Handbaloefeningen voor de techniek kracht
- Tweetallen maken
- Op de achterlijn staan, 1 sprint naar de middellijn en terug en de ander doet een oefening. Is de 1e klaar met sprinten dan is de ander aan de beurt.
- zitstand tegen de muur / planken / squats
- meerdere keren omwisselen bij 1 oefening
- Per 2 één matje of iedereen ene matje als niet teveel spelers zijn
- Je werkt in tweetallen of alleen
- De één is vooral bezig met conditie, de ander met kracht.
- Je doet het 15 min.
- Diegene die kracht doet is leidend, de anders werkt aan de conditie totdat diegene die kracht doet klaar is ga je door met je conditie oefening.
- 20-18-16-14 etc.
- persoon kracht heeft het matje:
- squaten met gewicht
- buikspieren,
- opdrukken.
- planken
- buikspieren zijkant / op de zij steunend op voet en onderarm / eerst een kant dan andere kan
- conditie
- tussen 2 pionnen sprinten dan rustige uitlopen / dat paar keer herhalen
- Keeper in doel,
- rest van de spelers hebben een bal en verdelen zich op linke rechte opbouw
- 1 of 2 speler staan in de midden om aan te spelen
- speler speelt de bal naar de MO dan voetewerk over de huurden (3, overheen sprengen) dan bal terugkrijgen, links rechts actie en op doel schieten)
- na doelpoging sprint men om de kegels heen en gaat de bal halen en sluit andere zijden weer aan
- midden- li/re hoog-li/re midden- li/re laag- diagonaal-stuit- vrij
Zoals:
- Met een tjoek gooien en vangen en steeds verder weg staan.
- Gooien op de paal van het doel.
- Laddertje
- Hindernissen
- Schuiven en uitstappen
- spelers verdelen zich op RO + LO met bal
- koprol over de mat en dan linke/rechte voet afzetten en gooien op doel
- variatie kan zijn koprol dan bal krijgen 3 stappen en dan sprongworp hoog + gooien op doel
- koppels van 2
- 1 speler gaat voor de lijn staan andere speler gaan aan de ander kant staan.
- Beide spelers proberen zich zelf over de streep te duwen,
- maar beide spelers verhinderen dit ook.
- 2 spelers staan achter elkaar
- achterste speler pakt voorste speler om zijn middel en probeert de voorste speler tegen te houden
- die probeert weg te sprinten.
- 2 spelers tegen over elkaar
- met de bal in de hand
- en proberen met de bal elkaar te tikken.
- Keeper in doel,
- rest van de spelers hebben een bal.
- speler staat naast de bank gooit de bal met een boog over de bank,
- springt met beide benen over de bank.
- pakt de bal op en werpt op doel.
- na doelpoging sprint men om de kegels heen en gaat de bal halen en sluit andere zijden weer aan.
- midden- li/re hoog-li/re midden- li/re laag- diagonaal-stuit- vrij
- koppeltjes van 2 met 1 bal
- speler met bal probeert met voet de mat aan te raken,
- andere speler probeert dit met het lichaam te voorkomen.
- verdediger heeft handen op de rug.
- Elk koppel 2 keer 1 minuut, dan door wisselen.