Handbaloefeningen voor de techniek balcontrole

  • Voor de conditie is dit een goede oefening: 
  • De groep moet in een rij gaan staan en je laat ze rustig beginnen met dribbelen. 
  • Zodra de trainer op zijn fluit blaast moet de laatste van de rij naar voren rennen. 
  • Dit doe je totdat iedereen is geweest en dan laat je ze het rondje uitlopen. 


ladderen

1. Begin in de startpositie met het gezicht naar de loopladder toe.

2. Stap met uw linkervoet in het eerste vakje van de loopladder en sluit uw rechtervoet bij (zorg er voor dat uw hakken de grond niet raken).

3. Ga vervolgens voorwaarts op bovenstaande manier de loopladder door.

4. Wissel de startvoet om de beurt af.

5. Probeer ook een om de oefening andersom uit te voeren, u begint dus met uw rug naar de loopladder toe.

ladderen1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Spring met beide voeten tegelijk voorwaarts waarbij uw linkervoet naast het eerste vakje van de loopladder belandt en uw rechtervoet in het eerste vakje. U maakt als het ware een ski beweging.
3. Spring gelijk door waarbij uw linkervoet nu in het eerste vakje van de loopladder landt en uw rechtervoet naast het tweede vakje van de loopladder.
4. Zorg er voor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent.

ladderen
1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Deze oefening wordt enkel uitgevoerd met 1 voet. Spring met uw linkervoet in het eerste vakje en hinkel vervolgens schuin naar voren waarbij uw linkervoet naast de tweede trede van de loopladder landt.
3. Hinkel naar het tweede vakje en hinkel schuin naar voren waarbij u nu rechts naast de derde trede landt. 

4. Zorg er voor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent, let echter wel goed op uw houding en land enkel op de bal van uw voet (dus de hak raakt de grond niet aan).
5. Wissel de startvoet af.

ladderen1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Spring met beide voeten in het eerste vakje van de loopladder en spring gelijk schuin naar voren waarbij uw voeten naast de tweede trede van de loopladder landen.
3. U sprint door naar het tweede vakje van de loopladder en springt nu schuin naar voren maar landt nu rechts naast de trede. U maakt dus een zigzag beweging.
4. Zorg ervoor dat u aan het einde van de loopladder op volle snelheid bent.

ladderen1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.

2. Stap met uw rechtervoet in het eerste vakje van de loopladder.

3. Ga met uw linkervoet achter uw rechtervoet langs en plaats deze naast het eerste vakje van de loopladder schuin achter uw rechtervoet. 

4. Plaats uw rechtervoet naast het eerste vakje van de loopladder naast de linkervoet.
5. Stap met uw linkervoet in het tweede vakje van de loopladder en ga nu met uw rechtervoet achter uw linkervoet langs en plaats vervolgens uw linkervoet weer naast de rechtervoet.
6. Vervolg deze stappen voor de gehele loopladder.


ladderen1. Begin in de startpositie met uw gezicht naar de loopladder toe.
2. Stap met uw linkervoet in het eerste vak van de loopladder en sluit uw rechtervoet bij in het eerste vakje van de loopladder.
3. Zodra uw rechtervoet in het eerste vakje van de loopladder landt verplaatst u uw linkervoet naast het eerste vakje van de loopladder.
4. Spring met uw rechtervoet recht naar voren zodat deze in het tweede vakje van de loopladder uitkomt en sluit uw linkervoet bij.
5. Zodra uw linkervoet is aangesloten springt u met uw rechtervoet naast het tweede vakje van de loopladder.
6. Vervolg de bovenstaande stappen voor de rest van de loopladder.

  • 2 groepjes  gaan in een rij staan achter een pylon
  • Iedereen heeft een bal
  • Een voor een Dribbelend heen, 3 pas stuit terug
Of: 
  • Dribbel-slalom om pylonnen  heen
  • Achter de pionnen gooien op  een tchouk, 
  • Dribbel-slalom terug
  • Maak tweetallen
    • verdelen in groep 1 en groep 2
  • Op de middellijn staat groep 1 naast elkaar met 1 meter tussen elkaar groep 2 tegenover groep 1

