Hockeyoefeningen voor de techniek verdedigen
Twee teams met wissel, er wordt gewisseld als er gescoord wordt.
Ieder persoon verdedigt een doeltje, op elk veld staan 5 doeltjes, dus erzijn ook 5 mensen die deze doeltjes verdedigen.
Als er gescoord word in je doeltje, moet je aan de kant zitten en wordt jewissel. Er komt een nieuwe speler (wissel) van de kant het veld in en gaat het doeltje verdedigen
Als er gescoord word is het 1 punt. Ploeg die aan het einde van de wedstrijdde meeste punten heeft is de winnaar.
Variatie:
Eerst 1 bal, daarna meerdere ballen in het veld
- De spelers worden ingedeeld in teams van 3.
- Er wordt op verschillende veldjes 3-3 gespeeld.
- spelers kunnen in 2 doeltjes scoren en moeten dus ook 2 doeltjes verdedigen.
Variatie:
- Doeltje weg halen.
- Elke team kan maar scoren op 1 doeltje
- en moeten dus ook maar 1 doeltje te verdedigen.
Als de aanvaller de bal terug speelt naar de hulpspeler, kan deze de bal naar de andere kant van het veld passen (spel verplaatsen)
De verdediger aan de kant van het veld, waar de bal niet is, moet altijd achter de andere verdediger blijven (bij 6-tal hockey).
Sluit de training af met een wedstrijd vorm op een half veld
Je kunt het veld in breedte aanpassen afhankelijk van de grote van je team op de betreffende training.
- Speler 1 speelt de bal met een harde push in op de aanvaller die is inkomen lopen vanaf de stip.
- De aanvaller neemt de bal sterk aan en passt de bal terug.
- Speler 1 speelt de bal naar de zijkant.
- De speler aan de zijkant speelt de bal direct naar de hoek.
- Nu mag het team via links verleggen.
2 aanvallers en 1 verdediger.
- Aanvaller speelt de bal naar de andere aanvaller
- De verdediger zet druk
- De aanvallers proberen te scoren
- Als dat is gelukt begint het opnieuw.
Doel:
Het zoeken van de flanken ipv de bal door het midden van het veld te slaan. Teams gaan hierdoor zoeken naar oplossingen en zijn geneigd het spel te verleggen. Het % balbezit gaat hierdoor ook omhoog.
Opzet:
Er worden twee teams gemaakt. De grote hiervan is afhankelijk van het aantal beschikbare spelers. In het midden van het veld staat een vierkant of rechthoek die markeert waar zowel bal als speler niet doorheen mogen.
Variaties:
- Je kan de grote van het vierkant of rechthoek aanpassen om de moeilijkheidsgraad aan te passen. Hoe groter dit veld, hoe moeilijker het wordt.
- Je kunt afspreken dat je wel door het veld heen mag lopen, maar dat de bal er niet doorheen mag.
NB Let er dan wel op dat er geen spullen in het bak liggen en gebruik dan bij voorkeur platte pionnen om struikelen te voorkomen. - Bij een oneven aantal spelers kan je met een 'kameleon' spelen. Deze speler doet iedere keer met het aanvallende team mee en wisselt dus de hele tijd van rol.
- Leg ballen aan de zijkant van het veld, zodat wanneer een bal uit is direct een nieuwe bal gepakt kan worden om door te spelen.
- Ga als trainer in het veld in het midden staan en coach de beide teams.
Doel:
Als aanval is het rendement halen uit je aanval
Als verdediging is slim uitverdedigen.
Opzet:
- Het veld is tot de stippellijn.
- De aanvallers nemen de bal uit ergens op de stippellijn en moeten proberen te scoren.
- De verdedigers moeten proberen de bal via de buitenkant uit te verdedigen.
- De aanvallers scoren 3 punten wanneer ze scoren; 2 punten wanneer ze een corner forceren en 1 punt bij een goede scoringskans.
- De verdedigers krijgen 3 punten wanneer ze de bal uitverdedigen door in de bal tussen de pionnen te spelen; 2 punten wanneer ze een vrije slag krijgen en 1 punt wanneer ze de bal over de zijlijn weten te spelen.
NB Bij het scoren van de verdedigers hoeft de bal niet tussen de pionnen door gelopen te worden of aangenomen te worden achter de pionnen.
Variaties:
- Pas de grote van die teams aan, aan de hoeveelheid spelers die beschikbaar zijn. Je kan ook een team aan de kant hebben en iedere keer een partij van 2 Ã 3 minuten spelen. Op die manier is er een rustmoment en hebben de spelers de tijd om te overleggen en analyseren.
- De pionnen om te scoren voor de verdedigers kunnen ook kleiner gemaakt worden.
- Je kan met een 'kameleon' spelen en zo de aanvallers een overtal geven wanneer scoren niet goed lukt.
Aandachtspunten:
- Zorg dat goed duidelijk is wie welke man oppakt.
- Probeer als verdedigers goed laag te zitten en overtredingen te voorkomen.
- Probeer als aanval juist actief op zoek te gaan naar een voet.
- Kijk of er een mogelijkheid voor een 'double team' is. Als jij als verdediger doorhebt dat jou man niet actief genoeg is bij de aanval, help dan je maatje bij het verdedigen en druk de aanvaller een hoek in.
