Korfbaloefeningen voor de techniek conditie / kracht / uithoudingsvermogen

  • Er liggen 10 zakjes in de hoepel aan het begin
  • Er staan 3 uitgezette situaties, waar de hindernis steeds zwaarder/moeilijker wordt
  • Je begint met een sprong over de eerste stok heen, welke het laagste ligt
  • Je rent een rondje om de hoedjes, waarna je je oriëntatie weer terug moet pakken door rechtdoor te rennen en over een hogere horde te springen
  • Je rent rechtdoor tot je bij het hoedje komt, waarna je de linkerhoed aantikt, daarna de rechter
  • Op je tenen loop je van pylon naar pylon
  • Je rent door en pakt het schot
  • Elk doelpunt dat je scoort is steeds meer waard, maar dat geldt ook voor de anderen!
  • Ofwel; 
    • doelpunt 1 telt voor 1. 
    • Het volgende doelpunt, ongeacht wie deze scoort telt voor 2 enz.
  • Winnaar bij 15 doelpunten
drawing Zaklopen
  • Er liggen 9 hoepels op een rij, met in elke hoepel 2 hoedjes
  • Aan beide kanten staat een speler, en deze gaat alle hoedjes op één stapel in de middelste hoepel te leggen. 
    • Dit moet je sneller zien te doen dan je tegenstander.
  • Hoe? Zelf weten! Maar de stapel moet in de middelste hoepel liggen
  • De verliezer doet er 5 push ups achteraan
Variant: 
  • Meer hoedjes dan je tegenstander hebben
  • Als je de hoedjes aan je eigen kant verzameld hebt, mag je de hoedjes van je tegenstander pakken. 
    • Deze mag je dan op je eigen stapel leggen
  • Hierdoor ontstaat er een verschil in aantal hoedjes; dit verschil wordt middels push ups uitgevoerd door de verliezer.
drawing Stapelspel conditie
  • Speler rood heeft de bal en rolt deze vooruit
  • De blauwe spelers proberen allebei de bal te pakken, en degene die hem heeft mag daarna een doorloopbal nemen bij de rode speler
  • Deze moet je wel binnen 5 seconden genomen hebben! 
    • Anders telt je eventuele doelpunt niet
  • De werper van de bal kan echter al eerder roet in het eten gooien! Als de bal de pylon raakt voordat een van beide blauwe spelers de bal te pakken heeft, dan scoort de werper een punt. 
  • Je moet echter wel recht vooruit rollen, en de pylon staat behoorlijk ver weg
  • Na elke doorloopbal wissel je van werper met degene die de bal te pakken had
  • Wie scoort er als eerste 5 doelpunten?
drawing Doorloop race
  • Dit word in wedstrijdvorm tussen de vakken binnen het team gespeeld, dus 5 tegen 5
  • Er worden om en om doorloopballen genomen gedurende 2 minuten
  • De looplijnen zijn zoals op tekening aangegeven.
  1. Spelers beginnen aan de buitenkant langs de drie horde, waar ze tussendoor slalommen met het gezicht richting het veld van de tegenstander
  2. Aan het einde van de hordes sprint naar je hoed aan de buitenkant
  3. Vanaf daar ga je verdedigend schuiven tot de hoed in het midden, waarna je een doorloopbal neemt
Welk team maakt de meeste doelpunten in 2 minuten tijd?

  • Na deze 2 minuten heb je een x aantal doelpunten. 
  • Middels strafworpen op beide korven ga je proberen de score van de tegenstander weg te werken, dus scoren die doorlopers! 
  • Punt is alleen dat de teams van te voren niet te horen krijgen dat dit de bedoeling is. 