  • 1: Overspelen naar elkaar 20 x uit stand {goed opletten of de bal goed gevangen wordt}  
    • Als de bal valt naar de achterlijn rennen en op nieuw beginnen. 3 x herhalen
  • 2: Bal met de verkeerde hand spelen  20x {actief  aanwijzingen geven}  
    • Als de bal valt naar de achterlijn rennen en op nieuw beginnen. 3 x herhalen
  • 3: Bal uit de loop aanspelen 20x {actief  aanwijzingen geven}  
    • Als de bal valt naar de achterlijn rennen en op nieuw beginnen. 3 x herhalen

  • 1 Verdediger op de 9 meter tussen 2 pionnen
  • 1 Pion dicht bij de middellijn
  • 1 Aangooier
  • De rest van de kinderen in de hoek in een rij

  • De speler rent richting pion aan de middellijn en 
    • Krijgt de bal aangegooid van de aangooier, 
    • Dribbelt met de bal naar de verdediger, passeert, 
    • Rond af met een schot en 
    • Gaat verdedigen 
  • de verdediger pakt de bal en sluit achteraan in de rij.



drawing Tactiek
  • 3 Spelers gaan schuifelen tussen de 6 meter en de 9 meter lijn, 
  • Als het signaal word gegeven gaan ze lopen.
  • De middelste speler krijgt de bal aangespeeld door de keeper en speelt de bal vervolgens naar links of naar rechts. 
    • uiteindelijk kan er voor gekozen worden een wisseltje te maken.
  • De aanvallers ronden af bij de keeper.
  • Het doel van de buitenste opbouwers is om breed weg te lopen waardoor ze veel ruimte creëren voor zichzelf en de rest van het team.
  • Als er is afgerond blijven de spelers wachten aan de andere kant tot dat iedereen is geweest en dan doen ze hetzelfde.
  • Na een tijdje komen er 2 verdedigers. zij proberen de bal vroegtijdig te onderscheppen.

drawing snelle tegenaanval
2 tallen, 1 bal en 1 tennisbal
  • Tennisbal links naast je opgooien op 2 meter
  • Bal ontvangen van speler 2 en terug werpen
  • Tennisbal links vangen voor de 2e stuit
  • Tennisbal rechts naast je opgooien op 2 meter
  • Bal ontvangen van speler 2 en terug werpen
  • Tennisbal rechts vangen voor 2e stuit
  • Etc.

drawing snelle voeten
  • Maak met alle spelers een grote kring
  • Start met twee ballen en moet naar elkaar worden overgegooid en steeds 1 persoon in de kring overslaan.
  • Steeds een extra bal in het spel brengen.
  • Let op:
    • Goede arm positie, 
    • Goed op de voorvoeten staan, juiste been voor. 
    • Goed vangen met driehoekje achter de bal. 
    • Goede passing.

  • 2 Spelers gooien de bal in goed tempo over
  • Om de beurt probeert de speler hem te onderscheppen en maakt direct af op goal. Niet stoppen maar direct op snelheid doorgaan
  • Keepers verdelen zich over 2 goals zodat er snel achter elkaar door gegaan kan worden

drawing onderscheppen
  • Overgooien recht, steeds verder uit elkaar
  • Stuiten weer dichter bij elkaar
  • Hoog gooien, springend vangen (met null pass) steeds verder uit elkaar
Dit spel kan gespeeld worden als eindspel maar ook gedurende de training en als warming-up, hierdoor is het aantrekkelijk, zeker aangezien je het goed kan differentiëren en veranderen.

  • Er worden 2 teams gemaakt in een vak van ongeveer 10 bij 10.
  • één team begint met de bal, het doel van dit team is om de bal 10 keer over te spelen naar een teamgenoot.
  • Het doel van het andere team is om de bal te onderscheppen om uiteindelijk 10 keer over te passen.

Dit spel is er in verschillende situaties.
Voorbeelden zijn:
  •  Veld groter/kleiner
  •  Andere manier van passen (MOET via stuit, MOET door de lucht).
drawing tienbal
  • 4 spelers staan in een vierkant. 
  • Er is 1 bal. 
  • Een speler gooit naar een andere speler en loopt gelijk naar die positie. 
  • De speler die de bal heeft ontvangen doet hetzelfde.  
  • Zo blijft er voortdurend beweging. 
    • Maak duidelijk dat behalve de startspeler, iedereen steeds maar 2 keuzes heeft.
    • Eventueel als wedstrijdje tussen groepjes.