Hockeyoefeningen
Kies het goede moment en met overtuiging
- Start is de keeper die uitkomt en bal naar verdediger 1 trapt door het poortje.
- Verdediger 1 loopt met een loopactie en neemt de bal aan achter het poortje.
- Deze verdediger raakt door een pass in de opgelaten schijnruimte het balbezit kwijt aan A1.
- A1 passt de bal naar ingelopen A2 met een schijnpass.
- A1 schakelt om en gaat druk zetten op A2 die de bal beschermend tussen de pionnen drijft en moet eerst oppassen voor forehand of backhand shave van V1 en daarna een steal van V2. Verdediger spelen op 70%. Hierna speelt A2 A3 in met pass uit de pols.
- A3 Start op hetzelfde moment als A2 de bal in bezit krijgt, maar schiet eerst na een lift op goal en gaat zich hierna aanbieden voor de bal van A2 zoals beschreven.
- De trainer gooit de bal in naar de aanvallende partij -de rode bolletjes- zij gaan aanvallen tegen de 2 verdedigers.
- Als de verdedigers de bal afpakken dan willen ze de twee medespelers die achter de lijn staan aanspelen.
- Dit gedaan dan wordt het spelen opgedraaid en gaan de 4 spelers aanvallen en scoren op het grote goal en willen de 3 verdedigers de bal tegen het bounch bord aanspelen.
- Als de aanvallende partij op het begin scoort dan gooit de trainer een nieuwe bal naar de mensen achter de lijn en gaat het spel daar verder.
- Doel van de verdedigers is de as dicht zetten en de pass lijnen tussen de aanvallers dicht houden en de bal niet willen afpakken maar begeleiden tot de aanvaller een fout maakt en de bal willen onderscheppen.
- Verdeel je team in 3 teams van 3.
- Je gaat 3 tegen 3 spelen.
- Het ene team wil gaan scoren door de bal tegen de banden aan te spelen.
- Door het bal tempo hoog te houden kan je om de verdedigers heen spelen.
- De verdedigers willen de bal door een van de blauwe poortjes heen drijven.
- Als de aanvallers tegen de band aan spelen dan wisselen ze met het team dat aan de zijkant staan, de verdedigers blijven dan staan.
- Als de verdedigers door het poortje heen spelen dan gaan de verdedigers er uit en worden de aanvallers de verdedigers en het nieuwe team gaan aanvallen.
- Als je te veel spelers hebt dan kan je de aanvallende strafcorner oefenen
Opzet 3+1 tegen 3+1 met keepers.
Caroussel met aandacht voor diverse passvormen over een heel veld.
- 3x op goal
- Een give and go.
- Haakse bal met tipp inn.
Op een half veld.
Aanvallende combinaties met vaardigheden die de snelheid van de bal hoog houden en effectief een cirkelpenetratie kan bewerkstelligen.
Aanvallende combinaties met vaardigheden die de snelheid van de bal hoog houden en effectief een cirkelpenetratie kan bewerkstelligen.
- De rode spelers zijn aanvallers. Zij gaan een 3 tegen 2 op het grote goal spelen.
- De 3 tegen 2 begint door de verdedigers in te spelen en de bal weer terug te krijgen.
- Als de aanvallers scoren, begint de oefening opnieuw.
- Als de verdedigers de bal afpakken, mogen ze hun twee medespelers in het andere vak aanspelen.
- Op het moment dat dit gebeurt, spelen de blauwe spelers een 4 tegen 3 tegen de rode spelers in het andere vak.
- De aanvallers van blauw gaan nu dus verdedigen.
- A begint met de bal en push de bal naar B.
- B neemt de bal aan en push de bal naar C.
- C speelt de bal richting het reboundbord B probeert die bal te onderscheppen.
- Vanaf nu begint er een 2 vs 1 A,B tegen C.
- A begint met de bal en push de bal naar de inlopende B.
- B neemt de bal in de loop aan en push de bal door de pionnen heen naar de inlopende C.
- C neemt de bal open aan en push de bal door naar D.
- D loopt de banaan over de achterlijn heen en geeft de voorzet op de inlopende E.
- E rond af op goal, het liefst met een one-touch.
- A begint met de bal en push de bal naar B.
- B neemt aan en push de bal gelijk terug naar A.
- A neemt de bal aan en versnelt naar voren.
- A push de bal naar C die aankomt aanbieden voor de man.
- A loopt naar de pass gelijk door en bied zich weer aan voor C.
- C heeft de bal mee aan A die afrond op goal.