Handbaloefeningen voor de techniek balcontrole

  • Onderling partijtje,
  • indien nodig spel stilleggen en laten kijken naar posities, 
  • wie staat waar en welke keuze maak je om de bal naartoe te spelen

Ga in een grote cirkel staan.

  1. Begin met 1 bal. 
    • Speel op tempo rond met de klok mee. 
    • Voeg steeds een bal toe. 
    • Wie de bal laat vallen moet 10x opdrukken
    • Ook tegen de klok in rondgooien.
  2. Speler A heeft de bal. 
    • Speler B start naar binnen in en krijgt de bal van speler A, 
    • speler  C start in en krijgt de bal van speler B etc. etc.
  3. Als 2. 
    • Maar..... 
    • Als speler A de bal naar speler B gepast heeft 
    • rent speler A zo hard mogelijk met de klok mee buiten de cirkel om weer terug naar zijn / haar positie voordat de bal daar weer is aangekomen. 
    • Speler A speelt weer gewoon naar speler B en als speler B de bal naar speler C gepast heeft rent speler B zo hard mogelijk met de klok mee buiten de cirkel om etc. met speler D, E, F, G etc. etc.
  • 1 iemand op de linkeropbouw (kan uiteraard ook een andere positie zijn) en deze moet binnen 1 minuut (of langere tijd) zoveel mogelijk schieten op het doel.
  • De rest van de spelers verzamelen ballen en een speler speelt steeds de ballen aan.
  • Schieten van de linkopbouw achter elkaar door.
  • Bijhouden hoevaak de speler heeft gescoord.
  • Als je hebt geschoten moet je achterwaarts weer naar je positie lopen. Doorwisselen totdat iedereen is geweest.


Variatie:

  • Verschillende manieren van aanlopen (dus iets naar binnen of naar buiten enzovoort)
  • Verschillende schoten (onderhandse worp, knik worp, uit de loop enzovoort)
  • Meer dan 1 positie gebruiken
  • Penalty's ook wel strafworpen oefenen. 
  • let goed op de voet dat deze niet op of over de lijn staat en dat ze deze laten staan.
  • Rood brengt de bal op naar de overkant en probeert te scoren.
  • Tweetallen starten vanaf de achterlijn.
  • Op het moment dat rood een doelpoging onderneemt mag groen al starten om oom een breakout te scoren aan de overkant.
  • Rood verdedigt dan terug.
  • Als groen een doelpoging heeft genomen moeten zij weer terug o de de andere twee rode spelers te verdedigen.
  • Deze zijn uiteraard gestart op het moment dat groen een doelpoging heeft ondernomen.
  • Deze oefening kan dus in stroomvorm door blijven gaan, omdat de spelers steeds weer terug komen aan hun eigen kant.
  • Je kan dit doen op tijd( welke groep heeft de meeste doelpunten gemaakt?) of je kan kiezen voor wie heet zo veel doelpunten heeft gemaakt.


scoren-bij-tegenstanders-2

  • 2 tallen van de eigen 6 meter gebied de bal opbrengen.
  • Op je eigen helft kom je 1 verdediger tegen (blijft alleen op deze helft van het veld).
  • Op de andere helft van het veld kom je 2 verdedigers tegen, maar heb je aanvallend ook een circelloper. 


2-tallen-handbal-2

  • Linker speelster uit het muurtje speelt pass naar in startende MO,
  • alle speelsters uit het muurtje plaatsen sper op de overeenkomstige verdedigsters
  • MO zet druk rechts naast MA-l,
  • waardoor MA-l mee gaat en er extra ruimte ontstaat aan de cirkel,
  • MO speelt pass naar achterlangs in startende RO
  • RO maakt gebruik van de ruimte en rondt af met sprongworp.


wissel-en-sprongworp-1

  • Tweetal speelsters (b.v. CS en MO) staan vlak bij elkaar op de vrije worplijn.
  • De binnenste speelster (MO) speelt pass naar in startende LO, de buitenste speelster (CS) start in en plaatst een sper links op MA-r
  • LH zet druk links van HR, LO zet druk rechts naast HR, waardoor er ruimte ontstaat aan de cirkel, MO maakt gebruik van de ruimte, LO speelt pass naar MO
  • MO rondt af. 


hongaarse-9-meter-worp-2

  • De speelsters stellen zich op zoals op tekening is aangegeven.
  • Vlak voor het nemen van de vrije worp start LO in naar het midden, speelster (uit muurtje) speelt pass naar MO, muurtje zet achterwaarts sper op verdedigingsblok
  • MO zet druk links van UR en speelt pass naar in startende RO
  • RO maakt gebruik van de ruimte en rondt af.


in-startende-opbouw-2


  • 2 tallen overgooien. 
  • Steeds een stapje verder uit elkaar en overspelen zonder boog
  • Speelsters op twee opbouw posities. 
  • Trainer in het midden binnen de 9-meter lijn. 
  • Rechter opbouw speelt de bal naar trainer en loopt richting het doel voor de trainer langs. 
  • Krijgt ondertussen de bal van de linker opbouw en rond af op doel. 
  • Linker opbouw start na afspelen ook voor de trainer langs. 
  • Linker opbouw ontvangt de bal van trainer en rond af op doel. 
  • Linker speelster uit het muurtje speelt pass naar MO, alle speelsters uit het muurtje gaan achterwaarts en plaatsen een sper op een de overeenkomstige verdedigster.
  • MO speelt pass naar in startende LH
  • LH zet druk rechts naast HR en speelt pass naar in startende MO
  • MO rondt af


doorbraak-met-sper-en-pass-1