Hockeyoefeningen

  • Uitbreiding op oefening 1 van deze training. 
  • A passt de bal naar B. 
  • A beweegt naar de buitenkant op daar de bal terug te krijgen. 
  • De ruimte is daar niet dus ze versneld op de pion heen terug naar het midden en krijgt daar de bal van B. 
  • B moet gaan kijken wat A doet en inschatten wat het beste moment is op de bal te passen. 
  • Een aantal keer zo laten doen en daarna een verdediger er bij laten zetten. 
  • B moet dan gaan nadenken wanneer hij de bal wil geven. 
  • Dit mag dus zijn als A naar de buitenkant loopt dat hij hem dan geeft.
  • Als hij denkt dat dat kan of dat hij wacht tot A terug komt versnellen en dan de bal geeft. 
  • B moet dus gaan nadenken en kijken wat het beste moment is. 
  • Aan twee kanten uitzetten.
drawing Blok 1 Oefening 2 in-out uitbreiding
  • 2 aanvallers tegen 1 verdedigen.
  • A passt de bal terug naar medespeler B. 
  • Vanaf dan begint de 2 tegen 1. 
  • Tips voor de aanvallers:
    • Over de backhand zijde van je tegenstander spelen.
    • Niet te veel lopen met de bal maar blijven passen.
    • Oogcontact maken met je medespeler. 
  • Tips voor de verdediger:
    • de As dicht houden.
    • Laat de aanvaller de fout maken.
    • Ga stevig/ actief staan.
  • Later er aan toevoegen dat als de verdediger de bal heeft afgepakt dat hij kan scoren in een goaltje aan de zijkant. 
  • Aanvallers moeten dan gaan schakelen.  


drawing Blok 1 oefening 3 2 tegen 1
  • Oefening met het zuiver passen van een bal het het goed aannemen van een bal. 
  • Daarna het afronden en het doorlopen naar een actie die je hebt gemaakt. 
  • A pusht de bal naar B. (kijken, richten en op de forehand van de je medespeler)
  • B neemt de bal aan. (handen uit elkaar, actief staan, voeten uit elkaar stick aan de grond)
  • B pusht de bal naar C die de bal aanneemt en gelijk mee neemt naar de andere kant.
  • Neemt de bal mee. ( bal aan de stick, handen uit elkaar, bal iets voor je)
  • Lijnt de bal op en rond af op het goal. 
  • D pusht de bal als B de bal heeft gespeelt naar C gelijk. 
  • B moet dus gelijk omdraaien en opletten. 
  • B neemt de bal aan en maakt een revers over de forehand.
  • B flats de bal naar E. 
  • E neemt de bal aan het geeft een andere flats richting de 2de paal. 
  • C loopt in de bal die E geeft en verandert de bal van richting.


drawing Blok 1 oefening 1 Aannamen en afronden
  • B komt in gelopen richting de cirkel op snelheid. 
  • Hij krijgt van A die een gerichte push geeft voor B zodat hij hem makkelijk mee kan nemen.
  • Vanaf dan begint de 2 tegen 1. B en C tegen de verdediger. 
  • Als de verdediger de bal heeft afgepakt kan hij scoren door de bal door het oranje poortje te drijven. 
  • Tips aanvallers
    • Snelheid maken.
    • Over de backhand zijde van de verdediger spelen.
    • Oogcontact maken met medespeler.
    • Gebruik het in-out lopen.
  • Tips voor de verdediger
    • As dicht zetten.
    • Tussen de pass lijn van de aanvallers gaan staan.
    • Aanvaller de fout laten maken.
    • Oefening aan twee kanten uitzetten.
drawing blok 1 Oefening 2 2 tegen 1 met variatie
  • Dit is strafcorner 1.
  • We staan altijd met 7e mensen bij de aanvallende strafcorner. Op deze manier die je hier beneden ziet.
  • A geeft een goede gerichte bal naar B.
  • B neemt de bal buiten de cirkel aan en rond af op goal. 
  • Dit zijn de taken van de andere spelers.
  • A= gaat na het geven van de bal naar de paal en staat klaar voor de tip of de rebound.
  • C= loopt richting de stip en staat ook klaar voor de rebound.
  • D= loopt naar de tweede paal om daar de bal te kunnen krijgen voor de tip of de rebound.
  • E en F= lopen allebei naar de cirkel rand en staan daar klaar voor het terug krijgen van de bal.
  • G= loopt achter bal die A geeft gegeven langs en gaat ook op de hoogte van de stip staan en staat klaar voor de rebound.


