Korfbaloefeningen voor de techniek aanval / scoren
- 4 palen in een vierkant.
- 4 aangevers.
- 1 aanvaller.
- 3 verdedigers.
- De aanvaller moet dus de vrije paal vinden.
- De verdedigers moeten dus zo moeilijk mogelijk maken en communiceren.
- Varianten:
- Alleen doorloopballen.
- Alleen schoten.
- x aantal doelpunten etc.
- Spelers staan naast elkaar.
- De bal wordt naar speler 2 gegooid en de speler 1 rent er tot halverwege achteraan en loopt naar binnen.
- Speler 2 gooit de bal op het moment dat hij/zij denkt dat de ander een goede doorloper kan maken.
- Speler 1 maakt hem af.
- 3-tal oefeningen met verdediger op 80%. (kans toestaan)
- 10-tal doorloopballen.
- 10-tal korte kansen (2-3m) uit beweging.
- 10-tal schoten (5-6 m) uit beweging.
- Bal 1 (met of zonder verdedigers)
- Speler A passt op B en blijft voorin in beweging.
- B passt op C en gaat rebounden.
- C passt op D en blijft achterin in beweging.
- D passt naar A en beiden blijven voorin op ruime afstand van de korf dubbelen totdat speler C de aansteun er in loopt.
- Speler A passt op C.
- C wacht een kleine seconde in aansteun positie.
- Speler B trekt schuin weg uit rebound positie.
- Speler C passt op B en draait om haar as om meteen naar binnen te klappen.
- B passt direct terug op C voor de doorloopbal.
- Bij misser is het de taak van C om meteen te rebounden en de vrijgelopen speler B aan te passen voor een eventuele 2e kans. (korte kans).
- Per 3-tal aan de korf, 2 aanvallers en 1 verdediger:
- Bedoeling is om met 2 steeds vrij te komen.
- Oefening is ten einde wanneer:
- Er wordt gescoord, de verdediger de bal heeft, als de bal botst.
- Draai steeds door in volgorde A - A - V.
- Indien het een 4-tal is, krijgt de verdediger een beurt rust alvorens als aanvaller in te schuiven.
- werk met 3 aanvaller tegen 2 verdedigers op 2 palen:
- Aanvaller mogen op de 2 palen proberen te scoren (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen)
- Aanvallers krijgen max 4 passen per genomen kans (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen, of wanneer er meer passen nodig zijn)
- Je mag maar 1 kans nemen per korf (einde wanneer er is gescoord, wanneer één vd verdedigers de bal kan onderscheppen, wanneer er meer passen nodig zijn, bij 2 missers)
- Speler die mist mag niet meer aanvallen indien de bal in het spel blijft, dus is het overtal van de aanvallers weg.
- Speel 4:4, na onderschepping komt de bal naar de middenlijn, waarna de aanval opnieuw begint.
- 3x aanvallen en dan wisselen van functie.
- De opdracht is zo ruim mogelijk spelen en afvangen vanuit de ruimte.
- Denk daarbij aan de getrainde oefeningen.
- We spelen 4:4 waarbij tot het eerste schot komt er een afvang onder de paal is.
- Daarna komt de afvang uit de ruimte.
- De aangever staat, ten opzichte van de schutter, aan de zijkant van de paal. (Dus aangeven vanuit de ruimte.)
- Bij deze oefening heb je allemaal een functie.
- Degene die de bal heeft is de passer of de schutter.
- Als je als passer bezig bent, dan komt een ander voor het schot.
- De derde gaat voor de afvang.
- Je vult dus altijd een van die functies in.
- De drie anderen nemen strafworpen
Dit is een geïsoleerde oefening om de dynamische rebound te oefenen.
- Spelers moeten vanuit de beweging inschatten waar de bal terecht komt en deze zo snel mogelijk pakken.
- De bal begint onder de korf en wordt uitgegooid naar de speler voor de paal.
- Deze schiet.
- De speler onder de paal rent ondertussen naar het dopje en weer terug en probeert de bal binnen 1 stuit af te vangen.
- Als het gelukt is om de bal na maximaal 1 stuiter af te vangen mag de rebounder ook nog een keer schieten.
- Zet het dopje verder weg.
- Daag spelers uit om de bal zonder stuit af te vangen.
- Deze opdracht doe je in 2-tallen.
- Gebruik voor elk 2-tal een korf.
- Zet 4 hoedjes om de korf in een vierkant op ongeveer 1,5 meter van de korf. (de korf staat in het midden)
- Ga tussen de 2 hoedjes instaan voor de korf.
- Schiet om raak te scoren.
- De persoon onder de korf noemt een kleur en jij tikt die kleur aan.
- Ga weer terug tussen de 2 hoedjes voor de korf.
- Als je hebt geschoord hoef je niet naar een kleur te rennen.
- Doe dit tot er iemand 5 heeft gescoord.
- Spelers leren om niet een bal naar de aangeef te gooien en vervolgens te wachten tot de bal gevangen is, maar om er meteen achteraan te rennen.
- De bal wordt naar de korf gegooid.
- Onmiddellijk na het gooien achter de bal aan rennen, naar de korf.
- Doel is om voorbij de lijn te zijn voordat de bal gevangen wordt.
- Vervolgens de bal terug krijgen en schieten.
- De lijn maakt de opdracht concreet.
- Afhankelijk van het team is dit wel of niet nodig.
- Variatie 1:
- De bal begint onder de korf, wordt uitgespeeld en meteen terug gegooid.
- Variatie 2:
- Werken met een tegenstander.
- Deze tegenstander loopt niet mee tot aan de korf (want dat zou niet lukken bij een oefening waarbij de doorbraak de enige optie is), maar zorgt er wel voor dat de aanvaller ergens omheen moet rennen.