Korfbaloefeningen

Opstelling: 
  • Speler 2 staat met de bal achter speler 1 op 6 meter voor de korf.
  • Speler 2 gooit de bal over speler 1 de ruimte in.
  • Speler 1 pakt de bal, nu moet speler 2 zich verplaatsen tot zijkant van speler 1 om de pas te kunnen ontvangen.
  • Speler 1 vordert verder richting korf om te kunnen scoren.
 Spelers moeten kunnen inschatten waar zij zich het beste aanbieden, om de pas te kunnen ontvangen. 
drawing Zijkant aanbieden
Opstelling:
Welk team haalt meeste goudstukken/ pittenzakjes binnen?
  • 1 bank & één-tegen-allen 
  • 2-4 dievenbendes  
  • 1-2 bewakers.
Spel bestaat uit 4 spelrondes:

Spelronde 1:
  • Dief - aanvaller: per post slechts 1 actief & 1 goudstuk per keer proberen uit de bank te stelen.
  • Verzamel in eigen kluis -hoepel-.
  • Bewaker - verdediger- mag enkel buiten de bank verdedigen.
  • Als de dief wordt gepakt dus aangetikt, moet hij het goudstuk achterlaten in het politiekantoor -onder een kegel.
  • Welk team heeft meeste goudstukken kunnen stelen?
Spelronde 2:
  • Verdeel goudstukken gelijk over de dieven.
  • Dieven: verplaats jullie goudstukken veilig 1-voor-1 naar andere kluis -van de ene naar de andere hoepel.
  • Dief -aanvaller: loop rond je kegel zonder dat de bewaker je pakt.
  • Agent -verdediger: mag in dit geval enkel binnenin de bank verdedigen.
  • Als de dief wordt gepakt -aangetikt, moet hij het goudstuk achterlaten in het politiekantoor -onder een kegel.
  • Welk team heeft meeste goudstukken veilig kunnen overbrengen?

Spelronde 3:
  • Dieven: steel gedurende x-tijd zoveel mogelijk goudstukken uit andere kluis.
  • Dief -aanvaller: verplicht heen & weer door bank = let op bewaker in de bank.
  • Bewaker mag enkel binnen de bank verdedigen.
  • Als de dief wordt gepakt dus aangetikt, moet hij het goudstuk achterlaten in het politiekantoor -onder een kegel. 

Spelronde 4:
Idem aan spelronde 3, maar met dubbele bewaking 1 bewaker buiten & 1 bewaker binnen de bank.

Welk team heeft na 4 spelrondes de meeste goudstukken in zijn bezit?

drawing Rappe dieven spel
Opstelling:
X aantal korven.

Variant 1:
Laat de spelertjes met de dobbelsteen bepalen hoeveel schotjes/ kansen ze moeten scoren aan elke korf.
Ze mogen al dribbelend met de bal naar de ander korf. 

