tennisbal weer terug naar speler A.
    • Stap 2: Voeg beweging toe door tijdens het passen te lopen of te rennen.
    • Stap 3: Daag jezelf uit door tijdens het passen van de tennisbal ook van dribbelhand te wisselen.
Doel: De basketbal onder controle houden zonder naar beneden te kijken, terwijl je de tennisbal passeert.
  • Pass, & Close out, balontvangen neemt het shot & eigen rebound
  • Slide naar einde van de kegels
  • Loop rond de kegels en krijg de bal voor een shot
  • Naar 20 gescoorde shots. Daarna aan de andere kant.
drawing Close-out - slide - Shooting uit beweging
Variant  1
  • Pass van 4-spot naar 2-spot. 
  • Na de pass interchange met de 5-spot. 
  • Speler van de 5-spot gaat opposten (boven de blok). 
  • Pass van de 2-spot naar de 5-speler op de post, die gaat afwerken naar doel.
Variant 2
  • Idem, maar nu houdt de 5-speler de bal bij en gaat de 2-speler snijden naar doel. 
  • Die krijgt de pass en gaat afwerken. 
  • Eerst langs boven. 
  • De volgende keer langs de baseline.
drawing Read & React Breakdown drills 3
Fase 1:
  • 1 on 1 situatie.
  • Gebruik de breedte van de bucket en de zijkant van de bucket, gebruik 2 baskets bij een grotere groep.
  • De speler met de bal op de baseline probeert de middellijn te halen zonder turnover.
  • De speler met de bal mag niet met de rug naar de verdediger gaan staan, altijd vooruit dribbelen met heel veel richting en snelheid wisselingen.
  • De verdediger probeert een turnover te forceren.
  • Haalt de aanvaller de middellijn wordt het direct een 1 on 1 naar de basket, 
  • Forceert de verdediger een turnover en hij heeft de bal is het ook direct een 1 on 1 naar de basket.

Fase 2:
  • Nu gebruik je het hele veld en staan er na de middellijn 2 extra aanvallers en 2 verdedigers die ook goed staan te verdedigen. 
  • De speler aan de bal mag pas passen als hij bij de 3 punt lijn komt.
  • Dan is het 3 on 3 op de andere basket.
  • Forceert de verdediger een turnover, gaat hij naar de top van de 3 puntlijn en hebben zijn teamgenoten 2 seconden om aan te sluiten met een strakke defense.
  • Dan is het 3 on 3. 
  • Na een score is het wisselen van aanval en verdediging.
  • Let op de 8 seconden regel!
drawing Handling the ball against pressure drill
  • 2 Teams
  • 1 schutter
  • 1 passer
  • Minimaal 1 rebounder

  • 2 punter is 1 punt
  • 3 punter is 2 punten

  • Speler begint bij 1 van de lage pionnen, 
    • maakt een layup, 
    • loopt door naar de volgende pion 
    • maakt ook daar een layup.
  • Loopt weer door naar het volgende pionnetje aan de andere kant van de bucket en neemt een shot, etc etc.

Bij een score van 15 mag de speler stoppen en kan de ander beginnen.
Of zet de klok op 7 minuten en het team met de hoogste score wint.

De passer staat op de vrijworpenlijn en de rebounders passen de bal naar de passer en die past weer naar de schutter.

drawing Shooting Drill 6 positions
Full-Court 5v5 met Shot Clock (14 sec en 24 sec)

Regels:

  • Wanneer verdediging MTM is gebruikt de aanval motion offense.
  • Wanneer verdediging zone is gebruikt de aanval drive-kick-swing.
  • Coach verteld teams welke defense te doen (MTM of 1-3-1).

Fast-Break Focus:

  • Als de verdediging een steal/deflectie krijgt, moeten ze op volle snelheid gaan.

Coaching Focus:

  • Tempo: Spelers moeten snel aanvallen, maar slimme keuzes maken.
  • Uitvoering: Spelers die rondhangen, rennen suicides na de scrimmage.

  • Bij elk fluitsignaal wisselt offense en defense
  • Iedereen pakt een andere man up. 
  • De bal blijft liggen waar hij lag.
drawing Whistle dril