Basketbaloefeningen
- Doel:
- Reactiesnelheid en 1 tegen 1
- Opdracht:
- Verdeel de spelers in tweetallen en geef ze per tweetal een nummer.
- Wanneer de trainer een nummer zegt, sprinten de spelers met dat nummer zo snel mogelijk naar het midden, pakken de basketbal en dribbelen naar basket voor 1 tegen 1.
- Ze krijgen slechts 1 poging om te scoren. Na hun doelpoging gaat de bal terug naar trainer.
- Je kan ook meerdere nummers tegelijk roepen voor 2 tegen 2, 3 tegen 3 etc.
Deze drill is bedoeld om de spelers te laten werken aan snelheid, conditie en een beetje voetenwerk:
Start in hoek A;
- De speler zullen in een rijtje achter elkaar aan rennen zorg ervoor dat de snelste man/vrouw vooraan staat, zodat deze het tempo bepaald en de rest van de groep hierin mee kan nemen
- Vanuit punt A zullen de spelers over de blauwe lijn naar de achterlijn rennen, vervolgens maken ze over de achterlijn ( de groene lijn) slides tot de bucket lijn, hierna rennen ze achteruit over de rode lijn naar de andere achterlijn, slides over de groene lijn vooruit rennen over de blauwe lijn en nog een keer slides over de groen lijn en achteruit rennen over de rode lijn.
- Dan slides over de gehele achterlijn naar punt A.
- Elke keer dat er langs punt A gekomen word begint de oefening opnieuw, bepaal het aantal herhalingen aan de hand van de conditie van het team en bouw dit naar mate de trainingen op.
- Na een tijdje zou er ook een tijd gehangen kunnen worden aan de oefening bijvoorbeeld binnen 40 sec. 1 keer. Ben je te laat? Push-ups, sit-ups etc.
Op de afbeelding hieronder:
Blauw = vooruit rennen
Groen = slides
Rood = Achteruit rennen
Let op:
- bij de slides goed door de knieën en het niet afraffelen, het gaat erom dat de beweging snel gaat maar vooral ook goed wordt gemaakt;
- laat de spelers met een aantal seconde tussenpozen starten, voornamelijk bij het achteruit lopen gaan ze elkaar anders voor de voeten lopen;
- kijk bij het achteruit rennen vooruit, alsof je kijkt naar de man die je verdedigt;
- dat de lijnen niet worden afgesneden.
- Begin midcourt
- Spelers A met de bal
- Pass naar rechts(links later) B krijgt pass en passed naar C
- B snijdt naar mid 3-point lijn
- Dan versnelling naar rechts om man kwijt te raken (Evt pilon)
- C doet inmiddels 2 powerdribbles omhoog
- Pass naar B
- Draai schouder in en B neemt schot
- A gaat naar pos. B
- B naar C
- C pakt rebound en dribbelt via andere zijlijn naar midcourt
- Alles op tempo
- Tweetallen:
- 3x10 schoten.
- Shot buiten de bucket speler A, speler B rebound.
- Speler A loopt naar midcourt.
- Raakt lijn aan met hand komt terug krijgt de pass.
- Shot. 10x.
- Dan wissel.
- 2e keer bijv naar zijlijn, 3e keer achterlijn.
- Tweetallen tegenover elkaar.
- Afstand vergroten langzamerhand.
- Pass met 1 hand bovenhands op 1 hand teamgenoot.
- Vang met 1 hand en gooi terug. Ga door tot bal valt. Rechts/links afwisselen.
- Zodra dit loopt.
- Twee tallen links en rechtsmidcourt.
- Gooi met 1 hand aan, vang, pass met zelfde hand op insnijdende speler voor lay-up.
- Links/rechts afwisselen.
- Ploeg van 5 brengt de bal op en coach roept een positie of nummer van de speler.
- Bal moet zo snel naar die speler gaan en die moet scoren. (coach kan ook aangeven hoe moet gescoord worden, lay-up, shot, etc.)
- Na shot loopt ander team aan baseline op naar ander half-court en doet zelfde exercise.
- 2 of 4 teams (1 of 2 velden)
- Elk team heeft 1 bal en staat aan de kop van de bucket
- Om de beurt wordt er geschoten
- Schiet je raak dan mag je naar de andere basket om een vrije worp te schieten
- Is deze raak, is het 1 punt.
- Bij 5 punten heeft het team gewonnen
- Eventueel kan je er een conditietraining van maken
- Door als er gemist wordt bij een normaal schot
- Dat er dan naar de achterlijn en terug gerend moet worden
- A loopt de as in en (loopt of om zijn/haar as heen en flatst de bal naar B of geeft een schuifflats naar B).
- B neemt de bal open aan en geeft een weighted push (een push die stopt met rollen) in de loop van speler C
- C neemt de bal mee en versnelt naar de pionnenlijn zonder de bal te stoppen of te vertragen slaat (een heupslag vlak voor de linker voet is de makkelijkste manier om dit te doen) C de bal in de loop van Speler D
- Speler D loopt door de bal heen en neemt de bal sterk aan. Hij loopt door een geeft een backhand flats (HANDEN UIT ELKAAR) naar E
- Speler E neemt de bal in een keer aan en geeft een stuiterballetje in de loop van F die aanneemt en scoort!
- Differentiatie:
- Speler A moet een schuifflats geven op B (de bal van je stick af laten schuiven)
- Doordraaien: je loopt achter je pass aan
- finger tip boven hoofd voor borst kast.
- rond het hoofd, middel, knie
- maken tussen benen
- bal tussen benen loslaten en wisselen van hand om te pakken zonder bots.
- bal achter de rug over schouder gooien links rechts.
- 10x rechts dribbel 10x links dribbel. hard op de bal duwen en niet naar de bal kijken.
- 2x rechts cross naar links 2x links cross ... Niet naar bal kijken
- Een 8 dribbelen door de benen en bal laag houden.
- Bal achter de rug blijven dribbelen.
- dribbel tussen de benen voor en achter
Allen op 1 lijn (werken tot aan middenlijn, uitlopen tot aan eindlijn, oefening telkens herhalen)
- 2 x joggen
- Skipping benen
- Hielen tegen zitvlak
- Achterste been strekken, voorste been buigen (recht vooruit)
- Achterste been strekken, voorste been buigen (opzij)
- Benen crossen
- Armen zwaaien
- Sprint + stepslide terug
- Two lines,
- one a meter behind mid-court,
- other behind circle on defense side.
- Two balls in middle
- Two hard dribbles, jump stop, pass for layup.
- twee tegen twee.
- de persoon links krijgt de bal en rent om het pion heen,
- de anderen mensen doen precies hetzelfde
- maar dan zijn de middelste de verdedigers en de buitenste de aanvallers.