Hockeyoefeningen voor de techniek conditie
- De tikker moet proberen zoveel mogelijk kinderen te tikken.
- Als je getikt dreigt te worden mag je een televisieprogramma noemen en dan mag de tikker je niet tikken.
- Je moet dan wel met je benen uit elkaar staan.
- De rest mag je verlossen door- dat ze tussen je benen door kruipen.
- Als je getikt bent ga je bij de trainer staan.
- 2 tallen maken.
- Nr. 1 moet met de bal de bal van
- nr. 2 proberen te raken, waarbij men in een aangegeven gebied moet blijven. Hoe vaak lukt het nr. 1? Na enige tijd omkeren en mag nr.2 proberen de bal te raken van nr.1.
- Maak van hoedjes/ pylonen een koekenpan met een steel.
- De kinderen zijn dan de eieren en drijven met de bal rond de koekenpan, waarbij zij steeds over de steel mogen lopen.
- De tikker is de kok, die graag een heerlijke omelet met 3 eieren wil bakken.
- De kok pro- beert dus 3 eieren te tikken maar mag daarbij slechts 3 keer over de steel lopen.
- Elk ei dat getikt is gaat in de koekenpan staan.
- Hoe lang heeft de kok nodig om de 3 eieren te tikken?
Zet over een afstand van ongeveer 40 meter vanaf de achterlijn richting de middenlijn 15 tot 20 pylonen neer, in een rechte lijn. De onderlinge tussenruimte is bij de basisvorm 2 meter.
Maak 2 rijen die achter de achterlijn staan opgesteld. De spelers doen aan weerskanten van de pylonen tegelijk hun oefening richting het einde van de pylonenreeks. Daar draaien ze en dribbelen met een ruime bocht rustig terug naar het begin. Wanneer het eerste tweetal bij de vierde pylon is, kan het volgende tweetal starten.
Zet spelers met een gelijkwaardig fysieke capaciteit naast elkaar. Je kunt dit positiegebonden aanpakken (verdediger versus verdediger, aanvaller versus aanvaller).
Oefening
- Op het signaal starten de voorste 2 spelers.
- Sprint steeds 2 pylonen vooruit en daarna 1 pylon achteruit.
- Hou je gezicht naar voren gericht, dus niet draaien tijdens de oefening.
- De intensiteit is 90% van de maximale inzet. Met name de versnellingen naar voren (weg starten) moeten explosief zijn en met korte passen.
- Aan het einde van de pylonenreeks draai je met een ruime bocht en dribbel je rustig terug naar het startpunt.
- Herhaal deze oefening 1 keer.
Variaties
1. Identiek aan de basisvorm, maar nu met de pylonen in een ander patroon: tussen de eerste 2 pylonen zit 1 meter, tussen de volgende 2 meter, dan 3 meter, 4 meter en tot slot 5 meter. Hierna bouw je het weer af (respectievelijk 4, 3, 2 en 1 meter ruimte tussen de pylonen). In totaal heb je dan 18 pylonen.
2. Identiek aan de basisvorm, maar nu met een ander patroon: tussen de eerste 3 pylonen 1 meter, de volgende 2 pylonen 5 meter, daarna weer 3 pylonen met 1 meter, 2 pylonen met 5 meter. Zet hierna ditzelfde patroon nog een keer neer (4 maal hetzelfde patroon in 1 lijn, met in totaal 18 pylonen).
3. Identiek aan variatie 3, maar nu zet je de pylonen niet in de rechte lijn neer, maar in flauwe bochten.
4. Je maakt een rechte lijn van pylonen en rangschikt ze naar eigen inzicht qua onderlinge afstand. Zorg voor veel variatie.
5. Identiek aan variatie 4, maar nu met flauwe bochten.
Intensiteit van de oefening
De intensiteit is 90% van de maximale inzet. Flink hijgen, moet fanatieke uitvoering zijn met zeer explosief karakter in de versnellingen met handhaven goede lichaamscontrole en atletische houding, EMI 7/8.
- iedereen heeft een bal, je staat met z'n 2e tegenover elkaar op de 23 meter lijn.
- Links en rechts staat een lijn met pionnen.
- De bal licht onder je benen, op een gegeven moment zegt de trainer/trainster hoe je moet staan (op je linker been, of je enkels aan raken) dan roept de trainer/trainster links of rechts dan moet je zo snel mogelijk naar die kant toe rennen en de bal moet stil op de lijn met pionnen liggen,
- als de bal stil op de lijn ligt moet je zo snel mogelijk weer terug naar de 23 meter lijn rennen.
- Wie er als eerste is heeft gewonnen.
- De pionnen liggen ongeveer 3 of 4 meter van de 23 meter lijn af, aan allebei de kanten.