Basketbaloefeningen
- Spelers verdelen zich over de bucket.
- Daar tegenover komen verdedigers te staan.
- Aanvallers gaan 8 tot 10 pasjes -strak- verzorgen terwijl defense er tussen probeert te komen.
- Aanvallers mogen in outs maken maar geen screens zetten. Blijven dus echt op eigen positie staan.
- De aanvaller met de bal mag maximaal 1 dribbel maken om de bal bij zijn teamgenoot te krijgen en een goede pass te verzorgen.
- Na 8 tot 10 verzorgde pasjes is er een scoringspoging waarna aanval en verdediging wisselt.
- Spelers verdelen zich over 2 baskets.
- Iedere speler schiet steeds 2 vrije worpen.
- Na de vrije worpen ongeacht raak of mis rent de speler een sprintje op en neer over het hele veld. Belangrijk is dat ze goed aanzetten en 100% geven.
- Na het sprintje gaan ze terug naar de vrije worp lijn en schieten weer 2x vrije worpen.
Belangrijk is dat spelers hun conditie opbouwen en een wedstrijd simuleren waarbij ze tijdens hun vrije worpen ook rust moeten nemen terwijl ze moet zijn.
- Spelers beginnen met linker lay ups.
- Het aantal aanwezige spelers maakt uit hoeveel ballen er raak gaan.
- Eerst wordt er warm gelopen waarna er na enige tijd 30 ballen raak gegooid worden.
- Na de 30 lay-ups raak, gaan ze direct over in 20 jump shots raak. Deze schoten worden vanuit mid-range geschoten.
- Als dit gedaan is, wordt er van kant gewisseld.
- Eerst weer warm draaien waarna ook daar weer de 30-20 ballen raak gegooid worden.
- 2 spelers starten op de kop van de paint.
- Tussen beide staat een stoel met een bal.
- Ze sprinten eerst naar de baseline, wie eerste bij de bal is mag in de paint aanvallen.
- Gaat net zo lang door tot er score is.
- 3 man starten op de baseline.
- 4e man staat rond de strafworplijn en gooit de bal naar de ring.
- De 3 gaan voor zich rebounden en proberen de bal er in te gooien.
Score is een punt maar de bal na scoren rebounden is ook een punt.
Wie het eerste bij de 5 is, wisselt voor de shutter.
Mag fysiek zijn.
Wie het eerste bij de 5 is, wisselt voor de shutter.
Mag fysiek zijn.
4-4
- Aanvaller met bal mag niet met een voet in de Bucket komen.
- Aanvaller mag alleen 3-punter schieten als hij vrij staat.
- 1 punt voor voet in de Bucket en 1 punt als 3-pointschot de ring raakt.
- Na 20 seconden, interceptie of punt van aanvallers wisselen aanval-verdediging.
2 spelers starten op baseline.
- Ze sprinten naar elbow en achteruit weer naar baseline,
- Vandaar SLIDES naar corner baseline en dan een sprint naar de zijlijn ander kant.
- Start met huppelen.
- Kruis loop.
- Kruis loop met stop en doorbuigen en terug-doorbuigen.
- Voet naar knie.
- Knie naar borst.
- Kikker-jump.
- Armen vooruit en gestrekt been naar voor zwaaien, gelijk naar handen.
- Zelfde beenzwaai maar dan doorzwaaien naar achter.
- Lunge: rechtervoet achter dan met linkerhand de rechterhak aantikken.
- Na 2 SLIDES lunches positie en dan torso doordraaien naar links en rechts.
- Rechtervoet naar achter en met linkerhand beetpakken, dan linkerhand ver omhoog.
- Rechtervoet naar achter en met linkerhand beetpakken, dan linkerhand vooruit steken.
- Achteruit met opgetrokken knieën, na 3 backs, doorzakken.
- Lang maken met beide armen en dan door knie zakken op 1 been, daarna SLIDES step.
- 2 spelers starten in corner baseline.
- Sprinten naar elbow van de paint, daar draaien ze een rondje.
- Van daaruit naar middellijn - zijlijn en daar ook een rondje
- Dan naar elbow paint andere zijde, rondje en dan naar corner.
2 spelers op de strafworplijn staan met gezicht naar basket 2 op baseline.
- Op signaal sprinten zij naar baseline achteruit.
- Strafworplijn sprinten vooruit maar tikken eerst de baseline aan.
nummer 1 tot 3 dribbelen in de paint en maken fakeshot met een outpass.
Bal komt weer bij 1 en die loopt layup, nummer 3 wordt 1 en 4 wordt 2.
Bal komt weer bij 1 en die loopt layup, nummer 3 wordt 1 en 4 wordt 2.
8 spelers in een cirkel, 2 teams van 4.
- Coach passt de bal naar een speler.
- 2 naaste verdedigers dubbelteamen hem,
- Overige 2 verdelen over de 3 aanvallers.
React en rotate zijn erg belangrijk.