Iedere 7 minuten ongeveer, schuiven de duo's door.
Duo's die niet in vak 1 of 3 bezig zijn, spelen een spel in het middenveld.
Vak 1 bij Doel 1: https://www.youtube.com/watch?v=M-G7p5dPeQo&t=320s
Reflex voor het voetenwerk. Keeper staat in het midden van het doel, met een kist 2 meter voor de keeper. Achter de keeper spelen we tennis ballen tegen de kist en we reageren met de voeten naar de bal.
Keeper staat in het midden van het doel, met een kist 2 meter voor de keeper. Achter de kist zit de trainer met circa 15 tennis ballen. Hij gooit deze half verstopt achter kistje overal in het doel. De keeper stopt deze op reflex.
Keeper staat in het midden van het doel, met een kist 2 meter voor de keeper. Achter de kist zit de trainer met circa 15 tennis ballen. Hij gooit deze links of rechts langs het kistje. Zo is het deels al reflex met deels een blok ervoor. De keeper stopt deze op reflex.
Bij Doel 2:
Oog/hand coördinatie rechts en links hoog
5x rechts hoog van midden doel, variëren in hoe ver bal gespeeld wordt. Erna links
5x rechts hoog iets links van midden, langere weg en zetten we agressiever af. Erna links
Zowel aan de zijkant van doel 1 als 2:
De keeper staat 3 meter van de muur,
de trainer staat achter deze keeper, en gooit ballen tegen de muur.
de keeper moet zorgen dat de ballen gestopt worden.
Midden
In het midden voor Yogabal gespeeld.
Met verschillende ballen proberen de spelers de yogabal te veranderen van richting en over de lijn van het andere team te krijgen.
Baken het gebied af met banken.
Zet op de bank een score bord om de punten bij te houden.
Na iedere 5 punten bedenkt de winnende de partij een kracht/stabiliteits opdracht voor de verliezende partij.
Wanneer je ziet dat motivatie wegzakt, kan trefbal ingezet worden.
Doelstelling: Dit is een voorbereidende oefening voor een passeeroefening. In dit geval oefenen met draaien.
Voorbereiding:
duo's maken: verdediger en aanvaller
per duo 1 mat en 1 bal
Regels:
de aanvaller moet proberen de bal op de mat te leggen.
lukt dat: een punt
lukt dat in 2 pogingen niet: een punt voor de verdediger
na een punt wisselen van rol
na een paar minuten wisselen van partner
de speler met het hoogste aantal punten wint.
Aandachtspunten: Technisch: Aanvaller:
goed voetenwerk: veel heen en weer bewegen.
snelheid
Verdediger:
schuiven: probeer de loopweg te verhinderen.
aanvaller niet aanraken.
Tactisch: Aanvaller: probeer om de verdediger heen te draaien. Verdediger: meebewegen met de aanvaller, proberen te voorkomen dat de aanvaller de bal op de mat drukt.
Fysiek/emotioneel:
Probeer verschillende passeervariaties uit.
Niet vastpakken, niet klemmen.
Op tijd doorwisselen naar nieuwe partner.
Moeilijkheidsgraad aanpassen:
In eerste instantie de spelers zelf uit laten vinden hoe te passeren.
Na een paar minuten evt. stilleggen en wijzen op de passeermogelijkheid via een draai, zoals in de vorige oefening al geprobeerd om de paaltjes heen.
mat evt. vervangen door pionnen ernaast en de afstand vergroten, verkleinen.
wordt 1 van de 10 x vangen in een draai gevangen dan een extra punt
bal mag niet uit hand worden geslagen
bal mag niet doorgegeven worden
Aandachtspunten: Technisch: Aanvaller: vrij samenspelen en in beweging zijn als je de bal ontvangt Verdediger: bal onderscheppen (instappen wanneer speler bal heeft, terugstappen als bal is gespeeld), geen contact maken
Tactisch:
Verdediger: dichtbij de aanvaller blijven Aanvaller: zoveel mogelijk bewegen en vrij lopen en kijk goed naar welke teamspeler er het beste voor staat
Fysiek/mentaal: onder druk (aantal behalen) nauwkeurig blijven spelen
Variaties: * verplicht 1-op-1 verdedigen * bal vervangen door een kleinere bal * ieder team heeft een 'joker'. Als deze de bal vangt bij 10 dan 2 punten. * verplicht in beweging ontvangen * is 10 te moeilijk starten met aantal van 5 * laat jij de bal vallen, dan sprint je naar de muur en terug
Kinderen gaan in een rijtje een rondje rennen als de trainer de naam van de achterste zegt gaat de achterste van het rijtje naar voren proberen te sprinten
(speler rood gaat naar voren.)
extra: Sprong - Alle kinderen springen op hun plek grond - Alle kinderen raken de grond aan.
Maak groepjes van 3 (en eventueel een groepje van 2).
Baken een gebied af (tussen twee lijnen of geef dit aan met hoedjes).
Zet de spelers in een rijtje, tegenover elkaar.
3de speler staat tussen hen in.
3de speler rent tussen de twee lijnen in een ritme die hij/zij zelf bepaalt. Lijnen hoeven niet iedere keer aangeraakt te worden en mag ook voor gekozen worden om korte en lange bewegingen heen en weer te maken.
De andere twee volgen in spiegelbeeld en in snelheid de middelste speler.
Wissel na een aantal minuten van plek.
Aandachtspunt:
maak groepjes van actieve en minder actieve spelers samen.
Wil je een oefening toevoegen aan een training?
Je kunt eenvoudig oefeningen toevoegen aan een training. Registreer je gratis en maak direct een training aan. Je kunt vervolgens ook een team aanmaken met bijbehorende team agenda en wedstrijden, zelf oefeningen maken, gebruik maken van de tekentool, zoeken in alle oefeningen en meer... Kijk snel verder.