Handbaloefeningen voor de techniek conditie
- 1 speler verdedigt met de armen achter de rug een hoedje.
- De andere speler probeert met de bal het hoedje te raken.
- Speciale aandacht voor het voetenwerk!
- 2 keepers
- 2 spelers op de cirkel, gooien de bal naar de trainer.
- Spelers gaan lopen, krijgen de bal van de trainer en gaan al overspelend naar de overkant om af te ronden. Eventueel met beweging naar binnen.
- In 2 groepen.
- Iedereen dribbelt binnen de 9 of 6 meter.
- Er zijn 1 of meerdere dribbelende tikkers.
- Ben je getikt, dan ben je pas weer vrij als er een bal onder je benen is doorgespeeld.
- Let op, wordt je getikt terwijl je geen bal hebt, speciale opdracht! Met 2 benen over een rijtje hoedjes of hordes springen, etc.
Gebruik soft ball
Spelvisie
Spelvisie
- 5 spelers in het veld zonder vaste keeper.
- Men streeft naar maximaal 2 wissels per team.
- Alle spelers gaan samen in de aanval.
- Wanneer tegenstander balbezit heeft, gaat iedereen terug naar eigen helft.
- Degene die als eerst bij de cirkel komt kan op doel gaan staan.
- De verdediging is verplicht offensief op eigen helft.
- Scoren mag alleen vanaf helft van de andere partij.
- Het doel van verdedigen is de bal veroveren.
- Persoonlijke dekking van een speler is niet toegestaan.
- Coaches zijn spelleiders, zij leggen regels uit, maar straffen niet.
- Aanvaller krijgt na fout de bal terug en mag het opnieuw proberen.
- Bal aangooien vanaf hoedje naar trainer, die gooit terug.
- Dribbelende naar 4 dubbele markers.
- Daar met 2 benen overheen springen met bal.
- Gelijk haaks daarop om 6 markers heen lopen met bal.
- Lopen naar 3 gemarkeerde stappen.
- Daarna bal afspelen naar trainer, doorlopen, bal vangen en afronden op doel.
- Daarna zig-zag dribbel om hoedjes.
- Eventueel dummy in doel - 2 palen met hesje.
2 of 3 spelers per positie.
Hoedjes aan begin en eindpunt.
Hoedjes aan begin en eindpunt.
- Speler gaat in rugwaartse krabpositie met bal op de buik naar de overkant.
- Speelt de bal terug naar de volgende en sluit weer aan in de rij
- Bal aangooien vanaf hoedje naar trainer, die gooit terug.
- Dribbelende naar 4 dubbele markers.
- Daar met 2 benen overheen springen met bal.
- Gelijk haaks daarop om 6 markers heen lopen met bal.
- Lopen naar 3 gemarkeerde stappen.
- Daarna bal afspelen naar trainer, doorlopen, bal vangen en afronden op doel.
- Daarna zig-zag dribbel om hoedjes.
3 hoedjes op 9 meter 3 hoedjes daar weer 2 meter vanaf.
Speler loopt van 11 naar 9 meter, achterwaarts weer terug en weer voorwaarts naar 9 meter.
Daar gooit de speler over naar andere opbouwer met achtereenvolgens:
Speler loopt van 11 naar 9 meter, achterwaarts weer terug en weer voorwaarts naar 9 meter.
Daar gooit de speler over naar andere opbouwer met achtereenvolgens:
- sterkworp
- sprongworp
- zijwaartse worp
Belangrijk, lichaamshouding/ blik vooruit, pas op het laatste moment indraaien.
Opstellen 2 maal hoedjes in een tot ruit gedraaid vierkant, circa 4 meter breed.
Spelers staan in 2 groepen in een rij achter een lijn.
Spelers staan in 2 groepen in een rij achter een lijn.
- Ze gaan rennen naar het gedraaide vierkant.
- Tikken eerst het achterste hoedje aan.
- Lopen achteruit !
- Tikken het voorste hoedje aan.
- Daarna rechts en links en terug.
Zo gauw de speler de lijn is gepasseerd, mag de volgende.
Circuit:
- Zig-zag partoon met platte markers: voor en achteruit lopen, let op lichte pas, vooral voorvoet.
- Dribbel daarna naar:
- Doeltje aan zijkant naast middellijn, zet er een bank voor. Maak sprongschot.
- Links van het doel 5 pionnen: dribbelslalom
- Maak koprol op de mat.
- Vervolgens naar rechts, staat een pion op 6 meter, zeer schuin voor het doel. Maak sprongschot op 2 pionnen die in het doel staan.
- Beide kanten starten met een medicijnbal in gestrekte armen uit te stappen op de pionnen.
- Als je terug in de hoek bent ren je naar de bank, daar pakt je een bal en sprint met twee benen tegelijk op de bank.
- Bij het afspringen van de bank staat de bank tussen je benen.
- Je heb je arm in schothouding.
- Als je de hele bank hebt gehad neem je drie passen en schiet je op doel.
- Snel de bal weer halen en dan in de hoepels springen met twee benen in elke hoepel.
- Dan schiet je weer op doel en haal je de bal.
- Open zwaaien (armen van links naar rechts, been beweegt mee), steeds iets verder zwaaien
- Armen zwaaien en dribbelen (voor en achter en tegenovergesteld)
- Monsterwalks - laag zitten 10 passen voor, 10 passen naar achter
- Crabwalks (idem maar zijwaarts) let op knieën
- Duckwalks (nog lager) 5 passen
- Dribbelen en naar number 4 (1 been op knie en afwisselen)
- Hhigh knees, 10 passen
- Lunge (1 been naar achteren) en bovenlichaam roteren - wisselen
- Lunge - heup naar voren, armen gestrekt omhoog - daarna schuin naar voren hangen - daarna hammy rocken (hamstrings, tenen omhoog)
- Ruitenwisser - zittend, benen gespreid, steeds 1 knie naar binnen, 1 knie naar buiten bewegen
- Daarna aan 1 kant doordraaien en vasthouden
- 1 been achter, 1 been voor, eerst gehoeekt, buigen naar knie
- daarna gestrekt en weer buigen en voet vastpakken
- daarna in deze houding arm in en uit draaien
- Planking, voorwaarts en zijwaarts met uitdraaien
- 123 in T vorm (voor links rechts achter / voor rechts links achter)
- Squat jumps (kort)
- Sprongen - 123 hoog (met 2 benen en met 1 been- ook landen op 1)
- Pogo- squat of squat links/rechts (snap-down)
- Push-up 4 keer side
- Vierkantje - voor - achter zijwaarts - voor-achter- zijwaarts, etc.