facebook pixel

Hockeyoefeningen

  • Iedereen gaat op de tenen achter de achterlijn staan, met de tenen tegen de lijn aan.
  • Start door 10 keer met de tenen op de lijn te springen en weer terug achter de lijn te springen.
  • Bouw dit uit tot 15 keer en als laatste 20 keer.
  • Hou steeds bij deze oefening ongeveer 20 seconde rust.
  • Zet 2 speler tegen over elkaar in push-up houding:
  • laat ze 1 voor 1, 5 keer achter elkaar, proberen om elkaars handen onderuit te vegen.
  • Laat ze dit 3 keer doen. 
  • Sit-ups Maak 2-tallen zodat de spelers om en om elkaars voeten kunnen vasthouden.
  • Iedere speler doet deze sit-ups: 10 keer, 15 keer, 20 keer waarbij ze rust nemen door de ander te helpen.
  • De backhandslag is handig als schot op goal maar ook om een pass te geven aan je medespeler.
  • Bij de backhand plaats je linkhand aan het uiteinde van je stick en je rechterhand iets boven het midden van je grip.
  • Meestal speel je een backhand vanuit de loop.
  • Wanneer je rechtervoet voor staat laat je de bal een stukje door rollen.
  • Ondertussen draai je je stick naar de backhand, buig je door je rechter knie en vervolgens raak je de bal met het stuk van je stick net boven de krul (zorg dat de bal niet in de krul blijft hangen anders heb je er geen controle over). 
  • Je kunt de bal laag of hoog laten gaan door je stick te draaien.
  • Bij een schuine stick vliegt de bal omhoog, bij een rechte stick blijft de bal op de grond.  

 

  • Flatsen,
  • Open aanname,
  • Versnellen & duwpass uit de loop (oefening eventueel afwisselen met andere technieken als slag, duwpass, backhand pass.)
drawing SNELHEID AAN DE BAL
  • 1000 m lopen in vier minuten (streeftijd na ongeveer drie weken) vanaf start competitie helft.
  • Zet op een heel veld 1.000 m uit (2 x pion op strafbal stip en pionnen op 23 m lijnen ongeveer vier meter vanaf de zijlijn).
  • Je hebt een afstand van circa 200 meter.
  • Dit rondje vijf keer lopen (H1 niveau binnen 4,5 minuten).
  • 4v3 situatie waarbij trainer aangeeft naar wie de bal gespeeld moet worden (links, rechts of centraal) over twee kanten.

Situatie over links:

  • Speler speelt medespeler in (rode bolletjes)
  • Trainer roept links, rechts of centraal (variant wit, rood, blauw)
  • Afhankelijk van de opdracht van de trainer word L, R of C in gespeeld;
  • Hierna volgt een 4:3 (wit valt aan tegen roos verdedigen)
  • Na het inspelen van de bal mag er door rood direct worden verdedigd.
drawing Links, rechts centraal
  • 3 teams
  • 2 goals op meer dan kwart veld 
  • Team 1 en 2 beginnen in het veld, team 3 over de achterlijn buiten het veld. Team 1 begint met keeper
  • Zodra 1 van de teams scoort, blijft dit team staan, gaat het andere team eruit en wordt vervangen door het team aan de zijkant
  • Er wordt altijd doorgedraaid zodat sterke team bij keeper staat
    • Team 1 scoort? Team 1 blijft bij de keeper, team 2 gaat eruit en 3 komt erin aan de andere kant
    • Team 2 scoort? Team 1 eruit, Team 2 bij de keeper en 3 aan de andere kant erin
  • Teams dus altijd aan dezelfde kant erin
  • Eventueel afwisselen met shuttles tussendoor 
  • A passt diep[ naar B, B gaat achter pionnen om en geeft de bal voor aan A, A scoort op doel;
  • B gaat terug naar positie, biedt zich aan en krijgt bal van C. CB spelen een 2v1 tegen A;
  • A komt in de bal bij D krijgt bal en speelt (D, E en A) een 3v2 tegen CB.
drawing Aanvallen over 2 kanten
  • Vanaf achterlijn tot 23 m lijn in 30 sec 3x heen & weer.
  • 30 sec rust, daarna herhalen.
  • H1 niveau 4x (start competitie helft) 80% binnen de tijd moet haalbaar zijn.
  • Let op keersnelheid.
  • Laag inkomen om snel weer op gang t komen.
  • Energie meenemen in de draai.
  • Bij grotere groepen, 2 groepen maken.
  • Groep een start op achterlijn, groep twee op 23 meter lijn. Als groep een loopt, rust groep twee uit (30 seconden).
drawing Shuttle run
  • Flatsen,
  • Open aanname,
  • Versnellen & duwpass uit de loop (oefening eventueel afwisselen met andere technieken als slag, duwpass, backhand pass.)
  • A flatst naar B (A loopt achter eigen bal aan);
  • B neemt open aan en loopt om de pion heen.
  • B versnelt met bal aan de stick gekleeft en speelt de bal door de poortjes naar A.
  • Hervatting
drawing SNELHEID AAN DE BAL
  • Zet zes pilonnen uit achter elkaar met +/- vijf meter tussen elke pilon.
  • Dit kun je het beste doen op de 23 meter lijn zoals ook is weergegeven in figuur 1. 
  • Maak weer twee rijen en laat het team sprinten van de zijlijn naar de eerste pilon en terug, vervolgens van de zijlijn naar de tweede pilon en terug.
  • Herhaal dit tot de zesde pilon. 
  • Na deze sprintoefeningen laat je het team rustig in looppas een half rondje uitlopen.