Handbaloefeningen
- Er wordt een cirkel gemaakt van de spelers
- 1 speler staat buiten de kring.
- 1 iemand heeft de bal binnen de kring
- de spelers in de kring proberen zo snel mogelijk de bal over te spelen
- de andere speler die er buiten staat probeert de bal in te halen.

Deze opstelling is voor 9 spelers, maar pas deze gerust aan naar het aantal spelers dat jij hebt.
- Start op een positie met 2 spelers
- Speler 1 gooit de bal naar de volgende positie en achtervolgt de bal enz
Variaties:
- Afstanden vergroten/verkleinen
- Snelheid verhogen
- Balrichting verschilt van looprichting
- Tijdsdruk verhogen
- # ballen verhogen
Aandachtspunt:
- Bal in de loop ontvangen (minstens tot aan het hoedje)
- Na elke hoedje versnellen
- Draai je tijdig om de bal te vangen

Deze opstelling is voor 9 spelers, maar pas deze gerust aan naar het aantal spelers dat jij hebt.
- Start op een positie met 2 spelers
- Speler 1 gooit de bal naar de volgende positie en achtervolgt de bal enz
Variaties:
- Afstanden vergroten/verkleinen
- Snelheid verhogen
- Balrichting verschilt van looprichting
- Tijdsdruk verhogen
- # ballen verhogen
Aandachtspunt:
- Bal in de loop ontvangen
- Draai je tijdig om de bal te vangen

- Organisatie:
- 2-tallen met 1 bal
- Hoepels of hesjes in het doel
- Regels:
- geen dribbel of stuit
- geen loopfout
- bij een vangfout terug naar start
- Aandachtspunten:
- zo snel mogelijk lopen
- zo veel mogelijk met het gezicht naar de overkant lopen.

- Organisatie:
- 2 tallen 1 bal
- hesje of pion als doel.
- Opdracht aanval:
- in een rechte lijn voorwaarts tippen en afronden met een schot.
- Opdracht verdediging:
- 1 poging om de bal weg te tikken of over te nemen.
- Regels:
- Steeds wisselen van aanvaller en verdediger (ook per tweetal wisselen)
- Aandachtspunt:
- Altijd eerst meelopen en het balritme herkennen

- Je maakt 2 teams
- Je gaat een wedstrijd spelen.
- Aan beide kanten van het veld leg je 5 hoepels neer.
- Als je een bepaald aantal keer hebt overgespeeld zonder te stuiteren.
- Dan probeer je de bal in een van de hoepels te leggen.
- Zet de verdediging een voet in de hoepel dan telt het punt niet en probeer je de bal in een andere hoepel te leggen. totdat het lukt.

- Trainer/speler staat op een matje/in hoepel met bal.
- Speler komt ingelopen, trainer/speler gooit bal in Tjoek
- Inlopende speler vangt de bal.
Variatie: - Na vangen, 3 passen en afronden op doel

- 3 vakken in een veld
- Groep verdelen in 3 groepen
- Vak 1 is 0 punten,
- Vak 2 is 1 punt en
- Vak 3 is 2 punten
- Spelers tippen door hun eigen vak en mogen een vak hoger als zij de bal van een andere speler hebben weggetikt.
- Als de bal van een speler is weggetikt, gaat deze speler een vak terug.
Variatie:
- Alle spelers starten in vak 1.
- Elke speler die een bal van de andere speler heeft weggetikt, mag naar vak 2.
- Als er meerdere spelers in vak 2 zijn, proberen zij de ballen van elkaar weg te tikken.
- Daarna gaan zij door naar vak 3.
- Als je bal is weggetikt in vak 2 of 3, ga je weer 1 vak terug.

- Tweetallen maken.
- Eventueel 1 drietal.
- Met pionnen een gebied afbakenen.
- Tweetalen gaan overgooien met elkaar.
- Na 10 x vangen mag een van de twee een stap naar achteren zetten.
- En zo steeds door.
- Doel gericht aangooien. Goed vangen.
- Als dit te gemakkelijk wordt: Pionnen toevoegen aan 1 kant waarbinnen één van de twee steeds schuift. Ontvangen in beweging. En stilstaan bij gooien.

Materialen:
- gebruik 2-3 zachte ballen (f-jeugd foambal)
Uitleg:
- zet een veld uit aangepast naar het aantal spelers.
- Als je een bal hebt probeer je anderen af te gooien.
- Ben je geraakt dan ga je in het doel staan
- Als iemand de bal vang dan is iedereen weer vrij
- Laatste die overblijft wint
Variatie:
- niet dribbelen
- niet lopen
- met verkeerde arm gooien
Met 1-benige afzet van een verhoogd vlak een sprongschot maken
aandachtspunten afzet
- de laatste pas schuin naar voren op de bank is de afzetpas
- plaats de voet in de richting van het doel
- breng gelijk met de afzet de schotarm schuin naar achter omhoog
- eventueel matten als doel om meer spelers aan bod te laten komen.
- speler is keeper voor de mat, je wordt keeper als je scoort

- 2 a 3 jagers die met een zachte bal de spelers afgooien
- Verhouding; 1 op 5.
- Hoofd is heilig en mag dius niet geraakt worden en spelen met handbalregels.
- Ben je afgegooid dan ga je op de bank zitten.
- De 2 a 3 spelers die als eerste zijn afgegooid worden de jager in het volgende potje.