Variant 2:
Verschillende soorten kansen.
Met 1 hand, strafworp, doorloopbal al lopend met de bal.
 Opstelling: 
  • 1 korf in ovaal, met een korf recht ertegenover op 8 meter.
  • 1 Speler voor de korf met bal.
  • 2 Spelers achter de korf net buiten het ovaal.
  • Tijdens de oefening aandacht besteden aan de schottechniek.
  • De anderen wachten aan de zijkant - maximum 3 spelers.
Variant 1: 
  • Speler 1 neemt schot.
  • Spelers achter de korf nemen lopende Rebound.
  • De Speler die de Rebound heeft, wordt schutter.
  • De Speler die het Reboundduel verloren heeft gaat nu het reboundduel aan met de volgende speler uit de wachtrij.
  • De schutter sluit aan bij de wachtrij.
Variant 2: 
  • Idem als Variant 1, maar de speler die de Rebound heeft neemt een korte kans.
Variant 3: 
  • Idem als Variant 1, maar de Rebounders proberen nu een doelpunt te maken in de korf er tegenover. De Schutter wordt verdediger.
Variant 4: 
  • Idem als Variant 3, maar met maximum 1 of 2 passen richting korf er tegenover.
  • Een speler begint onder de korf met een bal.
  • De rest van het team staat om de korf op schotafstand.
  • De spelverdeler gooit iemand aan, die probeert te scoren.
  • De spelverdeler vangt/ haalt de bal.
  • Als gescoord wordt, wordt de scorende persoon de spelverdeler.
  • Na elk schot krijgt een volgende willekeurige speler de bal en probeert te scoren.
3 varianten:
  • Zijwaarts over de pionnen heen en weer (voor het nemen van de doorloopbal)
  • Met twee benen tegelijk over de dopjes
  • Heen en weer sprinten tussen de twee pionnen
drawing Doorloopballen met obstakels
  • 1 speler heeft de bal en de rest gaat op ongeveer 3 meter afstand staan in een lange rij.
  • De rode speler loopt langs de rij met blauw spelers.
  • De blauwe spelers moeten ervoor zorgen dat de rode speler de bal in de loop krijgt gegooid.
  • De rode speler speelt de bal telkens een speler verder, zodat alle spelers in de rij aan de beurt zijn geweest.
  • Wanneer de rode speler de hele rij bij langs is geweest, wisselt hij/ zij met de eerste blauwe speler. 
drawing Rij gooien en vangen
  • De eerste bal wordt vanuit het voorvak diep gespeeld.
  • Vervolgens komt de andere voorkant naar binnen en wordt de bal aangespeeld.
  • De eerste passer loopt over het blok naar de afvang.
  • De achterste speler loopt aan de balkant voor een doorloopbal naar de paal.
  • Een alternatief is dat de bal direct wordt teruggespeeld voor het afstandsschot.
  • De speelster onder de paal stapt uit zodra van de voorkant de rebound wordt overgenomen en zorgt dat de speler met de bal twee aanspeelpunten heeft.
drawing Rebound vanaf de voorkant over een blok
  • Maak 3-tallen, waarvan 1 verdediger, de andere 2 gaan met elkaar overgooien.
  • Het 2-tal staat ongeveer 4 meter uit elkaar.
  • 1 van de 2 heeft een verdediger voor zich staan.
  • Belangrijk om goed in de handen te gooien. Om dit goed te doen, stapt de ene langs de verdediger en gooit een strakke bal richting de ander.
  • Doe dit 5 keer zonder dat de bal op de grond valt, dan draai je door.
Aanvaller gebruikt schijnbewegingen om voorbij de verdediger te komen.
  • Er zijn 6 spelers tussen de pionnen.
  • Per rij pionnen moet er 1 gat zijn.
  • De andere spelers proberen om door middel van schijnbewegingen het gat te vinden.
  • De verdedigers mogen alleen maar in de breedte verdedigen en proberen de aanvallers te tikken.
  • Als je getikt wordt, moet je opnieuw beginnen.
  • Als de aanvallers de overkant bereiken, krijgen ze 1 punt.
  • Na 5 punten wordt er gewisseld.
  • Het spel kan makkelijker gemaakt worden door minder verdedigers toe te voegen.
drawing Schijnbewegingen aanval
  • Er staat een steun met verdediger.
  • De aanvaller met verdediger komt oplossen voor de vang.
  • Zodra zij de dame naast de steun heeft gezet om er rondom te draaien: 
    • Draait diegene met snelheid rondom de steun. 
    • Staat niet stil om de vang te pakken. 
    • Gaat in plaats daarvan naar de zijkant. 
    • Krijgt de bal en schiet. 
drawing Oplossing rond de steun
  • Wanneer er een vang staat en de steun wordt voorverdedigd.
  • Blijft de vang staan en trekt de voorverdedigde steun weg via de rugkant van de verdediger.
  • Krijgt de bal en neemt een korte kans.
drawing Oplossing als de steun wordt voorverdedigd