facebook pixel

Handbaloefeningen

  • verdeel over 2 teams 
  • 1 team draagt hesjes
  • onderling wedstrijd spelen  om afspraken in verdediging en aanval te automatiseren

warmlopen-met-bal-11

Voortbewegen met bal

  • Tippen (rechts, links of afwisselend)
  • Bal rollen, oppakken, rollen
  • Bal omhoog gooien, (evt 1x laten stuiten), opvangen
  • Bal om heup heen cirkelen
  • Bal onder knie door bij elke pas
  • Idem, met knieheffen
  • Bal voor je houden en lopen / hakken-billlen / knieheffen
  • Passeerbewegingen maken in loop

Plaats een vlag in het midden van een cirkel. De cirkel voorzien van pionnen die om de 75-100 cm uit elkaar staan, afhankelijk van het niveau van de speelster/spelers.

Zie ook:

1. Verdeel de spelers/speelsters over de cirkel tussen de pionnen in;
2. begin met 'joggen' tussen de pionnen door (slang beweging); Armen om de beurt mee draaien (opwarmen)
3. Op aangeven van de trainer ( fluitje) korte sprint naar de vlag in het midden en weer terug;
4. Als ze niet bij de les zijn kun je met 'go' roepen kijken wie er scherp zijn (als opdracht is om op de fluit te sprinten :-)):
5. Volgende oefening : Zig-Zag (van links naar rechts) tussen de pionnen door,
6. Ren zijwaarts buitenlangs, en maak regenbogen met de linkervoet over iedere pion
7. Ren zijwaarts (binnenlangs) en maak regenbogen over iedere pion (met rechtervoet); op de fluit sprint naar buiten de cirkel en weer terug bij tweede fluit;
8. Maak met 2 voeten konijnensprongen over de pionnen, op de fluit sprint naar binnen, 2x fluit sprint naar buiten;
8a. zelfde maar met meedraaiende armen;
9. High Kicks al lopend naar de vlag, achteruit Zig-Zag naar buiten;
10. Low Kicks al lopend naar de vlag, achteruit Zig-Zag naar buiten;
11. 'Close the gate' richting de vlag, draai heup naar links, til je been op en draai naar binnen, draai heup naar rechts til je been op en draai naar binnen, achteruit Zig-Zag terug:
12. Open the gate' richting de vlag, til linker been op, draai naar buiten, heup draait mee, til rechter been op, draai naar buiten,
13. korte dribbel met de voeten voorwaarts en achterwaarts tussen de pionnen door, wel doordraaien, op fluit sprint naar de vlag;
14. korte dribbel met de voeten voorwaarts en achterwaarts tussen de pionnen door, wel doordraaien, op fluit sprint wat langer (meer meters) naar buiten de cirkel;


NULPAS

  • De nulpas in het handbal is een sprong waarbij wordt afgezet met één been en een speler landt op twee voeten naast
    elkaar. 
  • De nulpas, zoals het woord al zegt, telt niet als een pas. 
  • Een speler mag hierna nog drie passen maken.  
  • Bij het maken van een nulpas landt de speler op één meter van de verdediger, dreigt met het lichaam naar links, maakt een stap met rechterbeen naar rechts en stapt vervolgens met het linkerbeen langs de verdediger richting doel. 
  • Hierna maakt de speler een sprongschot en schiet op doel. 
  • Bij de nulpas is het van belang dat de leerling op de voorvoeten landt en het gewicht naar voren breng

warmlopen-met-bal-8

Voortbewegen met bal

  • Tippen (rechts, links of afwisselend)
  • Bal rollen, oppakken, rollen
  • Bal omhoog gooien, (evt 1x laten stuiten), opvangen
  • Achter rug omhoog gooien, voor weer opvangen
  • Bal om heup heen cirkelen
  • Bal onder knie door bij elke pas
  • Idem, met knieheffen
  • Voetbaldribbel
  • Bal voor je houden en lopen / hakken-billlen / knieheffen
  • Werpschijnbewegingen maken in loop
  • Passeerbewegingen maken in loop

Met druk van links of rechts uitspelen. (ligt aan het aantal beschikbare speelsters of we 6 tegen 6 spelen of minder). Wanneer je op doel schiet maar mist moet je jouzelf 5 keer opdrukken. 

Wie heeft als eerste 21 punten?
Shootouts

  • Een doelpunt > punt voor de spelers.
  • Houdt de keeper de bal tegen > punt voor de keeper.
  • Wie als eerste 21 punten heeft, is de winnaar. 
  • koppels van 2  
  • 1 speler gaat voor de lijn staan andere speler gaan aan de ander kant staan. 
  • Beide spelers proberen zich zelf over de streep te duwen, 
  • maar beide spelers verhinderen dit ook. 
  • Groepjes van 2 staan tegen over elkaar met tussen de spelers de middenlijn. 
  • ze geven elkaar een hand en proberen elkaar over de lijn te trekken.
  • 2 spelers staan achter elkaar 
  • achterste speler pakt voorste speler om zijn middel en probeert de voorste speler tegen te houden 
  • die probeert weg te sprinten.


speler-sleep-1

  • 2 spelers tegen over elkaar 
  • en proberen elkaars knieholte aan te tikken.
  • idem met bal en dan tippen
  • 2 spelers tegen over elkaar 
  • met de bal in de hand 
  • en proberen met de bal elkaar  te tikken.


bal-schermen-1