Korfbaloefeningen

  • Viertallen bij een korf.
  • Vrije bal 1 en 2 oefenen met verdedigers.
  • Wil je weten welke dat zijn?
  • Wie scoort het meest uit 5 genomen vrij ballen? (1 en 2 = totaal 10 genomen vrije ballen p.p.)
  • Tweetallen maken, op elke korf een tweetal.
  • We gaan nu de korven in de lengte gebruiken, namelijk 1 speler van het tweetal valt aan op korf tegenover hem of haar.
  • 1 speler van de korf daar tegenover doet hetzelfde.
  • Hoe gaat dat dit in zijn werk?
  • Van elk tweetal is er een nummer 1 en een nummer 2.
  • Nummer 1 gaat anderhalve minuut lang zijn korf verdedigen tegen de andere nummer 1 van de korf daartegenover.
  • Wanneer de nummer 1 van een korf een kans gehad heeft, gaat de andere nummer aanvallen en wordt er dus gewisseld van functie (en van korf, want ieder verdedigt zijn eigen korf).
  • Er wordt dus steeds van functie gewisseld als je als aanvaller de bal hebt verspeeld.
  • Anderhalve minuut ben je als speler dus zowel aan het aanvallen als aan het verdedigen.
  • Schieten vanuit een wijkbal vanaf 7 meter met twee aangevers onder de korf met elk een bal.
  • Welke speler scoort in twee minuten het meest?
  • De spelers lopen steeds vanonder een korf naar de volgende korf op een fluitsignaal, waarbij van functie gewisseld wordt als je een doorloopbal of schot mist.
  • Vier spelers lopen dus steeds tegelijk op de volgende korf af.
  • Hier kijken we wie het eerst de volgende doelpunten gescoord heeft: Let op: fluit bij de uitwijkbal twee keer:
  • 1 keer bij het starten van de aanloop (zachtjes fluiten) en een keer om de uitwijkbeweging aan te geven (hard fluiten)

  • Speel 4 tegen 4 waarin ze bovenstaande oefening 5 + 6 moeten uitvoeren, de verdediging mag niet voorverdedigen op de steun er moet 1 schot worden toegelaten.
  • Na 1 schot weer 4-0 en opnieuw. Wissel na 1,5 min van taak.
  • Palen in een vierkant.
  • Onder elke paal staat een dame.
  • Twee heren gaan de andere twee heren verdedigen
  • De aanvallers moeten proberen een doorloopbal te nemen op een willekeurige paal.
  • De taak van de verdedigers is om het de aanvallers zo moeilijk mogelijk te maken.
  • Doel: Het leren nemen van een doorloopbal met een verdediger.
  • In een wedstrijd worden we vaak gehinderd door de tegenstander bij het nemen van een doorloopbal.
  • Maar op een training wordt je meestal niet gehinderd, vandaar deze oefeningen.
  • vak tegen vak in een afgezet vak van 20 bij twintig meter.
  • Maak als het even kan het speelveld wat kleiner.
  • Twee tweetallen (de tweetallen van het laatste onderdeel van oefening 1) gaan tegen elkaar spelen tussen twee korven.
  • Welk tweetal schiet er in 4 minuten het meest in tegen het andere tweetal?
  • Na 4 minuten even rusten en dan weer 4 minuten tegen een ander tweetal.
  • Twee vakken gaan tegen elkaar spelen tussen vier korven in, het ene vak verdedigt twee korven en het andere vak de andere twee.
  • Welk tweetal schiet het er meest in tegen het andere tweetal?
  • Twee personen per paal (dame/heer).
  • Een bij de pilon op 3 meter, een speler bij de pilon een onder de korf

* De bal wordt vanuit de korf aangegooid, de speler bij de pilon schiet uit een achterwaartse beweging.

  • 4 korven in een vierkant, een tweetal van dezelfde sexe bij een korf.
  • De korven staan in de lengte 16 meter uit elkaar.
  • De tweetallen van dames en heren tegen over elkaar bij een korf.
  • Er is 1 loper (schutter) en 1 aangever.
  • De loper loopt richting de korf aan de overkant, de loper draaien daarbij ter hoogte van het midden om elkaar heen, om vervolgens bij hun eigen korf te scoren: (wisselen van functie na een oefening)
  • De meiden staan naast elkaar in een rij en de jongens staan daarachter.
  • Nu gaan ze eerst rustig naar de overkant lopen.
  • De jongens mogen de meiden niet inhalen.
  • Aan de overkant gekomen draaien ze zich om en lopen weer terug.