facebook pixel

Handbaloefeningen

  • 4 pionnen, voor 2 startpunten en hoekschot / zijschot.
  • 2 startplekken, in hoek en voor, links of rechts.
  • 1e station: In hoek bal via grond aan-stuiteren of gooien, dan laten indraaien en ver sprongschot - keeper uit laten lopen.
  • 2e station vanaf zijlijn, bal aangooien en sprongschot
Aan de overkant in spiegelbeeld om andere hoek te oefenen.

  • 5 spelers staan op de 6 meter en houden elkaars handen vast.
  • 1 aanvaller probeert er al dribbelend langs te komen, en af te ronden.
  • Simpele oefening om 't meebewegen te oefenen
  • 2 stations - steeds aanvaller wisselen.
2 spelers 1 op 6, ander op circa 11 meter

  • Aanvaller loopt op verdediger af, maakt werpbeweging, maar wordt afgeweerd.
  • Aanvaller loopt achteruit, en probeert er dribbelend voorbij te komen en af te ronden.
  • Verdediger probeert de bal te onderscheppen.
Kan op zeker 8 stations.
Opstellen 2 maal hoedjes in een tot ruit gedraaid vierkant, circa 4 meter breed. 
Spelers staan in 2 groepen in een rij achter een lijn.

  • Ze gaan rennen naar het gedraaide vierkant. 
  • Tikken eerst het achterste hoedje aan. 
  • Lopen achteruit ! 
  • Tikken het voorste hoedje aan. 
  • Daarna rechts en links en terug. 
Zo gauw de speler de lijn is gepasseerd, mag de volgende.
Op 3 posities, binnen de 9 meter, markeercirkels neerleggen. 
  • 2 voor de null-pass, daarna rechts-links-rechts of links-rechts-links. 
  • Niet springen
  • Op 1 been staand eindigen en naar voren vallen mag.
  • Opstellen volledig team aan ene kant, team zonder keeper aan andere kant.
  • De spelers gaan aanvallend verdedigen en blijven letten op spelers achter.
  • Onderschepping is een punt en doelpunt is een punt. 
  • Open zwaaien (armen van links naar rechts, been beweegt mee), steeds iets verder zwaaien
  • Armen zwaaien en dribbelen (voor en achter en tegenovergesteld)
  • Monsterwalks - laag zitten 10 passen voor, 10 passen naar achter
  • Crabwalks (idem maar zijwaarts) let op knieën
  • Duckwalks (nog lager) 5 passen
  • Dribbelen en naar number 4 (1 been op knie en afwisselen)
  • Hhigh knees, 10 passen

  • Lunge (1 been naar achteren) en bovenlichaam roteren - wisselen 
  • Lunge - heup naar voren, armen gestrekt omhoog  - daarna schuin naar voren hangen - daarna hammy rocken (hamstrings, tenen omhoog)

  • Ruitenwisser - zittend, benen gespreid, steeds 1 knie naar binnen, 1 knie naar buiten bewegen
  • Daarna aan 1 kant doordraaien en vasthouden
  • 1 been achter, 1 been voor, eerst gehoeekt, buigen naar knie
    • daarna gestrekt en weer buigen en voet vastpakken
    • daarna in deze houding arm in en uit draaien

  • Planking, voorwaarts en zijwaarts met uitdraaien
  • 123 in T vorm (voor links rechts achter / voor rechts links achter)

  • Squat jumps (kort)
  • Sprongen - 123 hoog (met 2 benen en met 1 been- ook landen op 1)

  • Pogo- squat of squat links/rechts (snap-down)
  • Push-up 4 keer side 
  • Vierkantje - voor - achter zijwaarts - voor-achter- zijwaarts, etc.
  • neerleggen: 2 markers voor de null pass, 3 markers voor links rechts links - en dat 2 maal
  • Aan de cirkel staan 2 (nog passieve) verdedigers. 
  • Aanvaller komt op ze af, gooit de bal, verdediger gooit m weer terug zodat de aanvaller een null-pass kan maken, en de passerbeweging kan uitvoeren: null pass- links, passeerstap naar rechts, links naar cirkel en schot. 
  • 1 station verder wordt de beweging linksom uitgevoerd, met overhaal en eventueel afdraai, of volledige draai.
  • Let op 'lichte voeten'
  • Voor de cirkel staat een kast, achter de kast ligt een dikke mat om op te landen.
  • In het doel staan 2 pionen
  • Voor de kast staat een bank, die omhoog tegen de kast staat.
  • Speler klemt bal tussen de voeten. Gaat op zn buik op de bank liggen en trekt zich naar boven.
  • Bij de kast bal pakken en pion omgooien. Van kast afspringen en weer achteraan sluiten
  • Voor de cirkel staat een trampoline, achter de trampoline een dikke mat om op te landen.
  • Voor de trampoline een bank.
  • De speler loopt over de bank, springt met 2 voeten in de trampoline en landt op de mat 
  • De speler loopt over de bank, springt met 1 voet in de trampoline en landt op de mat
  • De speler loopt over de bank met een bal in de hand, springt met 1 voet in de trampoline, schiet op doel en landt op de mat
Kracht-oefening
  • Bijvoorbeeld armen draaien
  • De beer
  • De krab
  • Opdrukken, 4 passen zijwaarts, opdrukken etc.
Stretch
  • Ruitenwisser
  • Lunge met arm-strek en strek zijwaarts
  • Lunge met schouder langs knie
  • Iedereen een bal. 
  • Bal overspelen tussen beiden handen, kleine bewegingen en met vingertoppen