Korfbaloefeningen voor de techniek algemeen
- Drietallen onder de korf
- Nr. 1 schiet van onder de korf
- Nr. 2 vangt de bal en schiet vervolgens van onder de korf (daar waar zij/hij de bal vangt)
- Nr. 3 vangt de bal .........
- Nr. 1 vangt de bal ......... enz.
- Welk team het eerste 30 doelpunten heeft gemaakt.
- Optie, wanneer de bal op de grond valt 1 punt in mindering op de de doelpunten score, minder dan 0 kan niet.
Activiteit:
Nummer 1;
5 doorlopers scoren.
Nummer 2;
1 rondje om het hele veld
Nummer 3;
10 korte kansen scoren.
Nummer 4;
5 strafworpen.
Nummer 5:
4 scoren vanaf 5 meter
Per groep moeten ze elke oefening in een volgorde doen en vervolgens schrijven ze die op en komen ze naar de trainer toe.
- De trainer zet een cirkel als hij klopt, op goede plek
- zet er een kruis doorheen als hij er niet in hoort
Vervolgens gaat het groepje verder met dus een andere volgorde van de cijfers en doen ze hetzelfde als hierboven
De groepjes gaan door tot dat ze de code goed hebben.
- 1 korf minder dan aantal nemers.
- Zolang muziek speelt lopen spelers binnen cirkel.
- Als de muziek stopt mogen ze doelpogingen nemen.
- Op elke korf mogen maximaal 2 doelpogingen worden gedaan.
- Zodra dit is gebeurd. Leggen de aangevers de bal op de grond.
- Wie scoort het eerst....
- doorloopballen
- uitwijk
- schoten
1 korf 4 vierkanten erom met pionnen
- Ieder 4 kant 1 aanvaller 2 of meer verdedigers.
- Overspelen en pas scoren na diagonale pas.
- Onderscheppen is wisselen
- Speel als afsluiting van de training een partijvorm van 4 tegen 4 op 1 korf.
- Daarbij goed opletten dat er op gebouwd wordt uit de 4-0 en naar de 3-1 gegaan wordt met een grote driehoek.
- Vanuit de grote driehoek moet er snel tot een scoringskans gekomen worden.
- Indien mogelijk direct na dat de rebound afgevangen heeft een kans achter de korf creëren, als dit niet lukt dan weer opbouwen vanuit de 4-0.
- HET BAL TEMPO LIGT IN DE 3-1 HOOG.
! Groep vormen van 2 personen per korf
Elk groepje krijgt drie speelkaarten. De speelkaarten zijn van de voren geschud en de cijfers 2 t/m 5 zijn uit het pakje gehaald. Met de drie gekregen speelkaarten moeten de groepen zo dicht mogelijk bij 31 zien te komen. De waarde van de cijfers en plaatjes staan hieronder:
- Zes = zes
- Zeven = zeven
- Acht = acht
- Negen = negen
- Tien = tien
- Boer = tien
- Vrouw = tien
- Heer = tien
- Aas = elf
Dus negen + boer + vrouw = 29 punten of aas + boer + vrouw = 31, maar je kan ook boer + boer + boer = 30,5
Als de spelers een serie hebben voltooid mogen ze 1 van hun gekregen kaarten inruilen voor een nieuwe, om zo dichter bij de 31 te komen. De trainer zet een timer en zeg bij het afgaan stop. Het team wat dan het dichtste bij de 31 is gekomen wint.
Series:
- Doorloop ballen: vijf doelpunten achter elkaar.
- Doorloop ballen: 5 achter elkaar van achter de korf.
- Doorloop ballen door spelen voor de korte kans 3 achter elkaar.
- Er staat een iemand met bal onder de paal, een iemand voor de paal op schotafstand en iemand op ong 1,5/2 m van de schutter met zijn gezicht naar de paal.
- De schutter kiest een kant en wordt aangespeeld.
- De verdediger mag zich pas omdraaien wanneer de bal los is en moet dus goed reageren.
- De verdediger mag niet de bal in de passing proberen te blokken, maar wel het schot.
- Dit kan wel gedaan worden als uitbreiding
- Er zijn 3 palen in een driehoek neergezet, wijzend naar het middelpunt van de driehoek.
- De verdedigers proberen te voorkomen dat de aanvaller scoort.
- Doe dit totdat de aanvaller 2x gescoort heeft of er 1 minuut voorbij is en draai dan door.
- Zet een parcours uit voor estafette waarbij de kinderen de bal moeten doorgeven, dus met
- pionnen,
- loopladders,
- banken
- etc.
- 1 legt het parcours af met de bal en geeft de bal dan door aan de volgende.
- 2 of 3 teams betekent 2x het parcours.
- Pionnon op 2.5, 4 en 6 meter, eerste pion raak 1 punt, 3 en vijf punten op de volgende.
- Schutter mag zelf weten van waar ze schiet. eerste 40 punten
- Doorloopballen van elke pion raak, telkens achter de paal langs lopen. Volgorde scoren 1-2-3-2-1
- 1 pion aan de zijkant, 3 meter naast de andere 3. uit beweging schieten raak op de eerste 2 dan wisselen.
2 palen en 2 groepjes bij elke paal.
- Leg een 9 tal hoepels weg een endje van de korf.
- De nummers 1 van elk groepje schiet vanaf 4 meter.
- Scoort hij/zij mag hij een hoedje wegleggen in één van de hoepels.
- Mist hij/zij is de volgende aan de beurt.
- Dit gaat zo door totdat 1 groepje horizontaal,diagonaal of verticaal er drie op 1 rij heeft.