Gymlesoefeningen
- Één kind is de tikker (agent), de rest van de kinderen zijn de lopers (boeven).
- De tikker gaat op het startsignaal alle lopers proberen te tikken.
- Als een loper is getikt geeft de agent een hem een hand en brengt hem naar de gevangenis.
- Als alle lopers in de gevangenis zitten is het spel afgelopen en kiest de tikker een nieuwe tikker uit.
- In boevenstad zijn boeven ontsnapt.
- De tikker (de agent) krijgt een lintje om en probeert zo snel mogelijk de lopers (de boeven) te tikken.
- De boeven proberen vrij te blijven door weg te rennen.
- Als alle hoepels (cellen) vol zijn, is het spel afgelopen.
- Dan kiest de agent een nieuwe agent.
- De agent geeft het lintje aan de nieuwe agent en alle boeven zijn weer vrij
- Verdeel de groep in vier kleine groepjes van minimaal 3 kinderen.
- Elke groep staat bij een hoepel met 4 verschillende attributen erin.
- Ze spreken samen af welk attribuut ze gaan verzamelen en wie waar heen gaat.
- Bij het startsignaal rent de groep uit elkaar allemaal naar een andere hoepel toe van de andere teams en halen hun attribuut op dat ze hadden afgesproken.
- Ze mogen maar 1 attribuut halen en brengen dat naar hun eigen hoepel, daarna mogen ze weer wat gaan halen.
- Niemand kan hun tegenhouden of tikken.
- Alle andere teams proberen hetzelfde.
- Het team dat als eerste een kwartet heeft, heeft gewonnen.
- Ze leggen het kwartet uit de hoepel en gaan erbij zitten.
- De andere teams kunnen doorspelen voor de 2e , 3e en 4e plek.
- Aan het eind van het spel laat je de teams de attributen weer goed verdelen, zodat er opnieuw gespeeld kan worden.