Basketbaloefeningen
- Spelers staan achter elkaar opgesteld aan het hoedje rechts op de baseline, elk met een bal.
- Op teken van de coach begint de 1ste speler te dribbelen met de rechterhand
- Als de dribbelende speler een hoedje tegenkomt slaat hij/zij links af en dribbelt verder tot aan het volgende hoedje.
- Bij het volgende hoedje slaat de speler opnieuw links af.
- Dit wordt verder gedaan zodat alle hoedjes bereikt worden en uiteindelijk de speler terug op de beginpositie uitkomt.
- Als alle spelers de oefening gedaan hebben, dan starten we terug op de baseline, nu aan de linkerkant en herbeginnen de oefening nu met dribbelen met de linkerhand en aan elk hoedje rechts afslaan.
- Spelers mogen vertrekken als voorganger het eerste hoedje bereikt.
- Progressie ... een groep links en een groep rechts laten vertrekken zodat ze elkaar onderweg tegen komen en dus meer moeten opletten voor de andere spelers waardoor ze verplicht zijn 'niet' naar de bal te kijken.
- Tip: als je veel spelers hebt (12 of meer) kan je de oefening laten uitvoeren aan beide kanten van het terrein (je legt dan de hoedjes aan beide kanten van het terrein én in plaats van de hoedjes op de middenlijn te legen, leg je de hoedjes iets naar achteren zodat beide groepen kunnen dribbelen zonder elkaar te storen. In dit geval het je 16 hoedjes nodig en uiteraard 16 ballen (elke speler heeft een bal nodig).