Inline-skateoefeningen
Jagerbal wordt gespeeld in 2 teams.
1 team draagt een fluohesje
Iedere speler mag de bal max. 5 seconden vasthouden.
Wie dood is:
1 team draagt een fluohesje
Iedere speler mag de bal max. 5 seconden vasthouden.
Wie dood is:
- opent de benen
- handen in zij
- arm tegen muur
- blijft aan de zijkant (ieder team heeft een 'dode kant'
Leden liggen in buiklig in een cirkel terwijl de tikkers (rood - fluohesje) in de cirkel rechtstaan.
Op het moment dat de trainer (blauw) - evenveel ballen als tikkers - ballen rolt naar de tikkers mogen alle leden rechtstaan en zich verspreiden over de zaal.
Nu start jagerbal!
Wie getikt is kan:
Op het moment dat de trainer (blauw) - evenveel ballen als tikkers - ballen rolt naar de tikkers mogen alle leden rechtstaan en zich verspreiden over de zaal.
Nu start jagerbal!
Wie getikt is kan:
- zijn armen in de zij leggen - stopcontact
- benen spreiden
- arm tegen de muur
- enz.
Na enkele minuten geven de tikkers hun fluohesje door.
- Tijdens dit spel oefenen skaters op hun STOP-techniek.
- Er zijn een 8-tal teams van min. 2 spelers. Op het startsignaal skate 1 groepslid rechtdoor.
- Wanneer 2 skaters elkaar tegenkomen stoppen ze aan het bijhorend gekleurd potje.
- Zo worden botsingen voorkomen en leert men tijdig stoppen.
- Wie wint, skate verder totdat hij/zij een nieuwe skater tegenkomt.
- Wie verliest skate langs de zijlijn terug naar zijn/haar begin kegel.
- De groep kan een punt verdienen wanneer een van de spelers van het team voorbij het laatste potje komt.
- Na 3 minuten schuiven de spelers per team aan de blauwe kegels 1x door naar rechts. Zo speelt ieder team regelmatig tegen andere groepjes.
- Wie gelijk speelt krijgt in totaal 1 punt. Wie wint verdient 2 punten. De teams tellen zo hun totaal aantal punten op tegen het einde van het spel.
- Plaats kegels op een lijn op ±2m van elkaar.
- Schuif over de grond(=skaten zonder dat de skates los van de grond komt) over een kegel, breng tussen de kegels je gewicht over van het ene been naar het andere en haal gelijktijdig met het overbrengen het andere (afzet-)been over de grond bij tot de voeten gesloten zijn.
- Afwisselen links en rechts.
- Maak een beetje snelheid, rij in spreidstand met de skates recht vooruit, het gewicht op één (gebogen) been, het andere zijwaarts gestrekt.
- Breng je gewicht over van het ene naar het andere been, zonder omhoog te komen.
- Controleer of je gewicht op je steunbeen rust door het gestrekte been zijwaarts op te heffen.
- Doordat de skates evenwijdig en recht vooruit staan mag de snelheid niet toenemen.
- 2 groepen waarvan min. 3 spelers.
- Het doel is zo veel mogelijk passen te geven aan het eigen team zonder dat de bal botst/door het andere team wordt geblokkeerd en afgenomen.
- Het team dat als eerste 5 OF 10 passen geeft is gewonnen.
Gradatie:
- Elke bal die botst -> bal aan het andere team
- Er mag geen 2x op rij naar eenzelfde persoon gepast worden
- De leden zijn verdeeld over 2 kringen.
- Op het signaal van de trainer start 1 van de leden in de kring met skaten. Hij/zij skate een volledige ronde en tikt de volgende aan (die links van hem stond in de kring).
- Het lid dat net geskate heeft gaat nu een potje halen bij de tegenstander. Het lid dat is aangetikt doet net hetzelfde. Deze skate een ronde en tikt opnieuw de volgende aan.
- Het doel is zo snel mogelijk alle potjes van de andere groep af te nemen en bij jouw team te leggen.
Let op! De leden zullen na enige tijd geen 'kring' meer overhouden door skaters die weg zijn. Geef aan dat ze in dat geval de kring kleiner moeten maken!
- Leden staan per 2 met elk een gestrekt hand tussen beiden.
- Wanneer lid 1 op de hand tikt, sprinten beiden zo snel mogelijk naar de veilige zone.
- Als lid 2 de ander tikt, krijgt hij 1 punt.
- Aan de andere kant van de zaal wisselen de rollen.
- Mogelijkheid 1:
- Korte & snelle stappen in V-positie die steeds groter worden
- Mogelijkheid 2:
- Korte & snelle stappen in zijwaartse positie die bij grote stappen overgaan in V positie.
Aanbreng:
- pinguïn -stop
- visjes -stop
- T -stop
- draai -stop
- hockey -stop
Laat iedereen achter de beginlijn vertrekken, per 2 achter elkaar. Zo kan er gericht worden gekeken naar ieders stop.
- Tip: Plaats een trainer op de middenlijn en een trainer aan de eindlijn.
- Tip: Breng max. 3 stops aan per training!
- + Let op buiging knieën!
- Gebaseerd op het kat- en muisspel.
- Iedereen staat per 2 achter elkaar, geplaatst in een cirkel.
- Er is verder een tikker en een loper.
- De loper moet zo snel mogelijk achter een groepje van 2 personen gaan staan om veilig te zijn.
- In dit geval wordt de eerste persoon van dit nieuwe groepje van 3 de tikker en loopt achter de andere speler aan. De rollen zijn gewisseld.
Gradatie:
- 2 paar tikkers en lopers
- Er mag ook voor een groepje van 2 worden plaatsgenomen. In dit geval is het niet de voorste, maar achterste persoon die tikker wordt. Zo blijft iedereen actief denken.
Variatie:
- Niet achter elkaar staan, maar op elkaar liggen.
Statische variant:
- Ga vanuit zit naar stand aan de kant van de sporthal;
- Ogen vooruit en in de rolrichting;
- Handen voor je;
- Knieën gebogen, licht over de skates hangend;
- Rug licht gebogen. (Dat gaat na de eerste 3 acties die hierboven staan vanzelf goed, behalve als je angstig wordt.)
Dynamische variant:
- Met zijwaartse stapjes in basishouding van de kant naar het midden van het sportterrein gaan.
- Rol vooruit en zwaai met je handen langs je lichaam (zonder zwaaien mag ook).