Korfbaloefeningen
Cobra stretch 10x
- Ga op de buik op de grond liggen met de benen naast elkaar en de tenen lang.
- Zet de handpalmen vlak bij de bovenkant van de schouders op de grond.
- Adem uit en druk het lichaam omhoog door de rug te krommen.
- Houdt de heupen op de grond.
Als dit te zwaar is, steun dan met de ellebogen op de grond i.p.v. met de handen.
Staande zijwaartse stretch 10x
- Sta met de voeten op schouderbreedte.
- Sla de handen boven het hoofd in elkaar.
- Buig zijwaarts zodat het oor naar de grond begint te wijzen.
- Om in balans te blijven duw je de heupen de andere kant op.
- Kom langzaam in de positie en houdt de rek 5 tellen vast.
- Blijf normaal ademhalen.
Geknielde buikstretch op bovenbenen wiegen 10x
- Ga op de knieën zitten met de knieën op heupbreedte en de tenen op de grond.
- Zet de handen onder de billen op het bovenbeen.
- Krom de rug naar achteren, zodat de borst naar voren komt.
- Span de buikspieren aan.
Lichaam heffen in boothouding 5x
- Ga op je rug liggen met gestrekte benen en leg de gestrekte armen achter het hoofd op de grond.
- Kantel je bekken naar boven en je lendenwervelkolom op de grond.
- Houdt de rug gedurende de gehele oefening op de grond.
- Til je armen en borstkas ongeveer 5 cm van de grond -armen gestrekt naar achteren.
- Je voelt nu een spanning in de buikspieren.
- Til de benen ongeveer 20 cm van de grond.
- Houdt dit 10 tellen vast.
De focus in deze oefening ligt op het afmaken van kansen en het timen in de rebound.
Maak je niet snel genoeg goals, dan verlies je de partij.
Maak je niet snel genoeg goals, dan verlies je de partij.
- Doelstelling is het maken van 5 doelpunten.
- De rebounder onder de korf speelt tegen de schutter voor de korf. Wie van de twee spelers maakt als eerste 5 doelpunten?
- De rebounder start als aangever zodanig dat te schutter uit beweging moet schieten buiten de 6 meter.
- De rebounder mag alleen schieten als hij of zij de bal in één keer vangt zonder dat er een doelpunt is gemaakt.
- Als er één 5 doelpunten scoort wissel je van functie
- We spelen de beste uit 3 partijen. Bij 2-0 is het dus klaar.
Te makkelijk of te moeilijk:
- Vergroot of verklein dan de schotafstand.
- Speel met het aantal doelpunten wat ze moeten halen.
- Om de rebounder uit te dagen kan ervoor worden gekozen de rebounder op een aantal meter van de korf te laten beginnen. Het wordt voor de rebounder moeilijker de bal in één keer te vangen.
De focus in deze oefening ligt op het afmaken van kansen en het timen in de rebound.
Maak je niet snel genoeg goals, dan verlies je de partij.
Maak je niet snel genoeg goals, dan verlies je de partij.
- Doelstelling is het maken van 5 doelpunten.
- De rebounder onder de korf speelt tegen de schutter voor de korf. Wie van de twee spelers maakt als eerste 5 doelpunten?
- De rebounder start als aangever zodanig dat te schutter uit beweging moet schieten buiten de 6 meter.
- De rebounder mag alleen schieten als hij of zij de bal in één keer vangt zonder dat er een doelpunt is gemaakt.
- Als er één 5 doelpunten scoort wissel je van functie
- We spelen de beste uit 3 partijen. Bij 2-0 is het dus klaar.
Te makkelijk of te moeilijk:
- Vergroot of verklein dan de schotafstand.
- Speel met het aantal doelpunten wat ze moeten halen.
- Om de rebounder uit te dagen kan ervoor worden gekozen de rebounder op een aantal meter van de korf te laten beginnen. Het wordt voor de rebounder moeilijker de bal in één keer te vangen.
Doel
- Zuiver schieten en conditie opbouwen.
- Welk tweetal heeft als eerst 0 keer op en neer rennen bereikt.
Regels
- Je begint met 5 keer zo snel mogelijk op en neer sprinten over de breedte van de zaal.
- Daarna schiet je 10 keer binnen de 2 meter en telt hoeveel keer je scoort. Je schiet om en om, dus ieder 5x.
- Als je 5 of meer keer gescoord hebt -de helft van je aantal enkele sprinten- dan mag je een keer minder op en neer sprinten, dus 4 keer.
- Daarna ga je weer schieten en telt hoeveel keer je scoort. Is dit de helft of meer dan het aantal keer dat je hebt gelopen, dan mag er weer een keer op en neer vanaf.
Oefeningen met bezemstok:
- Stok in de nek, voeten schouderbreedte uit elkaar.
- Draaien met de armen terwijl jezelf naar voren blijft kijken.
- Dit herhalen tot de schuine buikspieren verzuren.
- 30x.
- Stok in de nek, voeten schouderbreedte.
- Nu squat maken. 90 graden in de knie
- 15x
- Bezemstok voor je buik vasthouden met de handen zover mogelijk uit elkaar.
- Nu ga je over je hoofd de stok naar je rug brengen en weer terug. 10x
- Hetzelfde met 1 hand hoog en 1 hand laag. 10x
- Hetzelfde met de andere hand hoog en over de andere schouder.10x
- Bezemstok verticaal op je hand zetten en er mee balanceren op elke hand
- 15 seconden
- Lunge met stok in de nek.
- Grote stap voorwaarts en buigen door de andere knie.
