Korfbaloefeningen

  • De bal wordt ingespeeld op een hoge steun en de inspeler dreigt met een doorloopactie.
  • De steun verlegt de bal naar zij- of achterkant van de korf, op een bewegende speler.
  • De speler achter de korf komt tot schot.
  • De inspeler komt over de steun en vangt de bal af.
  • De afvanger speelt de bal naar voren naar de weggelopen steun.
  • De schutter neemt de steunpositie in en de afvanger wordt de nieuwe schutter.
Deze oefening kan van elke kant gespeeld worden.
Doel van de oefening is het hele veld te benutten en ruimte te creëren in het spel.

drawing Achterkant korf benutten
  • 2 Spelers voor, 1 verdediger.
  • Speler 1 -links- maakt beweging richting passer, trekt diep tot achter de korf, neemt schot.
  • Verdediger -rood- maakt de pass moeilijk, laat het schot toe
Belangrijk:
  • Passer gooit met buitenhand
  • Schutter schiet op juiste been -buitenbeen.
drawing Dieptelijn-schot met verdediger
  • Maak een rondje langs het veld. Aan de lange zijden joggen, aan de korte zijden wandelen.
  • Sta rechtop, voeten heupbreedte. Maak 20 squats in langzaam tempo.
  • Sta rechtop, voeten heupbreedte. Maak 20 sprong squats. Begin met de armen gestrekt boven je hoofd. Om de sprong extra kracht mee te geven; Laat je armen langs je lichaam vallen terwijl je je knieën buigt. Zwaai de armen door naar achter en spring terwijl je je armen terug beweegt naar voren en omhoog. Houdt je rug recht, heupen naar achteren, voeten plat op de grond.
  • Maak lunges in drie posities per been. Basispositie; sta rechtop met je voeten iets uit elkaar. 
    • Zet je rechterbeen recht vooruit en buig de knie 90 graden. Je linkerknie zo dicht mogelijk bij de grond.  Kom omhoog.
    • Zet je rechterbeen, met de voet iets naar voren gedraaid naar de rechterzijkant. Buig je linkerknie. Ga terug naar basispositie.
    • Zet je rechterbeen naar achter, buig je linkerknie. Ga terug naar de basispositie.
    • Zet je linkerbeen recht vooruit en buig de knie 90 graden. Je rechterknie zo dicht mogelijk bij de grond.  Kom omhoog.
    • Zet je linkerbeen, met de voet iets naar voren gedraaid naar de linkerzijkant. Buig je rechterknie. Ga terug naar basispositie.
    • Zet je linkerbeen naar achter, buig je rechterknie. Ga terug naar de basispositie.
  • Maak een rondje langs het veld. Aan de lange zijden joggen. Aan de korte zijden sprint.
  • De speler achter de korf speelt de bal opzij en beweegt in de breedtelijn kort heen en weer.
  • Tegelijk met het inspelen komt de voorste speler naar de korf en maakt een doorloopbal.
  • De eerste speler vangt de bal af en plaatst de bal uit richting de naar achter doorgelopen schutter.
  • De afvanger neemt de plaats van de aangever in en de aangever wordt de schutter.
drawing Doorloopbal met afvang uit de ruimte
  • De voorste speler speelt de bal in op de steun en loopt op de steun af.
  • De steun speelt de bal op de van de zijkant inkomende medeaanvaller net voordat de inspeler bij hem is.
  • De inspeler loopt om de steun heen en krijgt de bal aangespeeld van de medeaanvaller en neemt een doorloopbal.
  • De schutter vangt zelf de bal af en plaatst deze naar voren.
  • De steun wordt doorloper.
  • De medeaanvaller steun.
  • De schutter wordt medeaanvaller.
Scoor 20 x over links en 20 x over rechts.
drawing Doorloopbal over steun
  • Speler 1 staat bij de pion
  • Speler 2 komt naast speler 1 aanbieden en dubbelt 1 keer
  • Vervolgens loopt speler 2 diep
  • Speler 1 gaat achter de eigen bal aan en zet een aangeef
  • Speler 2 neemt een doorloopbal
  • Wisselen na X kansen
  • Totaal X goals maken
Aandachtspunten:
  • Actie vlot uitvoeren.
  • Strakke passing.
  • Juiste hand passen.
drawing Passen, lopen met doorloopbal en dieptelijn
  • Bij deze oefening maak je gebruik van 2 palen tegenover elkaar.
  • Bij elke paal staat een aangever. 
  • Eén van de aangevers heeft de bal. 
  • De palen staan +/- 10 meter uit elkaar.
  • Op circa 4 meter van de korf aan de zijkant staat een aanvaller met verdediger.

  • De aanvaller gaat aan de zijkant van de paal een aanvallende actie maken om de bal te ontvangen voor het schot. 
  • Het doel is dat de verdediger zoveel druk geeft dat de bal niet gegooid kan worden. Indien dit gebeurd maakt de aanvaller een loopactie naar de andere paal.
  • Diegene die steun staat, gooit de bal. de aanvaller moet eerst een kaats maken en dan pas de doorloopbal maken.
drawing Diepe doorloopbal
Doel:
Warming-up met reactievermogen trainen.

  • Het veld wordt opgedeeld in vijf verschillende lijnen, inclusief de zijlijnen.
  • Iedereen start op dezelfde lijn, en start daarmee met korte pasjes.
  • De trainer roept telkens een kleur/type lijn, waar de groep zo snel mogelijk heen moet rennen. De lijn dien je met twee handen aan te tikken op de vloer.
  • Later wordt hier een wedstrijdelement aan gekoppeld. 
  • Wie als laatst de lijn aantikt, valt af.
  • speler A speelt op B.
  • B plaatst door op de naar de zijkant uitlopende C.
  • C speelt door op de naar de punt van de cirkel inlopende D en C dreigt naar binnen.
  • B loopt, na de pass op C, om C heen naar de korf en krijgt de doorloopbal aangegeven van D.
  • A is inmiddels naar het achtervak gelopen om aan te vullen als dat nodig is.
drawing Doorloopbal na verleggen via lopend blok
Alle spelers hebben een eigen bal. Het gaat om de techniek van de "huppel" bij de doorloopbal drietallen bij een korf. 

  • Stap 1: de kinderen komen aangehuppeld met een eigen bal en nemen vlak voor de korf een doorloopbal.
  • Stap 2: er staat een aangeef en de spelers komen aangehuppeld en nemen de bal van de aangeef aan en maken dan een doorloopbal.
  • stap 3: de kinderen komen aangerend en krijgen de bal laag aangegooid en nemen een doorloopbal.
  • Speler blauw moet de bal bij één van de 4 pionnen krijgen.
  • Speler rood moet voorverdedigen.
  • Speler rood moet ballijn dichtzetten.
drawing Verdedigen allround
  • Speler A bij de lijn passt naar speler B links of rechts in het vak.
  • Speler B speelt door op speler C die naar de punt van de cirkel komt.
  • Speler B beweegt naar binnen en komt recht voor de korf uit.
  • Speler A beweegt na het inspelen van B richting B en loopt achter B om naar de korf.
  • Speler A krijgt de bal en neemt een doorloopbal.
- scoor 10 keer na opzetten van de voorkant op links
- scoor 10 keer na opzetten van de voorkant over rechts
- scoor 10 keer na opzetten vanaf de zijkant - uitbal
- scoor 10 keer na opzetten van de achterkant
drawing Doorloopbal via lopend blok