drawing Strafcorner 1
  • Strafcorner 2.
  • A geeft een gerichte pass naar B.
  • B neemt de bal buiten de cirkel aan en geeft een pass naar rechts.
  • C is een stukje de cirkel in gelopen en neemt de bal aan en schiet daarna op goal.
  • A= loopt door naar de eerste paal en staat klaar voor een tip bal of de rebound.
  • B= loopt een stukje de cirkel in voor de rebound.
  • D= loopt door naar de 2de paal op maar de bal te kunnen krijgen voor de tip of de rebound.
  • E en F= lopen allebei naar de cirkel rand om daar klaar te staan voor de rebound.
  • G= loopt achter de gegeven bal van A langs en gaat op de hoogte van de stip staan voor de rebound.



drawing Strafcorner 2
  • Strafcorner 3.
  • A pass de bal naar B.
  • B neemt de bal aan en geeft de bal naar rechts.
  • C is een stukje de cirkel ingelopen en neemt de bal aan en geeft de bal terug op B.
  • B is doorgelopen en krijgt de bal terug van C en rond de bal af. (mag in een keer als het goed gaat anders eerst aannemen en dan schieten)
  • A= loopt door naar de eerste paal voor de tip of de rebound.
  • D= loopt door naar de tweede paal voor de tip of de rebound.
  • E en F= lopen naar de cirkel rand en staan klaar voor de rebound.
  • G= loopt de cirkel in ter hoogte van de stip en staat daar klaar voor de rebound.


drawing Strafcorner 3
  • Strafcorner 4.
  • A passt de bal naar B.
  • B neemt de bal buiten de cirkel aan en geeft een harde gerichte flats op de eerste paal.
  • A is doorgelopen naar de eerste paal en tipt de bal het goal in.
  • C= loopt richting de stip om klaar te staan voor de rebound.
  • D= loopt naar de tweede paal om daar klaar te staan voor de tip of de rebound.
  • E en F= lopen naar de cirkel rand om daar klaar te staan voor de rebound.
  • G= loopt een stukje de cirkel in om klaar te staan voor de rebound.
drawing Strafcorner 4
  • A staat klaar met de bal.
  • B komt ingelopen naar de bal toe. 
  • A pass de bal naar B. B neemt de bal aan.
  • A loopt door krijg de bal weer terug van B. 
  • Bij neemt de bal aan het pass. 
  • Hij raakt de bal dus maar 2 keer aan. 
  • A neemt de bal weer aan, B loopt door de diepte in en krijgt de bal terug van A.
  • A raakt de bal ook maar twee keer aan, aannemen en door spelen.
  • B neemt de bal in de diepte aan en loopt de cirkel in en rond af op goal. 
  • Oefening aan 2 kanten uitzetten. 
  • Als het goed gaat 1 verdediger er tussen zetten die druk gaat zetten op de bal als ze hem onderscheppen mogen ze scoren in het goaltje aan hun kant. 
drawing blok 1 oefening 1 pass tempo 2 touch
  • Een 5 tegen 3.
  • A verlegd de bal naar B, B verlegd de bal naar C. 
  • Als C de bal heeft aangenomen begint de 5 tegen 3. 
  • Tips aanvallers:
    • Snelheid houden.
    • Bal moet altijd terug kunnen.
    • Over de backhand zijde van de tegenstander passen.
    • Veld breed en lang houden.
    • Communiceren met elkaar.
    • In-out gebruiken om de bal te kunnen ontvangen.
  • Tips Verdedigers:
    • As dicht zetten.
    • Pass lijnen naar voren dicht zetten. (zorg naar dat ze achterom moeten blijven spelen)
    • Communiceren met elkaar.
    • Houdt ze buiten de cirkel. (als ze de cirkel in komen is het druk op de bal)
    • Als het te moeilijk is voor de verdedigers laat je een tackle back loper mee doen.
drawing Blok 1 oefening 2 5 tegen 3 met verleggen
  • A start met de bal.
  • B komt ingelopen richtig A.
  • A geeft een harde gerichte pass op B.
  • B neemt de bal met een lift aannamen aan en neemt de bal mee.
  • B geeft een diepe bal naar C die klaar staat om de bal te ontvangen en in een keer de bal mee kan nemen naar de achter lijn.
  • C ontvangt de bal en versneld over de achterlijn heen om een 90 graden pass te geven op A die is doorlopen naar de kop cirkel. 
  • Oefening aan 2 kanten uitzetten.
drawing Blok 2 Oefening 1 Lift aannamen met 90 graden pass
  • Balbezit met beginnen in 4 teams daarna het veld vergroten en naar 2 teams
  • Tips:
    • Pass over de backhand zijde van de tegenstander en in de voorhand van je medespeler.
    • Man houden als je niet in balbezit bent. 
    • Communicatie met je teamgenoten.
    • Vast zetten van een tegenstander met zijn 2e.


drawing Blok 2 Oefening 2 Balbezit