- Als aanvaller zoek vooral de backhand van je tegenstander op. Een aanval over rechts is dus vaak makkelijker uit te voeren dan andersom.
Doel:
Snel kunnen schakelen tussen aanval en verdedigen.
Opzet:
Het veld tussen de 23m lijn en de middenlijn is in twee delen verdeeld. Er zijn drie teams van 3 spelers. Twee teams spelen tegen elkaar, het team dat overblijft heeft een rustmoment.
- Team 1 en 2 spelen tegen elkaar. Doel van team 1 is om te scoren, doel van team 2 is om de bal bij team 3 te krijgen.
- Wanneer er gescoord wordt door een team moet het andere team weer als verdediger het volgende spel aangaan. Vb: Team 1 scoort tegen team 2, dan speelt team 2 als verdedigend team tegen team 3.
- Wanneer team 2 de bal afgepakt heeft speelt zij deze naar team 3. Team 3 start met de aanval op team 1 zodra zij de bal ontvangen hebben. Team 1 moet dan dus omschakelen van aanval naar verdediging. Team twee neemt nu de plek van team 2 in en wacht het spel tussen 3 en 1 af.
Variaties:
- Het aantal spelers per team kan aangepast worden.
- Het veld kan smaller gemaakt worden.
Aandachtspunten:
- Het spel moet zoveel mogelijk doorgaan. Om dit te doen is het handig om als coach flink wat ballen bij je te hebben zodat je die in de oefening kunt gooien.
Speel een 2-1 en probeer te scoren in het doel.
Verovert de verdediger de bal speelt hij deze in naar het volgende duo.
Wissel de verdediger af.
Doel:
Als aanval is het rendement halen uit je aanval
Als verdediging is slim uitverdedigen.
Opzet:
- Het veld is tot de stippellijn.
- De aanvallers nemen de bal uit ergens op de stippellijn en moeten proberen te scoren.
- De verdedigers moeten proberen de bal via de buitenkant uit te verdedigen.
- De aanvallers scoren 3 punten wanneer ze scoren; 2 punten wanneer ze een corner forceren en 1 punt bij een goede scoringskans.
- De verdedigers krijgen 3 punten wanneer ze de bal uitverdedigen door in de bal tussen de pionnen te spelen; 2 punten wanneer ze een vrije slag krijgen en 1 punt wanneer ze de bal over de zijlijn weten te spelen.
NB Bij het scoren van de verdedigers hoeft de bal niet tussen de pionnen door gelopen te worden of aangenomen te worden achter de pionnen.
Variaties:
- Pas de grote van die teams aan, aan de hoeveelheid spelers die beschikbaar zijn. Je kan ook een team aan de kant hebben en iedere keer een partij van 2 Ã 3 minuten spelen. Op die manier is er een rustmoment en hebben de spelers de tijd om te overleggen en analyseren.
- De pionnen om te scoren voor de verdedigers kunnen ook kleiner gemaakt worden.
- Je kan met een 'kameleon' spelen en zo de aanvallers een overtal geven wanneer scoren niet goed lukt.
Aandachtspunten:
- Zorg dat goed duidelijk is wie welke man oppakt.
- Probeer als verdedigers goed laag te zitten en overtredingen te voorkomen.
- Probeer als aanval juist actief op zoek te gaan naar een voet.
- Kijk of er een mogelijkheid voor een 'double team' is. Als jij als verdediger doorhebt dat jou man niet actief genoeg is bij de aanval, help dan je maatje bij het verdedigen en druk de aanvaller een hoek in.
- Als aanvaller zoek vooral de backhand van je tegenstander op. Een aanval over rechts is dus vaak makkelijker uit te voeren dan andersom.
Organisatie
Veld: half veld
Uitvoering
Algemeen
- Speelrichting wedstrijd hanteren
- Doelen in het midden van veld om besef van spelcontext te stimuleren( vanuit waar verdedig iki?, waar moet ik op scoren?).
- 1:1 : de trainer speelt een bal op Oranje 1 of Blauw 2. Doel van de balbezitter is scoren. Doel van verdediger is doelpunt voorkomen en zelf scoren.
- 2:1 : De trainer speelt een bal op Oranje 1 of Blauw 2. Als Oranje 1 de bal krijgt mag Oranje 3 meedoen in het speelveld van oranje 1
- Oranje 1 en 2 spelen een 2:1 op Blauw 4 (idem als Oranje 3 de bal krijgt (Vak B)).
- 2:2 : Idem als 2:1, als Blauw 2 de bal afpakt mag Blauw 4 meedoen met de aanval in het vak van Oranje 1 (Vak A).
Tips balbezit - Voer schijnactie bij het passeren.
- Snij in na passeeractie; bescherm de bal t.o.v. de verdediger.
Tips niet-balbezit
- Zoek zo snel mogelijk de tegenstander op.
- Houd de stick aan/bij de bal.
- Houd de tegenstander vóór je (op forehand).
- ps omschakelen
Bij Balverlies:
- Zet direct druk op de balbezitter, snij de kortste weg naar het doel af.
Bij Balwinst:
- Voer een snelle actie/doelpoging richting doelen uit.
- Makkelijker maken
- Wijzig regelmatig de startlocatie.
Moelijker maken
- Varieer de aangooisnelheid