Korfbaloefeningen
- In de steun en onder de paal wordt voorverdedigd.
- Dubbel aan de voorzijde op tot ongeveer 5/6 meter voor de paal.
- De rebound stapt uit aan de kant van de bal en speelt deze op de voorverdedigde steun, die vervolgens een doorloopbal neemt
In het kort: schietoefening (-spel) waarbij van verschillende kanten van de korf wordt geschoten.
Organisatie:
- Per korf een tweetal met een bal, of bij gebrek aan voldoende korven 2 tweetallen met elk een bal.
- Bij elke korf vier pionnen of andere markeringstekens: 1 voor en 1 achter de korf en 1 links en 1 rechts van de korf, steeds op circa 6 meter afstand.
- Van elk tweetal start er een onder de korf.
- De ander krijgt als opdracht om zo snel mogelijk vanaf elke pion een doelpunt te maken.
- Daarna wisselen van functie.
- Welk tweetal is het snelst klaar met 'de reis om de wereld'?
Variatie:
- De afstanden kunnen uiteraard naar believen groter of kleiner worden gemaakt.
- Of: bij elke pion 2 doelpunten maken.
Variatie:
- In plaats van schieten uit stilstand, kan er ook uit beweging worden geschoten,
- Of gewoon: uitwijkballen nemen.
Variatie:
- Er wordt met 2 tweetallen per korf gewerkt.
- De twee schutters krijgen nu de opdracht om bij elke pion samen twee keer te scoren, het maakt niet uit wie de doelpunten maakt.
- Er wordt dus van functie gewisseld nadat er 4 keer 2 doelpunten zijn gemaakt.
- Bij welke korf is men het eerst 2 keer rond? (en heeft men dus het eerst 16 doelpunten gemaakt?)
De belangrijkste overweging achter de bovenstaande oefeningen is het feit dat er gewoonlijk bij voorkeur van voor de korf wordt geschoten. En aangezien een groot deel van het vak nou eenmaal naast of achter de korf ligt, moet er ook vanaf die plaatsen geoefend worden. En het schieten daarvandaan is ook echt anders: niet alleen vanwege het feit dat de korven meestal iets voorover hangen, maar ook omdat de bevestiging aan de paal voor de schutter duidelijk waarneembaar wordt, waardoor het inschatten van de juiste afstand en hoogte beïnvloed wordt.
Zuiver schieten is altijd belangrijk natuurlijk, maar hier komt het er wel heel erg op aan om doelpunten te maken. Wanneer spelers dit spelletje voor het eerst doen, dan zijn ze aanvankelijk vrij luidruchtig en komen er wellicht reacties als 'dit kan nooit!' of 'ik vind er niks aan'. Die verdwijnen na korte tijd vanzelf, men gaat zeer geconcentreerd schieten en het scoren gaat met sprongen vooruit. Wat eerst onmogelijk leek, blijkt dan toch te kunnen!
- Maak van 5 meter 6 schoten.
- Maak 8 doorlopers
- Maak voor jezelf 5 strafworpen (Tellen hoeveel je hebt gescoord)
Voorbereiding:
Leg een veldje uit van 3x3 met dopjes (met beetje ruimte er tussen) en geef de 2 teams beide 4 dopjes.
Uitleg:
Je maakt 2 gelijkwaardige teams en zet ze bij een paal neer met een bal. Je bedenkt een opdracht wat ze moeten uitvoeren op zijn paal (Bijvoorbeeld: schiet van 5 meter). Bij elk schot wat raak is mogen ze een dopje pakken en neerleggen. Wie drie op een rij heeft, wint het spel.
Leg een veldje uit van 3x3 met dopjes (met beetje ruimte er tussen) en geef de 2 teams beide 4 dopjes.
Uitleg:
Je maakt 2 gelijkwaardige teams en zet ze bij een paal neer met een bal. Je bedenkt een opdracht wat ze moeten uitvoeren op zijn paal (Bijvoorbeeld: schiet van 5 meter). Bij elk schot wat raak is mogen ze een dopje pakken en neerleggen. Wie drie op een rij heeft, wint het spel.
Voorbereiding:
Leg een veldje uit van 3x3 met dopjes (met beetje ruimte er tussen) en geef de 2 teams beide 4 dopjes.
Uitleg:
Je maakt 2 gelijkwaardige teams en zet ze bij een paal neer met een bal. Je bedenkt een opdracht wat ze moeten uitvoeren op zijn paal (Bijvoorbeeld: schiet van 5 meter). Bij elk schot wat raak is mogen ze een dopje neerleggen. Wie drie op een rij heeft, wint het spel.
Leg een veldje uit van 3x3 met dopjes (met beetje ruimte er tussen) en geef de 2 teams beide 4 dopjes.
Uitleg:
Je maakt 2 gelijkwaardige teams en zet ze bij een paal neer met een bal. Je bedenkt een opdracht wat ze moeten uitvoeren op zijn paal (Bijvoorbeeld: schiet van 5 meter). Bij elk schot wat raak is mogen ze een dopje neerleggen. Wie drie op een rij heeft, wint het spel.
- Een loopcircuit met speedladder, gooien en scoren
- Dit circuit kun je doen door een rondgang te volgen of door steeds te wisselen na 3 minuten.
