Hockeyoefeningen
Op drie plekken starten drie spelers tegelijkertijd
- A1 Begint aan slalom en slaat BH lange hoek
- A2 Passt bal naar A3 en gaat BH-reverse doen op cirkelrand en dan een tipp in geven op A1
- A4 passt naar A5
- A5 Slaat op goal
- A4 loopt naar de cirkelrand voor 90 graden bal van A3
- Trampoline voor rebound in het midden.
- 2 of 4 spelers rond de trampoline.
- Elke speler gooit in een bepaalde volgorde de bal op de trampoline.
- De volgende moet de bal pakken vooraleer deze de grond raakt.
De witte speler bij de rij pylonen speelt de bal naar een van de aanvallers (de blauwe spelers), ze mag zelf kiezen welke.
- De aanvallers gaan met z'n drieën proberen te scoren (de twee bij de pylonen en degene in de cirkel).
- De verdediger die de bal speelde gaat verdedigen en krijgt hulp van de verdediger in de cirkel.
- Als de bal weg is, loopt de blauwe speler op de 23 meterlijn met de bal en gaat scoren, de witte speler daarachter gaat verdedigen.
- Alle spelers doen dan mee.
- Speler A drijft de bal rond de rij pylonen
- Speler C start tegelijkertijd en rondt ook de pylonen
- Speler B loopt in richting doel en ontvangt de bal van speler A, die de bal uit de loop diep passt
- Speler C speelt op speler D
- Spelers B en D ronden af op doel, maar moeten eerst de verdediger uitspelen
- Speler B sluit aan op positie C en speler D op positie A.
- De bal begint bij speler A
- Speler A speelt bal naar speler B en loopt zelf door naar de zijlijn
- speler B speelt de bal naar speler C en loopt door naar kopcirkel
- Speler C speelt ondertussen de bal naar speler A en loopt zelf door naar de 2e paal
- speler A speelt meteen de bal door naar speler D
- Speler D speelt de bal naar speler B die is doorgelopen naar kopcirkel
- speler B geeft een harde bal naar de 2e paal, waar speler C de bal er intikt.
Je hebt een vierkant met pylonen:
- Er worden drie pylonen bezet
- Er staat een lummel in het midden
- De mensen bij de pylonen gaan overspelen en de persoon in het midden probeert de bal af te pakken
- De mensen die de bal rond spelen moeten zorgen dat van degene die de bal heeft er rechts en links iemand bij de pylon staat.
- Is dit niet het geval, dan gaat degene die fout staat naar de juiste pylon rennen
- De spelers maken 2 rijen op de 23em lijn
- De trainer staat iets achter hun in het midden
- De spelers kijken naar voren en de trainer gooit een bal
- De eerste van elke rij gaan 1 op 1 naar de goal
- Ze proberen allebei op dezelfde goal te scoren
- A begint met de bal
- B komt inlopen en krijgt de bal van A.
- B neemt de bal sterk aan en passt de bal terug naar A
- B draait rechts op weg en krijgt de bal in zijn forehand van A
- A loopt door, B passt de bal door het driehoek heen naar A
- A neemt de bal aan en passt de bal naar de inlopende C
- C komt voor de band en neemt sterk aan
- B is doorgelopen, C speelt de bal breed naar B
- B neemt aan, drijft de cirkel in en rondt af op goal
- Trampoline voor rebound in het midden.
- 2 of 4 spelers rond de trampoline.
- Elke speler gooit in een bepaalde volgorde de bal op de trampoline.
- De volgende moet de bal pakken vooraleer deze de grond raakt.
Reactie snelheid spel
- Rood = Trainer
- Wit = GK
- Blauw = GK
- Trainer laat een kleur van potje of bal zien.
- Spelers moeten om ter snelste de juiste bal aanraken.
Variant:
- Trainer laat 2 kleuren zien.
- Spelers moeten om ter snelste de 3de kleur aanraken.
De ploeg wordt verdeeld in 2 ploegen:
- 1 ploeg rechts van de cirkel
- 1 ploeg links van de cirkel
- Van elke ploeg gaat er een speler staan aan het blauwe potje en op de 23 meter lijn bij de oranje potjes.
- Aan de rode potjes beginnen de rest van de ploegen.
- De bal gaat doormiddel van een push van het rode naar het blauwe en van het blauwe naar de oranje potjes.
- Wanneer de speler aan het oranje potje de bal krijgt dribbelt deze speler tot deze in de cirkel is en werkt vervolgens af op goal
oefening:
- je past de bal over naar elkaar,
- alleen je laat de bal tegen de balk aan gaan, neemt dan aan en past dan door.