Korfbaloefeningen
- 1 korf, daaronder een duo van gelijke sexe in de aangeef.
- Twee aanvallers voor de korf met daarbij twee verdedigers.
- Twee spelers aan de kant (gelijke sexe als aangevers).
- De aanvallers vallen anderhalve minuut aan, ze mogen met elkaar dubbelen en met de aangevers.
- Ten aanzien van de aangeef gelden de volgende regels: na twee keer met de aanvaller(s) gedubbeld te hebben, moeten de aangever tollen.
- Tenzij er op dat moment geschoten kan worden: dan moet het schot afgewacht worden natuurlijk.
- Op het moment dat de aanvallers onderling dubbelen moet er getold worden
- twee spelers per paal.
- 1 speler schuin voor de korf op 7 meter.
- er wordt van functie gewisseld als de schutter 2 keer scoort
- Je staat ongeveer zeven meter uit elkaar.
- Je speelt op de weglopende medespeelster, deze vangt de bal en jij loopt voorbij haar naar de overkant en terug.
- De eerste keer doe je dat met twee handen, de tweede keer gooi je met de buitenste hand terug.
- Dat betekent de ene keer met rechts en de ander met links en op de terugweg andersom.
- Twee rijen van vijf tegenover elkaar, ongeveer tien meter, met een onderlingen afstand van twee meter.
- Je gooit de bal met rechts naar de rechterkant van je medespeelster, deze vangt met rechts en gooit de bal naar jouw rechterhand.
- Je vangt de bal met 1 hand. Doe dit 25x met rechts en 25x met links.
- Vervolgens loop je op je medespeelster toe en krijgt op vijf meter de bal aangespeeld op jouw rechter arm.
- Vang, spring op en plaats terug.
- Doe dit ieder 15x met rechts en 10x met links
- We maken 2 rijen van 5.
- De ene rij staat naast elkaar met een onderlinge afstand van 2 meter, de andere rij staat daar tegenover op ongeveer 10 meter.
- Je gooit de bal naar elkaar toe met 1 hand, de ene keer met links de andere keer met rechts.
- De bal moet strak zijn.
- Gooi met elke hand 25x.
- Daarna loop je op de bal toe, je krijgt deze op 5 meter net te hoog aangespeeld.
- Je moet springen om de bal te vangen.
- Speel de bal in de sprong terug op de ander.
- Je doet dit allebei 15x.
- 1 loopt richting 3 en krijgt de bal van 2 en gooit deze naar 3 en loopt met een boog naar de plaats van 2.
- 2 loopt naar 4 en krijgt de bal van 3, gooit naar 4 en neemt de plaats van 3 in.
- 3 loopt naar 5 en krijgt de bal van 4 enz.
- De pionnen staat 10 meter uit elkaar en in een vierkant.
- De 9e pion is de trainer of een passer.
- De spelers lopen zigzaggend om de pionnen heen.
- Ze krijgen onverwacht (= niet op volgorde) de bal aangespeeld en gooien die terug naar de aangever.
- Ze doen dat in de loop zonder met de bal te lopen.
- De bal wordt zuiver/ te laag / te hoog / over de grond aangespeeld.
- Bij pion 1
- de grond aantikken en omhoog springen en helemaal uitstrekken. Dit doen we 10x.
- REN NAAR PAAL.
- Paal
- vervolgens neem je een uitwijker bij paal.
- REN NAAR PION 2.
- Pion 2
- 5 sit ups.
- REN NAAR PAAL
- Paal
- neem een doorloper bij paal van achter de korf
- REN NAAR PION 1
- Pion 1
- 5 x opdrukken
- REN NAAR PAAL
- Paal
- Neem strafworp
- REN NAAR PION 2
- Pion 2
- Schot vier meter achter de korf
- Na het afgevangen schot ontvang je de bal en gooit de bal weer naar de aangever, die naast de korf staat.
- Sprint naar pion 1 en begin opnieuw
- Dit doen we 3x
- Houdt de paal vrij en houdt afstand van elkaar.
- maar elke keer wisselen onder de paal.
- Neem per persoon 10 doorloopballen en scoor er minstens 8.
- 2 afvangers reageren op schot/doorloop van 2 aanvallers vanaf 3 meter in paalzöne positie innemen
- Vakken bij elkaar, twee spelers (heren/dames dit zijn A(anvaller) en V(erdediger) voor in het plaatje) in de linker hoek voor de korf.
- Een speler links (links achter de korf) daarnaast en rechts daarnaast (rechts achter de korf).
- In het tweetal is een aanvaller en een verdediger.
- De aanvaller heeft de bal, plaatst de bal naast hem (links of rechts) en pakt de rebound.
- De verdediger gaat de rebound bemoeilijken maar geeft hem in eerste instantie wel weg (deze verdedigt voor).
- De speler die de bal niet toegespeeld krijgt vult het plekje van de aanvaller/rebounder op.
- De twee spelers voor de korf komen na een of twee dubbels tot schot.
* Wie pakt van de vijf schoten de meeste rebounds?
- Er staan drie spelers bij een paal.
- Speler 1 begint met de bal en gooit naar 2, 3 loopt eerst kort en dan lang, krijgt vervolgens de bal van speler 2 en schiet.
- Speler 1 vangt af en gooit naar speler 2, speler 2 gooit naar 3 en vervolgens loopt speler 1 de lange lijn.
- Zo herhaalt het proces zich.
Varianten:
- In plaats van te schieten, snijdt speler 1 in en gooit nummer 3 naar binnen en komt voor de doorloopbal
- Zelfde als hierboven, maar dan neemt speler 3 geen doorloopbal maar trekt speler 1 weg en neemt een korte kans