- 3 pionnetjes om de korf om een driehoek te creëren.
- Hierin mag de aanvaller wel komen, de verdediger niet
- Aangever staat 6 meter van de korf en de aanvaller probeert zich voor te komen. Hiervoor krijgt hij 2 punten. Lukt dit niet, dan zoekt hij/zij een kans achter de korf. Als hij achter de korf scoort krijgt hij 1 punt
- Verdediger moet er altijd voor zijn.
Organisatie:
Twee (of drie) spelers per paal. 1 speler met bal schuin voor de korf op 7 meter.
Twee (of drie) spelers per paal. 1 speler met bal schuin voor de korf op 7 meter.
- De speler onder de korf trekt weg
- Krijgt de bal aangegooid (als de opstelling goed is, ontvangt hij de bal dus een beetje diagonaal).
- De speler voor de korf komt er naast.
- En komt tot schot. We scoren 10x linksom en 10x rechtsom
- Zelfde als hierboven
- Alleen nu komt de speler die voor de korf de bal aangooide er weer naast .
- En maakt een doorloopbal uit de ruimte zonder bal. 10x linksom en 10x rechtsom
- Zelfde,
- Alleen nu wordt er geen doorloopbal gemaakt,
- Maar wordt er gedreigd voor de doorloopbal
- En loopt de speler zonder bal lang (van de wegtrekker af en parallel aan de korf)
- En komt tot schot. 10x linksom en 10x rechtsom
- Zelfde,
- Alleen nu loopt de schutter weer lang
- En komt na het lopen van de lange lijn door voor de doorloopbal zonder bal. 10x linksom en 10x rechtsom
Corrigeren op:
Het goede been schieten, in lijn met de korf schieten, goed plaatsen, schouder naar de korf bij het schot
Het goede been schieten, in lijn met de korf schieten, goed plaatsen, schouder naar de korf bij het schot
Doel:
2 doorlopers op steun zorgen voor afleiding, zodat onder de korf weggetrokken kan worden en tot schot komt.
Spel:
2 doorlopers op steun zorgen voor afleiding, zodat onder de korf weggetrokken kan worden en tot schot komt.
Spel:
- 2 aanvallers hoog voor de korf.
- 1 steun hoog voor de korf.
- 1 aanvaller onder de korf.
- Aanvaller 1 speelt maximaal 2 keer over met steun, is daarbij in beweging.
- Aanvaller 2 komt zo ingelopen dat hij na die twee gooien ook mee in kan gaan voor een doorloper.
- Aanvaller 1 komt op hoge snelheid met een doorloper; als er geen doorloper gemaakt kan worden dan komt speler 2 door.
- Tegelijkertijd trekt speler onder de korf weg naar de kant waar de doorloper aan komt.
- Staat speler 1 vrij dan mag deze scoren, wordt deze goed verdedigd dan speelt deze door naar wegtrekkende speler onder de korf.
- Is de bal niet aan te gooien voor de steun dan kijken of speler 2 aanspeelbaar is.
Afspraken:
- Aanvaller 1 en 2 staan niet stil.
- Niet meer dan 2 keer teruggooien op de steun door dezelfde persoon.
Doel:
Elkaar leren aanvoelen zonder communicatie en gezicht op spel gericht houden.
Opstelling:
Twee korven tegenover elkaar. Bij elke korf een bal en twee spelers.
Spel:
Elkaar leren aanvoelen zonder communicatie en gezicht op spel gericht houden.
Opstelling:
Twee korven tegenover elkaar. Bij elke korf een bal en twee spelers.
Spel:
- Speler 1 onder elke korf loopt naar het midden.
- In het midden draaien spelers 1 om elkaar heen, gezicht blijft naar de korf.
- Doorloper wordt ingezet en zelf afgevangen.
- Speler 2 gooit aan en zet inloop naar midden in; tast af met speler 2 overkant.
Regels/afspraken:
- Verdeel team in groepjes van 2-3 personen.
- Elk groepje staat achter een rij pionnen: laatste in de rij staat onder de korf met bal.
- Nummer 1 rent naar pion 1 en terug, naar pion 2 en terug, naar pion 3 en neemt een doorloop bal, vangt bal af en gaat in aangooi staan
- Nummer 2 rent naar pion 1 en terug, naar pion 2 en terug, naar pion 3 en neemt een doorloop bal, vangt bal af en gaat in aangooi staan.
- Dit doen ze net zo lang totdat ze allebei een x aantal keer gescoord hebben.
Varianten:
- Bij pion 2 doorloop inzetten in eerste ronde.
- Bij pion 3 afstandschot in tweede ronde.
- Bij pion 4 strafworp in 3e ronde.
In tweetallen. Een aangever en een aanvaller.
Aangever staat onder de korf, aanvaller staat voor de korf.
Aangever staat onder de korf, aanvaller staat voor de korf.
- De aanvaller gaat links/ rechts breed lopen en krijgt de bal op de buitenste hand gespeeld.
- Probeer met 1 hand te vangen en terug te spelen.
- Op de 4de pass gaat de aanvaller tot schot komen.
- Wissel na 2 beurten.
- nadruk op stevige passes, en versnellingen na opnieuw inspelen.