Ze krijgen enkel te horen dat ze zoveel mogelijk doelpunten moeten scoren, maar daarmee nog niet gewonnen hebben.
drawing Doorloopbal estafette
  • We spelen 4:4, waarbij telkens 1 speelster als hoofdaanvaller wordt aangewezen.
  • Overleg met elkaar hoe je die dame het beste uitspeelt.
  • Vervolgens 2 minuten proberen of dat lukt.
  • 2 spelers staan bij een pylon en gaan in verschillende loopvormen door het parcours heen, welke hieronder stapsgewijs uitgelegd staan:
  • 2x heen en weer tussen de pylonnen op normaal tempo
  • Tussen de 3 pylonnen door in zigzag vorm met je gezicht naar voren kijkend, korte sprint naar einde
  • Tussen de 3 pylonnen door in zigzag vorm met je gezicht naar links kijkend, korte sprint naar einde
  • Tussen de 3 pylonnen door in zigzag vorm met je gezicht naar rechts kijkend, korte sprint naar einde
  • Om de 3 pylonnen heen, naar zijkant en door naar einde op snelheid waar je eindigt met een zo hoog mogelijke sprong
  • 2 spelers staan bij een pylon en gaan in verschillende loopvormen door het parcours heen, welke hieronder stapsgewijs uitgelegd staan:
  • 2x heen en weer tussen de pylonnen op normaal tempo
  • Tussen de 3 pylonnen door in zigzag vorm met je gezicht naar voren kijkend, korte sprint naar einde
  • Tussen de 3 pylonnen door in zigzag vorm met je gezicht naar links kijkend, korte sprint naar einde
  • Tussen de 3 pylonnen door in zigzag vorm met je gezicht naar rechts kijkend, korte sprint naar einde
  • Om de 3 pylonnen heen, naar zijkant en door naar einde op snelheid waar je eindigt met een zo hoog mogelijke sprong
  • Er staan 2 spelers naast elkaar klaar om de bal te pakken die verderop op een pylon ligt te wachten
  • Bij het starten tikken ze de eerste de pylon aan, en rennen ze eerst terug naar de start alvorens ze daadwerkelijk voor de bal gaan
  • Daarna rennen ze naar de bal om deze te pakken
  • De speler die als eerste bij de bal is pakt hem en gooit hem daarna naar de aangever voor een 1-1 duel
  • De speler die de bal niet heeft gaat verdedigen
  • Na één doelpoging wisselen, en dit doe je 9x als groep. 
  • Hiermee heeft iedereen de kans om 3x te mogen aanvallen in de 1-1, echter moet je dan dus wel de bal te pakken krijgen.
drawing Terugkerende doelpoging
  • Loopvorm 1:
    • Spelers beginnen beginnen met 4 sprongen naar voren, waarin ze iedere keer op één been blijven staan, links en rechts wisselend.
    • Even 2 seconden balanceren, daarna spring je verder
    • Na de vijfde sprong pak je direct een sprint naar de andere kant
    • Iedere keer ren je met een tegenstander voor een wedstrijdelement
  • Loopvorm 2:
    • Beide spelers beginnen bij de eerste hoed. De eerste loopt naar de linkerhoed en passt de bal. Vervolgens loopt de 2e speler naar de eerste rechterhoed.
    • Zo wordt er over gespeeld tot ze bij de laatste hoed zijn. Vanuit de laatste word een pass in de diepte gegeven, welke voorbij de hoedjes naast de paal gegooid moet worden
    • Daarna volgt het schot achterin, de andere pakt bewegende rebound
    • Elke doelpunt telt voor 3, een rebound voor een half punt.

  • Wie scoort er als eerste 15 punten?
drawing Balans met sprint en schot in achterveld
  • De spelers starten links van de springhekjes en stappen er overheen, waarna ze met rechts eindigen. 
  • Op dit been blijven ze 2 seconden staan, waarna ze richting de palen rennen.
  • Tussen de palen zigzaggen ze kort door, en dit proberen ze zo snel mogelijk te doen.
  • Daarna sprinten ze altijd terug.
  • Als je als eerste terug bent, krijg je 3 punten, als tweede 2 punten en als derde 1 punt.
  • Tussendoor loopvormen veranderen:
    • Heen en weer over de hekjes, daarna vooruit zigzaggen tussen de palen door.
    • Knieheffen na korte bewegingen over de hekjes.
    • Achteruit schuivend tussen de palen door.
drawing Teamparcours
  • Spelers staan in 5 rijen van 4 personen klaar
  • De voorste heeft de bal en legt deze op het eerste hoedje. Als deze speler terug is mag nummer 2
  • Nummer 2, 3 en 4 leggen de bal op hoedje 2, 3 en 4
  • Wie als eerste de bal op hoedje 4 gelegd heeft en weer terug is als team wint
  • Uitbreiding: 
    • nummer 1 gaat de bal op hoedje 4 halen, en legt deze op hoedje 3. 
    • Enzovoort tot de bal weer terug is in de rij
drawing Bal estafette
  • Er staat een parcours klaar waar je als team doorheen rent
  • Als team een x aantal doelpunten gaat maken. 
  • De uitleg staat in de tekening
  • Wedstrijdelement creëren door 2 teams tegen elkaar te laten strijden
drawing Teamparcours