Hockeyoefeningen voor de techniek verdedigen
Maak 3 gelijke teams.
Een team begint als verdedigers in de cirkel, een team begint als aanvallers in de de cirkel en het andere team begint buiten de cirkel als kom.
Een team begint als verdedigers in de cirkel, een team begint als aanvallers in de de cirkel en het andere team begint buiten de cirkel als kom.
De bedoeling is dat de kom gaat overspelen met elkaar op tempo en dat ze de aanvallers gaan aanspelen in de cirkel.
Hierbij is belangrijk dat de kom gaat pre scannen voordat ze de bal krijgen en dus al weten waar de aanvallers in de cirkel staan of gaan komen.
Als ze een aanvaller hebben aangespeeld dan speelt de aanvaller de bal terug en dan mag hij mee de cirkel in om te scoren. de rest van de kom doet dan niet mee met de aanval. maar kan de bal wel terug krijgen maar dan begint het weer overnieuw.
Hierbij is belangrijk dat de kom gaat pre scannen voordat ze de bal krijgen en dus al weten waar de aanvallers in de cirkel staan of gaan komen.
Als ze een aanvaller hebben aangespeeld dan speelt de aanvaller de bal terug en dan mag hij mee de cirkel in om te scoren. de rest van de kom doet dan niet mee met de aanval. maar kan de bal wel terug krijgen maar dan begint het weer overnieuw.
1 verdediger mag uit de cirkel om druk te zetten om de kom. de rest van de verdedigers blijven in de cirkel. De aanvallers mogen niet uit de cirkel.
Als de verdedigers de bal afpakken mogen ze scoren in een van de twee goals aan de zijkant
Als de verdedigers de bal afpakken mogen ze scoren in een van de twee goals aan de zijkant
- A begint met de bal en passt de bal naar B.
- B neemt de bal aan en passt de bal naar C.
- C neemt de bal aan en geeft de bal in de diepte naar de doorgelopen A.
- A neemt de bal aan en vanaf hier begint een 3:2.
- Denk aan de scoringsposities in de cirkel en kijk naar elkaar.
- Voor de verdedigers is de communicatie met elkaar belangrijk hoe ze gaan staan. Je wil ze dus horen communiceren met elkaar.
- A begint met de bal en loopt een stukje op.
- B begint tegelijk met lopen en A geeft een pass in de loop van B.
- Als A de pass heeft gegeven dan mag de tackle back loper beginnen met lopen.
- A en B willen samen gaan scoren op het goal.
- De verdedigers willen de bal uitverdedigen naar buiten.
- A begint met de bal en pass de bal naar B.
- B neemt de bal aan en pass de bal naar C.
- C neemt de bal aan en geeft de bal breed naar de doorgelopen A.
- A ontvangt de bal en dan begint er een 3:2 tegen de verdedigers die zijn begonnen in de cirkel en die er uit mogen stappen als C de bal heeft aangenomen.
- Aanvallers scoren op het grote goal.
- Verdedigers scoren in het goaltje bij de zijlijn.
Oefening 1:
- A staat in het midden van de cirkel en krijgt start 4 ballen om af te ronden op goal.
- Bal 1: B pass de bal naar A, A neemt aan en rond af met de forehand slag.
- Bal 2: A draait gelijk om en krijgt de bal van C precies langs de pionnen zodat A de bal over de pionnen kan liften en rond dan af met de backhand op goal.
- Bal 3: A draait gelijk terug en krijgt een harde bal van D die ze over de pionnen heen lift door haar stick voor de pionnen te leggen en rond af met de forehandslag op goal.
- Bal 4: Gelijk omdraaien en krijgt een harde bal van E die ze gesloten aanneemt en dan weg draait naar haar backhand en afrond met de backhand op goal.
Oefening 2:
Balbezit spelen met communicatie als aandachtspunt.
Balbezit spelen met communicatie als aandachtspunt.
- Geef 1 speler in elk team de leiding om het balbezit de sturen.
- De spelers luisteren naar de aanwijzingen van deze spelers
- A begint met de bal en push de bal naar B.
- B neemt de bal open aan en scoop de bal naar C.
- C neemt de bal hoog aan en zorgt voor controle.
- D loopt de diepte in en krijgt de bal in de loop van C.
- D speelt en 1:1 tegen de verdediger die daar staat. Proberen snelheid te behouden.
- Als de verdediger de bal heeft afgepakt, scoren op het goaltje aan de zijkant.
Deel de groep op in 2 groepen
- Een groep begint in het vak en gaan zo druk zetten op de spelers die al in het veld staan.
- De spelers die al in het veld staan, willen de bal verleggen door middel van de kom en scoren in de goaltjes aan de zijkanten.
- De spelers in het vak mogen pas het vak uit de bal naar een van de verdedigers is gegooid.
- A passt de bal terug naar B.
- Dan start de 2:1.
- A en B willen gaan scoren op het grote goal.
- De verdediger wil zorgen dat de pass lijn dicht is en op die manier de bal te veroveren.
- De bal terug laat je natuurlijk open, die mag altijd.
Partijvorm waarbij je een gewone partij speelt.
Maar als de trainer fluit, de bal waar ze mee aan het spelen zijn er uitgaat. En de trainer vervolgens er een nieuwe bal ingooit op een andere plek in het veld.
Maar als de trainer fluit, de bal waar ze mee aan het spelen zijn er uitgaat. En de trainer vervolgens er een nieuwe bal ingooit op een andere plek in het veld.
- A begint met de bal en wil met zijn medespelers proberen te scoren.
- De verdedigers, die de as dicht willen houden, zetten druk als de aanvallers over de 23 meter lijn komen.
- Als ze de bal hebben veroverd, scoren ze in het goaltje aan de andere kant.
- A geeft een lange harde bal naar B.
- B neemt de bal aan en pass de bal door naar C.
- B en C spelen en 2:1 tegen de verdediger die vanuit het binnen druk gaat zetten.
- Als de verdediger de bal afpakt dan scoor hij in het goaltje aan de zijkant.
- A en B gaan overspelen met elkaar. Voordat ze de bal krijgen, kijken ze of er een medespeler in het vak vrijloopt.
- De aanvallers in het vak bieden zich aan voor de twee spelers die aan het overspelen zijn.
- Als je je hebt aangeboden en je krijgt de bal niet dan loop je weer weg en maak je ruimte voor de andere spelers en kom je je later nog een keer aanbieden.
- Als de bal bij één van de aanvallers is gekomen, wordt er een 4:3 gespeeld, als er geen ruimte naar voren is dan spelen ze de bal terug naar A of B en begint het weer overnieuw.
- Als de verdedigers de bal afpakken dan scoren ze in één van de 2 goals buiten het 23 meter gebied.