Hockeyoefeningen
- A begint met de bal een geeft een gerichten flats naar B
- B gaat door de pionnen heen met een vision dribble
- A loopt in de diepte en krijg een harde gerichte flats van B de diepte in
- B versnel om de pionnen heen en geef een 90 graden pass op A
- A loopt richting de cirkel en loopt op de hoogte van B mee zodat ze een 90 graden pass kan ontvangen
- Ze neemt de bal aan lijnt hem op en rond af met een slag op goal
- Spel met de drie teams,
- Maak drie gelijke en eerlijke teams.
- Een team begint als de verdedigers (op het plaatje de rode)
- Een team begint als de aanvallers (op het plaatje de blauwe)
- een team achter de 23 meter lijn (op het plaatje de witte)
- Voor de verdedigers is het de bedoeling dat ze de bal gaan pass naar een van de witte die in in het vak bij de 23 meter lijn staan
- Voor de aanvallers is het de bedoeling dat ze gaan scoren.
- Als ze hebben gescoord krijgen ze 1 punt
- Voor het team achter de 23 meter lijn is het de bedoeling dat ze de bal aannemen als de verdedigers de bal naar hun pass.
- Als de bal bij het team is dat achter de 23 meter lijn staat gaan hun aanvallen
- Gaat het team dat aan het aanvallen was verdedigen en het team dat aan het verdedigen was gaat in het vak achter de 23 meter lijn staan.
- Zo blijft dit steeds draaien.
- De gene die aan het einde de meeste punten geeft, geeft gewonnen.
- Tips voor de aanvallers
- Speel de vrije man in als jullie in bal bezit zijn en zorg dat er iemand die diepte in loopt
- pass over de backhand zijde van je tegenstander
- Als jullie niet in balbezit zijn zorg je dat je de lijnen naar de mensen in het vak achter de 23 meter lijn dicht zijn
- Tips voor de verdedigers
- Zorg dat je verdedigd buiten de cirkel zodat ze niet kunnen uithalen
- Houdt je eigen mannetje bij
- Zet de backhand zijde dicht zodat ze daar niet over heen kunnen pass
- Als jullie wel de bal hebben zoek de ruimte op en blijf pass tot er een gat komt en je hem kan geven naar de mensen in het vak
- Twee lossen oefeningen die je allebei 10 min kan gaan doen
- Ook eerste de uitleggen van de tip-in oefening
- B begint met rennen om de pionnen heen en versnel als hij bij het goal aankomt richting A
- A geeft een harde gerichte flats richting het goal
- B tip de bal zodat hij van richting veranderd
- Daarna wisselen ze van plek
- Andere oefening
- We gaan oefenen met in out lopen
- A is een rechts achter die de bal en dus de bal ergens naar toe wil gaan spelen. B is de rechts midden en die gaat een in out lopen.
- Hij begint in het midden van het veld en wil zich gaan aanbieden voor A
- Hij versnel richting de zijlijn A mag kiezen of hij de bal wil gaan geven of niet
- Als hij de bal niet geeft dan maakt A zijn lijn verder af en komt weer terug op de plek waar hij begon en loop daarna weer op nieuw een in-out.
- Als A de bal pass neemt B de bal aan en mag hij scoren op het goaltje.
- Blauwe speler ontvangt de bal telkens van de witte speler. (witte speler verdeeld)
- Rode speler loopt van strokepunt naar kop cirkel en ontvangt daar bal van blauwe speler.
- Rode speler schiet op doel.
- Na elk schot loopt hij terug naar strokepunt en ontvangt dan volgende bal kopcirkel.
Tweetallen met samen 1 bal, degene zonder bal loopt voorop, degene met bal volgt degene zonder bal Na enige tijd wisselen van functie.
Variatie: Op fluitsignaal stopt degene zonder bal en loopt de speler met bal met een rondje om de persoon zonder bal, na het rondje gaat de andere speler voorop lopen.
Met de bal en stick drijven en dribbelen door de zaal of over het veld. Iedereen beweegt door elkaar heen.Daarbij zijn ze continu op zoek naar de vrije ruimte. Immers als je meer ruimte om je heen hebt, wordt het makkelijker om de bal te controleren.
Variatie: enkele ballen weg, waardoor er een aantal spelers zonder bal zijn. Deze spelers proberen de bal van een andere speler af te pakken die wel een bal heeft. Dit mag door middel van met de stick de bal aan te tikken, als de bal is veroverd gaat de veroveraar met de bal verder en gaat degene zonder bal een bal veroveren.
Met de bal en stick drijven en dribbelen door de zaal of over het veld. Iedereen beweegt door elkaar heen. Daarbij zijn ze continu op zoek naar de vrije ruimte. Immers als je meer ruimte om je heen hebt, wordt het makkelijker om de bal te controleren.
Variatie: enkele ballen weg, waardoor er een aantal spelers zonder bal zijn. Deze spelers proberen de bal van een andere speler af te pakken die wel een bal heeft. Dit mag doormiddel van met de stick de bal aan te tikken, als de bal is veroverd gaat de veroveraar met de bal verder en gaat degene zonder bal een bal veroveren.
Bij drietalhockey: als een voorhoedespeler de bal heeft, moet de verdediger achter hem aansluiten om te helpen.
Bij zestal hockey moet de verdediger achter de aanvaller aansluiten, de andere verdediger moet (in de breedte van het veld) meeschuiven tot midden voor het doel (naar de as)
Twee spelers spelen de bal continu over totdat er één leerling zo dicht bijhet doel is dat hij kan scoren in het doel.
- Spelers staan in 2 groepjes tegenover elkaar. In het midden twee pionnen, 2 meter uit elkaar.
- Gedurende de oefening keren de spelers telkens terug naar hun eigen kant.
- De speler die zich aanbiedt is een aanvallende speler die de bal 'komt halen'.
- Speler van groepje A biedt zich aan en loopt tot voorbij de pionnen.
- Speler van groepje B passt de bal, speler A neemt aan en speelt de bal terug naar groepje A, sluit achteraan.
- Speler van groepje B biedt zich nu aan en krijgt de bal aangespeeld op dezelfde wijze.
- Tips
- Passing niet te zacht; zuiver in de stick
- Varianten
- Open forehand: de bal aan je voorbij laten rollen voordat je hem in de stick aanneemt en voor je langs meenemen naar je forehand.
- Open Backhand: idem aan de backhandzijde, je hoeft alleen je stick maar om te draaien en verder te lopen
- Forehand met sleepbeweging: aanname in de stick en draai snel met een sleepbeweging (dummy) dwars voorlangs de pionnen heen (als ware het verdedigers)
- Speel terug (kaats) en biedt jezelf opnieuw aan, twee meter naar links of naar rechts.
- Meer varianten:
- Hobbelende bal aannemen en linksom draaien (gesloten forehand, kleine draaicirkel)
- Hobbelende bal aannemen en rechtsom draaien (gesloten forehand, grote draaicirkel)
- Hobbelende bal aannemen, bal in de stick hoog houden
- De speler die zich aanbiedt geeft met z'n stick aan waar de bal moet komen.
- De pass is echter precies verkeerd, zelfs buiten de pionnen
Creëer een vierkant met twee loopladders 1 heenweg en de tweede voor de terugweg
Kies uit de looppatronen er twee en per loop patroon 3 a 4 ronden
Tikkertje!
- Er is een tikker, die moet zoveel mogelijk mensen tikken
- De mensen die zijn getikt gaan wijd met hun benen staan
- Als er tussen de benen word gekropen door een medespeler kan je weer meedoen met het spel.