Korfbaloefeningen
In het kort:
Een drietal moet elkaar de bal in een vierkant toespelen.
Altijd iemand de vrije kegel belopen. LET OP: er moeten telkens 2 aanspeelpunten zijn.
Hetzelfde als met de doorloopbal, maar dan met een uitwijkbeweging.
Eerst alle shots op links en daarna op rechts.
Organisatie:Zet 3 palen in een driehoek, op ongeveer 8 meter van elkaar. In het midden van dat vierkant wordt 1 pionnen in de driehoek geplaatst, op ongeveer 2 meter uit elkaar.
Er staan 3 kinderen onder de korf en de anderen gaan 3 minuten doorloopballen nemen. Iedere keer als ze dat gedaan hebben lopen ze weer naar het midden en zoeken een andere korf op.
Na die 3 minuten verwisselen de aangevers.
* Tellen, wie haalt het meeste in de 3 minuten?
Let op:
het tempo moet hoog liggen!!
In het kort: diverse tikspelen.
Overlopertje. De spelers staan aan een lange zijde van een rechthoekig gebied (ongeveer ter grootte van een gymzaal). De tikker loopt ergens midden in het gebied. Op teken van de trainer moeten alle spelers overlopen naar de andere lange zijde. De tikker probeert hierbij zoveel mogelijk spelers te tikken. Is men door het vak gekomen, dan wacht men op het volgende teken om weer terug te lopen. Wie wordt in bijvoorbeeld 6 keer niet getikt? Dit tikspelletje kan ook dienen als een speelse oefening in het verdedigen
Per 4-tal de vrije bal oefenen. Gebruik 3 personen voor de aanval. persoon 1 neemt de vrijebal, persoon 2 en 3 geven aan. Persoon 4 gaat de vrije bal verdedigen op persoon 1.
In het kort: oefening om de verdedigster te leren ballen te onderscheppen.
Organisatie: drietallen met een bal bij een korf. Er zijn twee aanvalsters die stil staan, en een verdedigster.
a ) Aanvalster A1 werpt de bal naar A2. Verdedigster V verdedigt A2 en probeert het aanspelen van de bal te onderbreken. Ze kan aan de houding, het gedrag of zelfs aan de ogen van A2 zien, dat de bal in aantocht is. Door één of beide armen te heffen, tracht ze de bal te blokkeren. Na bijvoorbeeld 10 pogingen wisselen van functie. Bij dit onderdeel wordt de korf nog niet gebruikt. De aanvalsters A1 en A2 moeten het spel mee spelen, zeker in het begin moeten ze de verdedigster (als die het goed doet) de bal één of meer keren laten onderscheppen.
b ) Als a., maar nu draait de verdedigster zich om zodra ze het idee heeft dat de bal er aan komt, en ze probeert zo de bal te onderscheppen. Deze methode brengt veel meer risico met zich mee, en is daarom meestal minder geschikt, hoewel ik korfbalsters ken die op deze wijze het leven van de aanvalsters ongelooflijk zuur kunnen maken.
Stefan of Esmay doet voor hoe je goed moet aangeven en daarna doen de kinderen het na, de aangever blijft staan tot dat alle kinderen van het groepje een doorloper hebben genomen. Daarna wissel je met de eerste in de rij.
Dit doen we op 2 palen. We verdelen de gehele groep dus in 2 groepen.
De gehele groep wordt in twee groepen verdeeld.
Allebei de groepen beginnen tegenover elkaar achter een rij met pionnen.
De groep met de bal moet proberen om te bal aan de overkant zien te krijgen, zonder dat de tegenstander de bal heeft afgepakt.
Wordt de bal afgepakt probeert de groep met de bal, vanaf de plek waar de bal is afgepakt, aan de overkant te komen zonder dat de bal wordt afgepakt.
Je gaat op 1 meter staan en schiet. Als je gescoord hebt dan mag je op 2 meter gaan staan. Heb je daar gescoord ga je op 3 meter staan enz. enz.
Je kunt zelf de afstand bepalen en ook met hoeveel.
Ook kun je er voor kiezen om bijv. tot de 5 meter te gaan en daarna weer terug naar de 1 meter. Je kunt ieder voor zich doen, maar ook in teams:
Scoren is belonen, dus heb je gescoord dan mag je nog een keer schieten van een meter verder. Scoor je niet dan mag de volgende op jou plek staan en gaan jullie als team verder.
4 pionnen in vierkant opstelling. 4 personen, bij elke pion staat 1 persoon, 1 met bal. Deze speelt de bal tegen de klok in, maar loopt met de klok mee naar de volgende pion. Steeds zo door. Er is steeds een pion zonder dame, maar de bal kan blijven rouleren.
Verdelen over de korven (max 3 per korf). Elke groep krijgt een bal. Elke speler dient binnen een meter van de paal te staan. Het doel is als groep 15 doelpunten te scoren. De bal mag niet op de grond vallen, dan begint de teller weer op 0.
- 5 schoten op de breedtelijn
- 10 doorloopballen
- 10wegtrekballetjes