- Afzetten op het voorste been en terugkomen in uitgangspositie.
- Elk been 10x
Oefeningen met Speedladder
- Hakken billen met handen op je billen. Elke voet komt in elk vakje. 10x
- Hinkelen door de ladder op linkerbeen. 10x
- Hinkelen door de ladder op rechterbeen. 10x
- 1 been in de ladder en 1 been buiten de ladder, opspringen en buitenste been in de ladder en binnenste been uit de ladder. 10x
- Zijwaarts in - en uit huppen in de ladder . 10x
- Aangever met bal onder de korf, schutter en verdediger voor de korf.
- De schutter gaat rond de korf vrijkomen en gaat 6x schieten.
- De verdediger mag maximaal 2 van de 6 schoten blokken.
- Op de andere schoten wordt passief druk gezet.
- Bedoeling is dat de aanvaller daadwerkelijk gaat schieten, ongeacht wat de verdediger doet.
- En de bedoeling is dat er overtuigend wordt geschoten, de ballen die niet worden geblokt moeten écht geschoten worden om te scoren, dus niet te veel focus op de verdediger maar gewoon doorschieten.
- Met 4 spelers heb je een extra aangever/ rebounder.
- Speler sprint naar voren.
- Vervolgens zijwaarts naar links.
- Zijwaarts naar rechts.
- Zijwaarts naar het midden.
- Tenslotte achteruit naar het beginpunt.
- Doe dit in 3-tallen om en om en doe dit ieder 5x.
- 2 - of 3 tal.
- 1 paal met aangever en 3 pionnen voor de paal 5 meter uit elkaar.
- Speler start bij 1 met rug naar paal.
- Zijdelings naar 2.
- Shuffle naar 3.
- En fullspeed naar paal voor doorloopbal. Moeilijk keerpunt bij 3.
- Speler start bij 1 met gezicht naar de korf.
- Zijdelings naar 2.
- Terug naar 3.
- En fullspeed om 4 heen voor een doorloopbal.
Zet per tweetal/ drietal een rechthoek van 2 meter bij 1 meter uit met vier verschillende kleuren hoedjes.
- 1 speler staat in het vak, de ander kijkt toe.
- Leg twee lijnen aan elke kant van de rechthoek.
- De spelers in het vak laten de voeten op de plaats bewegen - dribbelen-.
- De spelers krijgen steeds opdrachten waar ze op moeten reageren.
- Telkens als je een kleur van een hoedje noemt, moeten zij dat hoedje met de hand aanraken.
- De opdrachtlijn betekent dat ze naar een van de zijlijnen moeten sprinten. Op dat moment komt de ander van het tweetal/drietal in het vak en doet dan de opdrachten.
- Ieder doet dat 10 keer.
Opdrachten kunnen onder andere zijn: spring, hurk, raak hak aan, raak knie aan, hinkel rechts, hinkel links, zit, plank, push-up enz.
Deze opdrachten wissel je af met een kleur van een hoedje.
Deze opdrachten wissel je af met een kleur van een hoedje.
Deze oefening is conditioneel en heeft als doel het wenden en keren te oefenen op hoge snelheid.
Oefening:
Oefening:
- Vanaf de achterlijn bij een volleybalveld sprint je naar de verste 3 meterlijn.
- Dan ga je terug naar de eerste 3 meter lijn.
- Vervolgens sprint je naar de achterlijn en gaat op dezelfde manier terug:
- Via de verste 3 meterlijn,
- De eerste 3 meterlijn
- De achter -begin- lijn. Dit is 60 meter.
- Tik steeds de lijn aan. 4 x.
- Na de eerste keer 15 seconden rust.
- Na de tweede keer 15 seconden rust.
- Na de derde keer 30 seconden rust.
- Zet de hordes 5 meter uit elkaar op 7 meter.
- Spring over de horde, krijg de bal in de sprong.
- Als je op de grond bent met het buitenste been, speel je de bal terug en maakt een doorloopbal.
- 5pp links en 5 pp rechts.
- Zet de hordes nu op 5 meter en 5 meter uit elkaar.
- Spring over de horde, krijg de bal in de sprong en schiet als je neerkomt.
- Scoor 5x pp.
- Ga zijwaarts door de ladder met rechte rug en opgetrokken knieën.
- 2x rechts en 2x links.
- Ga achterwaarts door de ladder met 1 voet in elk vakje.
- 2x met rechts beginnen en 2x met links beginnen.
- Ga voor de ladder staan.
- Stap met linkervoet in de ladder en met rechtervoet achter het linkerbeen om buiten de ladder en trek links bij.
- Ga met rechts in de ladder en zet de linkervoet aan de andere kant buiten de ladder via de achterkant van het rechterbeen
- 2x met links beginnen en 2x met rechts.
- Ga zijwaarts door de ladder linkervoet in eerste vakje.
- Vervolgens rechtervoet achter de ladder tussen de vakje in.
- Dan met linkervoet in de ladder en met rechtervoet voor de ladder.
- En dan met linkervoet weer in de ladder en met rechts er achter.
- Let op de linkervoet. Die staat steeds in het vakje, rechts wisselt van achter naar voor de ladder.
- 2x beginnen met links en 2x met rechts
- In de oneven vakjes van de ladder ligt een hoedje.
- spring met twee benen schuin over het hoedje naar het volgende vak,.
- Vervolgens met twee benen in het vakje en aan de andere kant ernaast.
- Dan weer over het hoedje enz.
- 2x schuin naar links springen en 2x schuin naar rechts.