Hockeyoefeningen voor de techniek dribbelen
Organisatie:
- Maak 2 teams
- Selecteer 3 verdedigers
- Zet 2 doeltjes op de 23-meterlijn
Uitvoering:
- De 3 verdedigers spelen de bal rond
- Wit biedt zich aan en probeert te scoren op het grote doel
- Als blauw de bal afpakt, kunnen ze recht halen door één van de 2 poortjes te drijven -van 2 kanten.
- Ze mogen ook de kom aanspelen om te verleggen

Er wordt een dribbel/drijf parcours uitgezet die de spelers moeten afleggen.
Het doel is om de bal van oranje pion naar de groene pion te krijgen.
Het parcours:
Het doel is om de bal van oranje pion naar de groene pion te krijgen.
Het parcours:
- een slalom
- een mijnen veld
- een rondje om de hoepel
- een sprintje naar de finish
Onderstaande afbeelding zet je dus 2/3 keer uit!
Laat de spelers het parcours eerst een keer proberen, daarna mag je er een race van maken.
Geef ieder team bijvoorbeeld 15 ballen en als doel: wie als eerst alle ballen van de pion naar het groene hoedje heeft gebracht.
Geef ieder team bijvoorbeeld 15 ballen en als doel: wie als eerst alle ballen van de pion naar het groene hoedje heeft gebracht.

- Oefenen van Dummy en de Turn.
- Rood pusht de bal naar blauw,
- Blauw doet eerst een dummy en daarna een turn.
- Blauw rondt af.

- Overspelen en aanvallen

- Naar pion 1 tempo met bal op forehand aan de stick. Bij de pion een passeerbeweging naar links.
- Naar pion 2 tempo met bal aan de stick. Bij de pion een dummy.
- Naar pion 3 indian dribbel. Bij de pion over de stick wippen en met bal onder controle naar de achter lijn sprinten om pion A heen naar pion 4 bal aan de linkerkant van je lichaam met linker of rechterhand aan de stick. Bij de pion een wipje met backhand over de pionnetjes heen
- Bal naar de forehand trekken en bij de pion 5 een reverse maken en re langs de pion
- Naar pion 6 en daar een stuiter over de pionnen
- Rustig dribbelen naar begin pion

- Speler A speelt de bal met een flats of harde push op C.
- Speler C komt inlopen en kaatst de bal in één keer breed naar speler B die is komen inlopen.
- B neemt de bal in de loop aan en versnelt met de bal aan de stick naar de rand van de 'stippelcirkel'.
- Daar geeft deze de bal met een harde push aan op speler C die om het pionnetje is gelopen en biedt zich aan.
- De bal wordt net buiten de cirkel aangenomen en vervolgens met 1x aanraken de cirkel mee ingenomen en op goal geslagen.
- Daarna krijgt de speler een 'rebound' bal aangespeeld van de achterlijn door de trainer en maakt deze af op het goal.
Doordraaien: CAB

Twee teams strijden tegen elkaar. Beginnen op fluitsignaal.
- Slalommen rond de potjes.
- Dribbelen Links-Rechts 2x.
- Uitdraai maken.
- Op doel schieten.

- Eerst dribbel, push in de loop.
- De speler komt ingelopen en draait uit en geeft dan een push in de loop terug.
- De speler komt terug ingelopen en doet twee dribbels en werkt dan af op doel.

- Per tweetal een bal.
- Tweetallen krijgen de opdracht om in 2 minuten door zo veel mogelijk poortjes over te spelen.
- Een poortje is klaar als je de bal drie keer overspeelt.

- A speelt de bal naar B
- B speelt de bal naar C
- C speelt de bal naar D
- D dribbelt de cirkel in en maakt af op goal

- Per tweetal een bal.
- Tweetallen krijgen de opdracht om in 2 minuten door zo veel mogelijk poortjes over te spelen.
- Een poortje is klaar als je de bal drie keer overspeelt.

- A speelt de bal naar B
- B speelt de bal naar C die is opgelopen tot de groene pionnen
- C loopt langs de pionnenlijn en past de bal naar A die door is gelopen naar de cirkel
- A maakt vervolgens af op goal
Je kunt deze oefening aan beide kanten uitvoeren.
